21. Arme Puk.
Vader, Moeder en Gijs zaten juist thee te drinken.
'Waar zijn die eieren dan?' vroeg Vader verwonderd.
'Hier, Vader!' zei Jaap. Hij wees op de buik van Puk.
En hij vertelde, wat hij gezien had.
Hij had er een kleur van.
De andere kinderen waren ook binnen gekomen. Ze stonden in een kring om de hond heen. En Puk keek ze allemaal vriendelijk aan, met zijn kop een beetje scheef. Net, alsof hij zeggen wou: 'Heb ik jullie niet aardig gefopt?'....
'Nu begrijp ik ook, waar die twee eieren van Opa gebleven zijn!' riep Gerdientje. 'Die heeft hij natuurlijk óók opgegeten!'....
'Ja,' zei Jaap. 'En weet je, wat ik óók begrijp?... Waarom hij zijn eten niet lustte! Hij heeft natuurlijk liever eieren!
Hè, lelijke lekkerbek?'....
'Waf!' zei Puk. En hij likte om zijn bek met zijn lange rode tong.
'Natuurlijk, eieren zijn veel lekkerder!' betekende dat.