| |
| |
| |
Sint Augustinus in het Middelnederlandsch uit de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta (1930)
Nog niet eens 19 hoofdstukken van de 37 van een vertaling van het Soliloquium, in 1890 uitgegeven door Moltzer in de Bibliotheek van Middelnederlandsche Letterkunde, 44ste aflevering, blz. 41-70, met de uitdrukkelijke verzekering, dat hem ‘geen andere mnl. vertolking bekend (was)’; een vertaling van den Regel, met een 6-tal bladzijden van de ‘expositie’ van Hugo de Sancto Victore, door schrijver dezes uitgegeven in Het Belfort, 9de jaarg. (Gent, 1894), 2de halfjaar; een paar auctoritates in de Dietsce Rime van K. de Gheldere (Brugge, 1896); ten slotte: een uitgave van Die bedudinghe na den sinne van Sunte Augustijns Regule, door Karel de Flou (Gent, 1901); - ziedaar alles wat de Nederlandsche philologie aan vertalingen van Sint Augustinus' werken aan haar beoefenaren te bieden heeft. Wel heeft een hunner nu reeds een kwart eeuws geleden getracht te betoogen, dat de Middelnederlandsche vertalingen der Roomsch-Katholieke kerkvaders, talrijk en verspreid als ze geweest zijn, op geest en gemoed van het Dietsche Volk grooten invloed hebben gehad en dus in de geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde ten onrechte stilzwijgend worden voorbijgegaanGa naar voetnoot1; - verder dan tot het bloote vermelden van de bovenbedoelde vertaling van het Soliloquium heeft de Nederlandsche litteratuurgeschiedenis het nog niet gebrachtGa naar eind1.
Het zal dus wel geen overdadige weelde zijn, in dit boek, dat zeker niet alleen een herdenking, maar ook een opwekking bedoelt te zijn, een overzicht te geven van wat van S. Augustinus' werken in het Middelnederlandsch bestaan heeft. Zoowel uit noodzakelijkheid des gebods
| |
| |
als uit noodzakelijkheid des middels, tijd en ruimte beide evenzeer beperkt zijnde, moeten we ons daarbij bepalen tot een dorre opgave van de bestaande handschriften, de plaats waar ze bewaard worden en den tijd waarop ze geschreven werden; maar dat zal toch niet te weinig zijn om de beteekenis van den grootsten aller kerkvaders voor het Nederlandsch lezend publiek van de 14e tot en met de 16e eeuw, met een groote mate van zekerheid te schatten.
In hoeverre de op naam van St. Augustinus gaande en staande geschriften tot zijn authentieke werken of tot de zoogenaamde spuria behooren, blijft hier natuurlijk buiten beschouwing: non est locus; dergelijke twijfelstukken bestonden daarenboven voor den Dietschen lezer niet.
In de onderstaande lijsten worden nu in de eerste plaats genoemd de handschriften uit vroeger eeuwen, die vertalingen van St. Augustinus bevatten, telkens in de alfabetische volgorde der steden en plaatsen, waar de openbare of particuliere verzamelingen waartoe ze behooren, gevestigd zijn. Daarop volgt onmiddellijk het nummer, respective de signatuur van het handschriftGa naar voetnoot1; waar een dezer beide ontbreekt, is dat een aanwijzing dat ter vermelde plaatse slechts één handschrift aanwezig is. Op een enkele uitzondering na, worden daarna de bladen, respective de bladzijden, opgegeven, welke de betrokken tekst beslaat; ten slotte volgt nog de dateering; - waar het circa dit of dat jaar heet, beteekent dat een speling van ten hoogste een 10-tal jaren bij het genoemde jaartal: 5 jaren er vóór en 5 jaren er nà. Bijwijze van toegiftje is hier nog bijgevoegd een lijst der handschriften, waarin het leven van St. Augustinus en zijn H. Moeder Monica of episodes daaruit, voorkomen, en ten slotte een kleine bijdrage tot de iconografie van den Heilige.
| |
| |
1. | Hier beghint dat boeck der ynnigher bedinghe des bisscops augustinus tot profijt ende orbaer des scou[wen]den levens.
Rotterdam, Gemeentebibl. Z 175, bl. 1a-46a. - Einde 15de eeuw (de dateering ‘1482’ op bl. 162a is apocrief).
Een ander hs. op perkament is in 't bezit geweest van S. Emtinck: zie den auctiecatalogus zijner bibliotheek, 1753, blz. 172, hs. octavo 48. Reeds als incunabel gedrukt ‘Buten Scoenhoven in den Hem’, 1500, Oct. 24 (zie Campbell 208; Gesamtkatalog der Wiegendrucke 3, 2976). |
| |
2. | Belijdenissen. - Sunte Augustinus inden boeke sijnre biecht een exempel... Het waeren twee ionghe rijdders die mitten keyser reden....
Amsterdam, Univ. Bibl. I G 47 (n.c. 564), bl. 6a-17b. - Einde 15de eeuw. 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 71 H 24 (n.c. 705), bl. 156b. - ca. 1480. |
| |
3. | Sunte Augustinus van bewaringe der kuyscheit.
Hs. Utrecht, Univ. Bibl. 3 L 6, bl. Clv b-Clvi d. - ao 1445. |
| |
4. | Dit is vander mynliker passien ons heren Jhesu Cristi een devote ynnighe dancbaerheit welke die waerdighe Augustinus bescrivet.
Rotterdam, Coll. Willem de Vreese 1, bl. 105b-107b. - ca. 1500. |
| |
5. | Dicta en andere korte uittreksels.
Bij deze lijst van dicta worden, gemakshalve, enkele korte uittreksels gevoegd, die niet het uitgesproken karakter van auctoritates hebben; ze bevat, daarenboven, slechts een klein getal van het groote aantal die bestaan: niet alle verzamelingen konden voor deze gelegenheid opzettelijk worden doorzocht - bij de rapiaria kon daarvan zelfs heelemaal geen sprake zijn -, en vele zijn niet dadelijk herkenbaar, daar ze den aanhef Augustinus seit missen òf deze vervangen is door een leerre seit of iets dergelijks. In hoeverre dèze (en in 't algemeen dé) dicta aan een reeds bestaande vertaling van een bepaald werk ontleend, of wel opzettelijk, om hun zelfs wil, vertaald zijn (hetzij dan naar het oorspronkelijke werk van S. Augustinus, hetzij naar Latijnsche dicta), is vooralsnog niet uit te maken.
1. | Amsterdam, Univ. Bibl. I G 19 (= hs. Moll 32, n.c. 541), bl. 71b. - ca. 1460. |
2. | Amsterdam, Univ. Bibl. I G 25 (= hs. Moll 52, n.c. 554), bl. 49a-b. - ca. 1470. |
3. | Amsterdam, Univ. Bibl. 1 G 34 (= hs. Moll 23, n.c. 528), bl. 62a. - ca. 1500. Het geheele handschrift beschreven bij Willem de
|
|
| |
| |
|
| Vreese, De handschriften van Jan van Ruusbroec's werken (Gent, 1902), blz. 351 vlgg. |
4. | Amsterdam, Univ. Bibl. I G 38 (= hs. Moll 27, n.c. 536), bl. 17b. - ca. 1460. |
5. | Amsterdam, Bibl. Kon. Acad. v. Wetensch. 30, bl. 123a-127a. - 15de eeuw. |
6. | Amsterdam, Coll. J. Six 5, bl. 85b. - ao 1430. |
7. | Amsterdam, Coll. G. Rueter, bl. 154b. - ca. 1465. |
8. | Amsterdam, N.V. Frederik Muller & Co., Cat. 17-19 Juni 1912, nr. 2, bl. 225a: Dit is wt sante Augustinus regule. - ca. 1525. Dit handschrift was herkomstig uit de bibliotheek van Sir Phillipps te Cheltenham, nr. 719. Verg. R. Priebsch, Deutsche Handschriften in England, dl. 1 (Erlangen, 1896), blz. 72. |
9. | Amsterdam, N.V. Frederik Muller & Co., Cat. 17-19 Juni 1912, nr. 3, bl. 117a. - ca. 1480. |
10. | Antwerpen, Plantijnsch Mus. 218, bl. 1b. - ca. 1470. |
11. | Berlijn, Preussische Staatsbibl. ms. germ. qu. 1086 (= V. Arnswaldt 3143), bl. 95d. - ca. 1470. |
12. | Breslau, Univ. Bibl. IV. 12o. 5, bl. 137a-b. - ao 1486. |
13. | Brussel, Kon. Bibl. 837-845, bl. 116b, 133a. - ca. 1460. |
14. | Brussel, Kon. Bibl. 3005-'8 (n.c. 3, 1993), bl. 70a-85b. - ao 1552. |
15. | Brussel, Kon. Bibl. 3067-'73 (n.c. 3, 2362), bl. 40b-41a. - ca. 1360. Zie Willem de Vreese, a.w. blz. 642 vlgg. |
16. | Brussel, Kon. Bibl. 11231-'36 (n.c. 1, 840), bl. 147a-148b. - ca. 1500. |
17. | Brussel, Kon. Bibl. 19563 (n.c. 3, 2440), bl. 54a-b - Begin 16de eeuw. |
18. | Brussel, Kon. Bibl. II 112 (n.c. 3, 2381), bl. 15b en 121b - ca. 1460 en 1470. Het hs. is in zijn geheel beschreven bij Willem de Vreese, a.w. bl. 668 vlgg. |
19. | Darmstadt, Hessische Landesbibl. 2663, bl. 1a. - ca. 1500. |
20. | Deursen, Bibl. d. Augustinessen, bl. 1a. - Begin 16de eeuw. |
21. | Deventer, Bibl. d. Parochiekerk v.S. Lebuinus, eerste tractaat, 14de hoofdstuk. - 15de eeuw. Thans zoek. |
22. | Gent, Univ. Bibl. 1305, bl. 207a-208a, - 15de eeuw. |
23. | Gent, Univ. Bibl. 1330, bl. 139a. - ca. 1480. |
24. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 70 H 48 (n.c. 759), bl. 27a-d. - ca.1470. |
25. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 73 E 23 (n.c. 644), bl. 6b: in deme boke der innighen denken... - ca. 1460. |
|
| |
| |
|
26. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 73 G 26 (n.c. 594), bl. 1b vlgg. - ca. 1460. |
27. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 73 G 29 (n.c. 589), bl. 28a. - 15de eeuw. |
28. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 73 G 31 (n.c. 626), passim. - Einde 15e eeuw. |
29. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 73 H 16 (n.c. 648), bl. 183b-206b. - ao 1471. |
30. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 F 9 (n.c. 375), bl. 4b. - ca. 1460. |
31. | 's-Gravenhage, N.V. Martinus Nijhoff 3, bl. 217b-220a. - ca. 1535 (Sept. 1922). |
32. | 's-Gravenhage, N.V. Martinus Nijhoff 4, bl. 3a. - ca. 1565 (Oct. 1923). |
33. | 's-Gravenhage, N.V. Martinus Nijhoff 5, bl. 3b. - ca. 1500 (1923). |
34. | Groningen, Univ. Bibl. 256, bl. 54a-55b. - ao 1561. |
35. | Groningen, Univ. Bibl. 257, bl. 34b-35a. - 16de eeuw. |
36. | Groningen, Univ. Bibl. 279, bl. 171a-172b. - ao 1532. |
37. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 20, bl. 66b-76a. - ao 1529. |
38. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 22, bl. 132a-138b. - ao 1546. |
39. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 24, bl. 91a-100b. - 16de eeuw. |
40. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 26, bl. 144b-160b. - 16de eeuw. |
41. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 30, bl. 62a-70b. - id. |
42. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 31, bl. 5a-7b. - id. |
43. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 32, bl. 253a-260b. - 16de eeuw, vóór 1564. |
44. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 33, bl. 140-145. - 16de eeuw. |
45. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 36, bl. 62a-67b. - id.
Al deze Groningsche handschriften bevatten het bekende dictum van Augustinus over de ontwikkeling van het kind vóór de geboorte. Zie V. Richthofen, Friesische Rechtsquellen, blz. 240 vlg. |
46. | Haarlem, Bibl. Teyler's Genootsch. 76, bl. 4b, 117d, 195d, 273d, 276b. - ao 1430. |
47. | 's-Hertogenbosch, Bibl. Provinc. Genootsch. 639, bl. 143a vlgg. - Einde 15de eeuw. |
48. | 's-Hertogenbosch, Bibl. Provinc. Genootsch. 643, bl. 113a-114b. 2de helft 15de eeuw. |
49. | Leiden, Letterk. 222, passim. - ca. 1475. Zie een beschrijving van 't geheele hs. bij Willem de Vreese, a.w. blz. 502 vlgg. |
|
| |
| |
|
50. | Leipzig, Univ. Bibl. 1658, bl. 17a. - Einde 15e eeuw. |
51. | Leuven, Bibl. Domus Societat. Jesu 2, bl. 143a-145a, 155b. - 1480. |
52. | London, Ellis & Co. 2, bl. 111b en 119a. - ± 1480. |
53. | Lübeck, Stadtbibl. Ms. Theol. germ. 64, bl. 226b. - Einde 15de eeuw, nà 1482. |
54. | Münster i.W., Univ. Bibl. 421 (779), bl. 216a en b. - ao 1410. |
55. | Nijmegen, Bibl. Canisiuscollege, hs. zonder nummer, bl. 65a-b: van dien dat die ghedenckenisse der wonden cristi is een crachtighe medecine teghen alle becoringhe augustinus. - ca. 1545/6. |
56. | Nijmegen, R.K. Weeshuis 61, bl. 264a. - ao 1445. |
57. | Rotterdam, Gemeentebibl. 14 F 1, bl. 9a-b, 13b-17a, 33b-34a. - ao 1450. |
58. | Rotterdam, Fa. H. Berkelouw 2, bl. 76b. - ao 1435. |
59. | Rotterdam, Coll. Willem de Vreese 1, bl. 113a-114a. - Begin 16de eeuw. |
60. | Rotterdam, Coll. Willem de Vreese 2, bl. 6b-7b; 80b; 85a-b; 97a. - Begin 16de eeuw. |
61. | Utrecht, Univ. Bibl. 1026, bl. 53a. - 15de eeuw. |
62. | Weenen, Nationalbibl., olim Fideikommissbibl. 1030, bl. 141a vlgg. - 15de eeuw. |
63. | Weenen, Nationalbibl., olim Fideikommissbibl. 7944, bl. 1b. - ao 1468. |
64. | Weert, Bibl. d. Minderbroeders 15, passim. - Begin 16de eeuw. |
65. | Wiesbaden, Staatsarchiv, Hss. Abt. B, Nr. 10, bl. 119b, 131c-d en 146d-147a. - Vóór 1410. |
66. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 1, bl. 187d-188a. - ca. 1460. |
67. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 10, op los inliggend strookje papier. - ca. 1516. |
68. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 23, bl. 240b. - ao 1553. |
69. | Würzburg, Univ. Bibl. M. Ch.q. 144, bl. 138b. - ca. 1470. |
70. | Zürich, Stadtbibl. C 137, bl. 91b. - ca. 1470. |
71. | Zwolle, Emanuelshuizen 13, bl. 88a-107b, 127b vlgg., 321a. - Begin 16de eeuw. Het hs. in zijn geheel beschreven bij Willem de Vreese, a.w. 334 vlgg. |
|
| |
6. | Die epistole van S. Augustinus aen S. Cyrillus vander groetheit des heilighen Jheronimi (= Epistola ad Cyrillum Jerosolymitanum episcopum, de magnificis admirandisque sancti Hieronymi virtutibus [P L 33, 1120]). -
|
| |
| |
| Haast in alle handschriften gaat deze brief aan Cyrillus vergezeld van diens antwoord aan S. Augustinus en van den brief van Eusebius aan Damasus en Theodosius.
1. | Bonn, Univ. Bibl. 315, bl. 3a vlgg. - ca. 1460. |
2. | Bonn, Univ. Bibl. 723, bl. 70b-87a. - ao 1515. |
3. | Brussel, K.B. 2810-13 (n.c. 2, 1169), bl. 70a-79b. - ao 1512. |
4. | Brussel, K.B. II 3462 (n.c. 5, 3593), bl.28a-34a: uittreksel. - nà 1529. |
5. | Darmstadt, Hessische Landesbibl. 941. - ca. 1460. |
6. | Darmstadt, Hessische Landesbibl. 984. - ca. 1470. |
7. | Deventer, Stadsbibl. 33. - ca. 1470. |
8. | Deventer, Stadsbibl. 51. - ao 1466. |
9. | Deventer, Stadsbibl. 64. - ca. 1460. |
10. | Elseghem, Coll. de Gellinck, bl. lxxi a. -ca. 1470. Verkocht op de veiling van Dr. D.F. Scheurleer, Den Haag, 12-16 Dec. 1927, nr. 1112. |
11. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 71 G 56 (n.c. 414), bl. 44a. - ca. 1460. |
12. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 75E 18 (n.c. 413), bl. 36b-42b.- ao 1443. |
13. | Leiden, Bibl. Letterk. 351, bl. 58b-69a. - ao 1428. |
14. | Londen, Brit. Mus. Libr. Egerton-ms. 676, bl. 189a-198b. - ao 1487. |
15. | Lübeck, Stadtbibl. ms. theol. germ. 11, bl. 37b-44b. - ca. 1440. |
16. | Velp, Bibl. P.P. Capucijn. 3, bl. 202a-209a. - ca. 1500. |
17. | Wittem, Bibl. C.SS. R. 1, bl. 51c-61a. - ca. 1460. |
|
| |
7. | Een epistel de sinte Augustinus screef an enen greve daer hij hem in radet als sijnen lieven vrient te peynsen om die weldaden gods.
Velp, Bibl. PP. Capucijnen 3, bl. 150b-151b. - ca. 1500. |
| |
8. | Gebeden. - Tot een juist begrip van de mindere of meerdere volledigheid der volgende opgaven is het noodig te weten, dat van de ruim 2500 getijden- en gebedenboeken, die voor de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta behandeld zijn, slechts uit een goede paar honderd alle gebeden zonder onderscheid werden geindiceerd.
A. | Sinte Augustijns ghebet op die seven psalmen.
1. | Fulda, Landesbibl. Aa 124, bl. 197b. - Einde 15de eeuw. |
2. | Londen, Brit. Mus. Libr. Add Ms. 17445, bl. 48b. - ca. 1460. |
3. | Luik, Univ. Bibl. hs. Wittert 44, bl. 15a-23a. - 17de eeuw. |
4. | Oss (N.B.), Coll. J. Cunen 3, bl. 158a-159b. - ao 1470. |
|
|
| |
| |
|
B. | Sinte Augustijn maecte dit gebet in sijn uterste, Incipit: ‘Mijn god, mijn ontfermherticheit, mijn toevlucht, di begheer ic...’.
1. | Amsterdam, Coll. J. Six 3, 106a-b. - ca. 1490. |
2. | Leiden, Univ. Bibl. BPL 224, bl. 278a-b. - ca. 1460. |
3. | Leipzig, Univ. Bibl. 1658, bl. 17b-18b. - einde 15de eeuw. |
4. | Weert, Bibl. d. Minderbroeders 14, bl. 180a-b. - ao 1482. |
|
| |
C. | Sancte Augustinus ghebet vander heiliger drievoldicheit... ende die heylige engel hevet gedicht. Vertaling van de Meditationes, cap. 40 (PL 40, 938vlgg.).
1. | Amsterdam, Bibl. Kon. Akad. v. Wetensch. 36, bl. 7a-11a. - ca. 1350. |
2. | Antwerpen, Coll. Grüter, ed. F. Prims, Een Limburgsch Gebedenboek, blz. 10 vlg. - 15de eeuw. |
3. | Brussel, Kon. Bibl. 2905-'9 (n.c. 1 836), bl. 140b-143a. - Eerste helft 15de eeuw. |
4. | Brussel, Kon. Bibl. 3014-'15 (n.c. 1, 837), bl. 36b. - Tweede helft 15de eeuw. |
5. | Brussel, Kon. Bibl. 3059 (n.c. 3, 2425), bl. 54b. - ao 1549. |
6. | Brussel, Kon. Bibl. 11171 (n.c. 1, 839), bl. 113a-115b. - 15de eeuw. |
7. | Brussel, Kon. Bibl. 19551 (n.c. 1, 842), bl. 52b-56a. - ca. 1480. |
8. | Brussel, Kon. Bibl. 21953 (n.c. 1, 845), bl. 1a-4b. - 15de eeuw. |
9. | Burgsteinfurt, Fürstl. Bibl. B 41 (hs. 3), bl. 23a. - ca. 1480. |
10. | Den Haag, Kon. Bibl. 131 H 19 (n.c. 629), bl. 44b-51b. - ca. 1500. |
11. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Museum 107, bl. 55a-62a. - Begin 16de eeuw. |
12. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Museum 108, bl. 78b-80b. - Begin 16de eeuw. |
13. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Museum 111, bl. 136a-139a. - Begin 17de eeuw. |
14. | Leuven, Univ. Bibl. D 380, bl. 7b vlgg. - Begin 16de eeuw. |
15. | Rotterdam, Gemeentebibl. 14 F 3, bl. 45b. - ca. 1480. |
|
| |
D. | Dit gebet daer alle die passie ons heren inbegrepen is heeft gemaect die heilighe bisscop... augustijn. Vertaling van de Oratio de tota passione domini, als incunabel gedrukt door Georg Stuchs, Nürnberg, ca. 1490 (zie den Gesamtkatalog der Wiegendrucke 3, 2985).
Haarlem, Bibl. Bisschopp. Mus. 108, bl. 141b-142b. - Begin 16de eeuw. |
|
| |
| |
|
E. | Gebed tot J.C. Incipit: ‘Ic dancke di dat ic in den kersten ghelove bin...’
1. | Antwerpen, Coll. Em. de Bom 2, bl. 134b-135a. - ca. 1525. |
2. | Antwerpen, Coll. Grüter, ed. F. Prims, Een Limburgsch Gebedenboek, blz. 27-28. - 15de eeuw. |
3. | Darmstadt, Hessische Landesbibl. 1962. - ca. 1530. |
4. | 's-Gravenhage, N.V. Martinus Nijhoff 3, bl. 147a-148a. - ca. 1535 (Sept. 1922). |
5. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Museum 107, bl. 48a-50b. - Begin 16de eeuw. |
|
| |
F. | Gebed tot J.C. Incipit: ‘O Alre soetste heer Jesu Criste die ut den scoet des vaders almachtich ghesent biste in die werelt om die sonden of te doen...’ Behoort eigenlijk tot de gebeden, verzameld door Alcuinus: zie P L 101, bl. 476 vlgg.
1. | Amsterdam, Coll. J. Six 3, bl. 97b vlgg. - ca. 1490. |
2. | Antwerpen, Coll. Grüter: ed. F. Prims, Een Limburgsch Gebedenboek, blz. 31-33. - 15de eeuw. |
3. | Brussel, Kon. Bibl. 2905-'9 (n.c. 1, 836), bl. 136a-140b. - Eerste helft 15de eeuw. |
4. | Brussel, Kon. Bibl. 11171 (n.c. 1, 839), bl. 169b-172b. - 15de eeuw. |
5. | Douai, Bibl. publ. 1175, bl. 4a vlgg. - ca. 1475. |
6. | Gent, Coll. Mevr. Kervijn de Merendree, bl. 101a. - ca. 1460. |
7. | 's-Gravenhage, Mus. Meerm.-Westreen, 10 F 3, bl. 130a. - ca. 1480. |
8. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Mus. 108, bl. 75a-78b. - Begin 16de eeuw. |
9. | Heidelberg, Univ. Bibl. ms. Trübner 41, bl. 138a-140b. - ca. 1460. |
10. | Leuven, Univ. Bibl. D 380, bl. 77b-81a. - 15de eeuw. |
11. | Noordwijk, Coll. F.C. Wieder, 189b-198a. - 2de helft 16de eeuw; niet vóór 1569. |
12. | Rome, Bibl. Casanatense 479, bl. 94a-98b. - Einde 15e eeuw. |
13. | Wernigerode, Fürstl. Bibl. Z d 36, aan 't slot. - ao 1577. |
14. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 23, bl. 149b-153a. - ao 1553. |
|
| |
G. | Gebed tot God den Vader. Incipit: ‘O God weest mi sondare genadich ende een behueder alle der dage mijns levens...’
|
|
| |
| |
|
|
1. | Amsterdam, Coll. J. Six 3, bl. 130a-131b. - ca. 1490. |
2. | Antwerpen, Coll. Grüter: ed. F. Prims, Een Limburgsch Gebedenboek, blz. 37-38. - 15de eeuw. |
3. | Brussel, Kon. Bibl. 19551, bl. 41a. - ca. 1480. |
4. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Mus. 107, bl. 52a-54a. - Begin 16de eeuw. |
5. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Mus. 108, bl. 89b-90b. - Begin 16de eeuw. |
|
| |
H. | Gebed tot God, welck gemaect heeft ons heilige vader sancte Augustinus inder uren als hi sterven sonde. Incipit: ‘O mijn scepper, mijn god, mijn verlosser...’
1. | Antwerpen, Coll. Em. de Bom 2, bl. 105a-b. - ca. 1525. |
2. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Mus. 101, bl. 15a-16a. - Einde 15de eeuw. |
3. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Mus. 107, bl. 50b-52a. - Begin 16de eeuw. |
4. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 23, bl. 186b. - ao 1553. |
|
| |
I. | Gebed tot het H. Sacrament. Incipit: ‘O minne die altoes barnes...’
1. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Mus. 14, bl. 284b-286b. - ca. 1490. |
2. | Rotterdam, Gemeentebibl. 14 F 13, bl. 13b. - ca. 1480. |
3. | Sint-Petersburg, Nation. Bibl. ms Goll. O.I. 2, bl. 51a-53a. - ca. 1470. |
4. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 23, bl. 118b-120a. - ao 1553. |
|
| |
K. | Gebeden tot O.L. Vrouw (verschillende).
1. | Antwerpen, Coll. Grüter: ed. F. Prims, Een Limburgsch Gebedenboek, blz. 189-190. - 15de eeuw. |
2. | Antwerpen, Coll. Grüter: ibidem, blz. 190-191. - 15de eeuw. |
3. | Brussel, Kon. Bibl. 2883 (n.c. 3, 2367), bl. 126a: berijmd gebed. Zie Willem de Vreese, a.w. blz. 603 vlgg. - ca. 1440. |
4. | Noordwijk, Coll. F.C. Wieder, bl. 265a-275b. - 2de helft der 16de eeuw, niet vóór 1569. |
5. | Rome, Bibl. Vaticana, Vat. lat. 9216, bl. 164b vlg.: Drie oracien tot onser Vrouwen. - ca. 1525. |
6. | Wiesbaden, Staatsarchiv. Hss Abt. B. no 10, bl. 120a-d. - ao 1410. |
|
| |
L. | Gebeden, die elk slechts in één handschrift aangetroffen zijn.
1. | Aardenhout, Coll. J.F.M. Sterck 6, bl. 121a-124b. - ca. 1550. |
|
|
| |
| |
|
|
2. | Amsterdam, Coll. J. Six 3, bl. 101a-108b. - ca. 1490. |
3. | Amsterdam, Coll. J. Six 8, bl. 106b. - ao 1515. |
4. | Amsterdam, Coll. L.F. Boekenoogen 3, bl. 189b. - ca. 1450. |
5. | Antwerpen, Coll. Em. de Bom 2, bl. 136b. - ca. 1525. |
6. | Antwerpen, Coll. Grüter: ed. F. Prims, Een Limburgsch Gebedenboek, blz. 34, 35, 36, 37, 120. Zes gebeden. - 15de eeuw. |
7. | Brussel, Kon. Bibl. 11231-'36 (n.c. 1, 840), bl. 205b-206b. - ca. 1500. |
8. | Brussel, Kon. Bibl. 21953, bl. 55a. - 15de eeuw. |
9. | 's-Gravenhage, K.B. 73 G 29 (n.c. 589), bl. 23b-24b. - 15de eeuw. |
10. | 's-Gravenhage, K.B. 133 F 1 (n.c. 347), bl. 147b-150b. - nà 1450. |
11. | 's-Gravenhage, K.B. 133 H 1 (n.c. 350), bl. 62b vlg. - 2de helft 15de eeuw. |
12. | 's-Gravenhage, K.B. 133 H 12 (n.c. 388), bl. 36b-41a. - Begin 16de eeuw. |
13. | 's-Gravenhage, Mus. Meerm. Westr. 10 F 2, bl. 210a. - ca. 1460. |
14. | 's-Gravenhage, N.V. Martinus Nijhoff 4, bl. 3a. - ca. 1565. (Aug. Sept. 1923). |
15. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Museum 107, bl. 54a-55a. Twee gebeden. - Begin 16de eeuw. |
16. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Museum 110, bl. 56b-59a. - ao 1501. |
17. | Leipzig, Univ. Bibl. 1658, bl. 17b-22b. Twee gebeden. - Einde 15de eeuw. |
18. | Londen, Brit. Mus. Libr. Add. Ms. 29985, bl. 95a. - ca. 1480. |
19. | Londen, Brit. Mus. ms. Egerton 677, bl. 77b. Van eender sueter ende corter contemplacien die eens op eenen tijt hadde onse lieve vader Augustinus. - Einde 15de eeuw. |
20. | Lübeck, Stadtbibliothek, ms. theol. germ. 64, bl. 219a. - Einde 15de eeuw, nà 1482. |
21. | Mühlhausen (Elzas), Bibl. Société Industrielle, Coll. Weiss 2, bl. 32a. - ca. 1460. |
22. | Nijmegen, Canisiuscollege 1, bl. 65b en 76b. - ca. 1545. |
23. | Oxford, Bibl. Bodl. Cod. Misc. Liturg. 217, bl. 61b-73b. - Einde 15de eeuw. |
24. | Rotterdam, Coll. Willem de Vreese 1, bl. 91b-93a. - Begin 16de eeuw. |
25. | St.-Petersburg, Nat. Bibl. ms. Goll. O.I. 2, bl. 51a-53a. Twee gebeden. - ca. 1470. |
26. | Utrecht, Coll. Jaling, bl. 142b. - ca. 1520. |
|
|
| |
| |
|
|
27. | Utrecht, Bibl. Aartsbisschop. Mus. 38, bl. 117b-118b. - ca. 1480. |
28. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 23, bl. 183a-184a. - ao 1553. |
29. | Würzburg, Univ. Bibl. M.ch.q. 144, bl. 138b. - ca. 1470. |
|
|
| |
9. | S. Augustinus gedachten.
1. | Cheltenham, Bibl. Phillipps 4082, bl. 60a-120b. - Begin 15de eeuw. |
2. | Utrecht, Univ. bibl. 3 L 6, bl. clxxvj c - clxxxiiij d. - ao 1445. |
3. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 4, bl. 149a-195b. - ca. 1470. |
|
| |
10. | S. Augustinus hantboec (= Manuale, PL 40, 951). - Verg., ter aanvulling, Willem de Vreese, De Handschriften van Jan van Ruusbroec's werken, bl. 527, noot 4.
1. | Amsterdam, Coll. G. Rueter, bl. 76b vlgg. - ca. 1465. |
2. | Antwerpen, Plant. Mus. 172, bl. 21a vlgg. - ca. 1460. |
3. | Bonn, Univ. Bibl. 752, bl. 301-345. - Begin 16de eeuw. |
4. | Brussel, K.B. 425, bl. 156a. - ca. 1460. |
5. | Brussel, K.B. 3005 (n.c. 3. 1993), bl. 1a-70a. - ao 1552. |
6. | Brussel, K.B. 3093 (n.c. 2, 1480), bl. 37a-98b. - 15de eeuw. |
7. | Brussel, K.B. 15110 (n.c. 2, 1168), bl. 3a-45b. - begin 16de eeuw. |
8. | Brussel, K.B. II 1278. - ao 1493. |
9. | Cheltenham, Bibl. Phillipps 4082, bl. 1a-59b. - Begin 15de eeuw. |
10. | Darmstadt, Hessische Landesbibl. 1847. |
11. | Darmstadt, Hessische Landesbibl. 1848. |
12. | Gaasdonk, Bisschöfl. Münst. Gymn. 7. - Begin 16de eeuw. |
13. | 's-Gravenhage. N.V. Martinus Nijhoff, 4, bl. 142a-164b. - ca. 1490 (Oct. 1923). |
14. | Groningen, Univ. Bibl. P.E. 8, bl. 5b-76b. - ca. 1490. - Vroeger in 't bezit van A. Ypey, en door hem vermeld in zijn Beknopte Geschiedenis der Nederlandsche Taal (Utrecht, 1812), bl. 381 vlg. |
15. | Keulen, Stadsarch. GB 8o 73, bl. 1a-41b. - ao 1527. |
16. | olim Leuven, Univ. Bibl. 24, bl. 63a vlgg. - ca. 1550. |
17. | Londen, Brit. Mus. Libr. Ms. Egert. 677, bl. 44a-76b. - Einde 15de eeuw. Zie een beschrijving van 't geheele hs. bij Willem de Vreese, a.w. bl. 224 vlgg. |
18. | Londen, Brit. Mus. Libr., Curzon Ms (Mod. lang. 2, 5). - 15de eeuw. |
19. | Münster, Univ. Bibl. 527 (741), blz. 370, cap. 22, 23, 24. - 15de eeuw. |
|
| |
| |
|
20. | Nijmegen, Coll. Mr. Grandjean, bl. 11a-40d (initium deest). - ca. 1470. |
21. | Oxford, Bibl. Bodl. Cod. Misc. liturg. 217, bl. 241b-297b. - Einde 15de eeuw. |
22. | Parijs, Bibl. Nationale, ms. néerl. 32, bl. 79a-100a. - 15de eeuw. |
23. | Rotterdam, Gemeentebibl. 14 F 2, bl. 1a vlgg. - ca. 1470. |
24. | Rotterdam, Gemeentebibl. Z 175, bl. 56b-95a. - Einde 15de eeuw (de aanteekening op bl. 162a met de dateering ‘1482’ is apocrief). |
25. | Trier, Stadtbibl. 662, bl. 1a vlgg. - ca. 1500. |
26. | Trier, Stadtbibl. 1983, bl. 19a-62b. - ao 1512. |
27. | Weenen, Nationalbibl. 15258, bl. 1a-66b. - ca. 1460. |
28. | Weert, Bibl. d. Minderbroeders 15, bl. 128a vlgg. - Begin 16de eeuw. |
29. | Wittem, Bibl. C.SS.R. 4, bl. 101a-148b. - ca. 1470. |
30. | Wittem, Bibl. C.SS.R. 12, bl. 1a-50a. - ca. 1460. |
31. | Würzburg, Univ. Bibl., M. Ch.q., 144, bl. 40a-65b. - ca. 1470. |
Als incunabel gedrukt ‘Buten Scoenhoven in dem Hem’, 1500, Oct. 24: zie Campbell 208; Gesamtkatalog der Wiegendrucke 3, 2976; daarna herhaalde malen kort achtereen herdrukt: 1513 (twee uitgaven), 1519, ca. 1525 (twee uitgaven): zie Nijhoff-Kronenberg, Nederlandsche Bibliographie van 1500 tot 1540, nr. 149-153. |
| |
11. | Tractaat over de zeven hoofdzonden. Incipit: Augustinus sprect dat hoverde is begeerte verkeerder hoecheit...
Weenen, Nationalbibl. 311-146, olim Fideikommissbibl. 7957, bl. 52a-57b. - ca. 1410. |
| |
12. | Boec vander joncfrouscap (of: vander reinicheit). Vertaling van de virginitate (PL 40, 395).
1. | Deventer, Stadsbibl. 47. - ca. 1450. |
2. | Deventer, Stadsbibl. 51. - ca. 1466. |
3. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 F 9 (n.c. 375), bl. 4b-6a. - ca. 1460. Korte uittreksels. |
4. | Wernigerode, Fürstliche Bibl. Z b 18, bl. 4a vlgg. - ca. 1460. |
|
| |
13. | Contemplacie vander passien ons Heren Jhesu Cristi.
1. | Rotterdam, Coll. Willem de Vreese 1, bl. 93a-105b. - Begin 16de eeuw. |
|
| |
| |
|
2. | Trier, Stadtbibl. 1983, bl. 94a-103b. - ao 1512.
Het onder 1 vermelde hs. van S. Emtinck bevatte ook deze contemplatie. |
|
| |
14. | Die leeder des paradijs dat sunte Austijn ghemaect heeft. Vertaling van de Scala paradisi (PL 40, 998).
olim Leuven, Univ. Bibl. 180, bl. 84a vlgg. - ao 1530. |
| |
15. | Vander kerstenliker lere of vanden kerstenliken leven = de vita christiana (P L 40, 1044).
1. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 F 9 (n.c. 375), bl. 14b-15b. Uittreksel: Augustijn vander kersten leer. - ca. 1460. |
2. | Utrecht, Univ. Bibl. 1691 (sedert 1908; daarvóór Amsterdam, Univ. Bibl. I F 7 = hs. Moll 31, n.c. 540), bl. 112a-113a. Uittreksel, t.w. nagenoeg het geheele veertiende kapittel met het opschrift: wie dat een kersten mensche hietet te wesen. - Eerste helft der 15de eeuw; het handschrift in zijn geheel beschreven bij Willem de Vreese, a.w. bl. 363 vlgg. |
|
| |
16. | S. Augustinus meditatien = Liber meditationum, PL 40, 901 vlgg. Het 40ste hoofdstuk was als afzonderlijk gebed zeer verspreid: zie boven 8, C.
1. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 131 E 30 (n.c. 382), bl. 38b-45a: Een suete meditasi van onsen vader Augustinus = cap. 35 van het oorspronkelijke. - ca. 1540. |
2. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 F 9 (n.c. 375), bl. 20a-42b: Dit is ghenomen ex libro meditacionum beati Augustini. - ca. 1460.
R. Boitet, Beschrijving der Stadt Delft (Delft 1729), blz. 20 vlg. verhaalt, dat hij van ‘zeker oud man, bij het dorp Loemel woonende’, te leen heeft gehad ‘alleenlijk voor den tijd van twee uuren’ een handschrift op perkament ‘omtrent quarto formaat’, behelzende ‘vooraan eenige godvruchtige gebeden uit de werken van den oudvader Augustinus, en wel, zooals het... (hem) toescheen, uit zijne Meditationes ofte Bedenkingen, vertaalt door eenen Jan Goessen, priester te Oerte, een dorp bij 's-Hertogenbosch gelegen’. In aanteekeningen achteraan stond te lezen ‘dat deze Jan Goessen in den jare 1213 den 12 Maart geboren was, en zijn broeder Pieter Goessen in den jare 1215 den 4 April’; volgt nog een verhaal van een reis naar en gebeurtenissen te Delft, gedaan en beleefd door dien Jan Goessen in 1257. Zoowel de taal als de jaartallen en de gebeurtenissen zijn blijkbaar apocrief. |
|
| |
| |
17. | Van der groter mynnen gods ende hoe god te mynnen is bescrivet die eerwaerdige Augustijn.
1. | Praag, Lobkowitze Bibl. 553: S. Augustijn segt vander minne. - 15de eeuw. Of dit stuk hier thuishoort, is onzeker. |
2. | Rotterdam, Coll. Willem de Vreese 1, bl. 107b-109a. - ca. 1500. |
|
| |
18. | Een groot myrakel dat St. Augustinus vertellende van S. Steven, den heiligen Martelaar.
Brussel, Kon. Bibl. 19408-'9 (n.c. 5, 3389), bl. 77b-78b. Ontleend aan de miraculis SS. protomartyris S. Stephani libri duo (PL 41, 833). - 15de eeuw. |
| |
19. | Sinte Augustijns oeffenisse onder die misse, seer devoet.
's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 F 20 (n.c. 337a), bl. 107a-112b. - ca. 1450. |
| |
20. | Vander oetmoedicheit ons heren ihesu cristi ende bescriuet die mynlike leerre augustinus.
Rotterdam, Coll. Willem de Vreese 1, bl. 114a-116b. - ca. 1500. |
| |
21. | S. Augustinus overpeinsinge vander passien ons heren jhesu cristi.
1. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 F 9 (n.c. 375), bl. 158a-161b. - Begin 16de eeuw. |
2. | Rotterdam, Gemeentebibl. 16 E 2, bl. 317a-324a. - ca. 1505. |
|
| |
22. | Vanden quade des achterclappes Augustinus.
1. | Leiden, Univ. bibl. B P L 2231, bl. 137c. - ca. 1425. |
2. | Utrecht, Univ. bibl. 3 L 6, bl. xcvi d-xcviii c. - ao 1445. |
|
| |
23. | Sinte Austijn vraghede onsen here ene questie.
Brugge, Bibl. bisschopp. Seminarie, hs. 72/175, bl. 40a-b. - ca. 1470. Uitgegeven in de Dietsce Rime door K. de Gheldere (Brugge, 1896), bl.45. |
| |
24. | S. Augustijns Regule = Regula ad servos Dei (PL 32, 1377 en 1449). - In de meeste handschriften gaat de Regel vergezeld van den commentaar van Hugo de Sancto Victore (metter glose, bedudinghe, bediedenesse, expositie, utdelinghe), hetzij beide stukken, elk in zijn geheel, aan elkander voorafgaan, hetzij elk artikel van den regel, bijwijze van ‘tekst’, en dan ook door grooter en zwaarder schrift onderscheiden, onmiddellijk door den commentaar op dat artikel wordt gevolgd. Sommige handschriften geven het een én het andere. Statuten, die op den Regel gebaseerd zijn, en waarin deze minder of meer woordelijk verwerkt is, blijven hier buiten beschouwing. Kort uittreksel zie onder Dicta.
|
| |
| |
|
1. | Antwerpen, Plantijnsch Museum 418: regel der zusters Augustinessen, - ao 1710. |
2. | Brugge, Gemeentebibl. hs. 385, geschreven in 1409 (teksthandschrift van de uitgave van K. de Flou, die blz. xv zijner inleiding ten onrechte zegt, dat het handschrift ‘het jaartal 1407 draagt’. Zie ten overvloede het colophon, blz. 111 in zijne eigen uitgave. |
3. | Brussel, K.B. 2192 (n.c. 6, 4117). - ao 1500. Vermeld door De Flou, blz. xi. |
4. | Brussel, Kon. Bibl. 3010 (n.c. 6, 3807). - Begin 16de eeuw. |
5. | Brussel, Kon. Bibl. II 297 (n.c. 3, 2358), bl. 1-8. -2de helft 15de eeuw, ca. 1479. Vermeld bij De Flou, blz. xii; in zijn geheel beschreven bij Willem de Vreese, De Handschriften van Jan van Ruusbroec's Werken, blz. 681 vlgg. |
6. | Brussel, Kon. Bibl. II 563 (n.c. 6, 3638). - ao 1553. |
7. | Brussel, Kon. Bibl. II 1278 - ao 1493. |
8. | Brussel, Kon. Bibl. II 3041. - Tweede helft 18de eeuw. |
9. | Brussel, Kon. Bibl. II 3291 (n.c. 6, 3640). - 16de eeuw. |
10. | Brussel, Sint-Michielscollege 1, bl. 3a vlgg. - ao 1517. |
11. | Darmstadt, Hessische Landesbibl. 983. - ca. 1470. |
12. | Deursen, Bibl. Augustinessen, bl. 9a-61b. - Begin 16de eeuw. |
13. | Gaasdonk, Bibl. d. Bischöfl. Gymnasium, hs. 5. - Begin 15de eeuw. |
14. | Gent, Univ. bibl. 375, in: Cort begryp der constitutien van de eremyten order van den H. Vader Augustinus, door den Eerw. Pater Nicasius Basius. - ao 1717. Vermeld door De Flou, blz. xii. |
15. | Gent, Univ. bibl. 379, bl. 1a-12b. - ao 1739. Vermeld door De Flou, bl. xii-xiii. |
16. | Gent, Univ. bibl. 607, bl. 34a-85c. Regel voor de Brigittinessen. - ao 1500. Vermeld door De Flou, blz. ix-x en uittreksels bl. 260-262. |
17. | Gent, Univ. bibl. 1101, 1, bl. 88a vlgg. Regel der Augustinessen. - Midden 15de eeuw. |
18. | Gent, Univ. bibl. 1357, bl. 1a vlgg. - ao 1562. |
19. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 70 H 67 (n.c. 831). - ao 1504. |
20. | 's-Gravenhage, 73 G 6 (= Weesper hs. nr. 8; n.c. 422 en 833). bl. 1a-52b. - ca. 1460. Reeds vermeld door De Flou, bl. x. |
21. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 73 H 2 (hs. Maastricht 413; n.c. 835), bl. 1a-15b. - ca. 1464. Reeds vermeld bij De Flou, bl. x. |
|
| |
| |
|
22. | 's-Gravenhage, K.B., 133 G 4 (n.c. 859), bl. 156b-178a. Regel voor de Brigittenessen, - nà 1652. |
23. | 's-Gravenhage, K.B. 133 H 9 (n.c. 601), bl. 35a vlgg. - ao 1457. Afkomstig uit de bibl. van Is. van Harderwijk: zie zijn auctiecatalogus, 1848, hs. nr. 6. |
24. | Groningen, Univ. Bibl. 216, bl. 1a (= hs. Maastricht 413). - ao 1435. Reeds vermeld bij De Flou, t.a.p. |
25. | Haarlem, Bisschoppelijk Museum 120, bl. 53a-67a. - ao 1422. Voorheen in het bezit van Is. Le Long (zie zijn auctiecatalogus, 1744, ms. oct. 15), Jacob Marcus (auctiecatalogus, 1750, ms. in oct. 35), J. Enschedé (auctiecatalogus, 1867, nr. 733). |
26. | Haren, Bisschoppelijk Seminarie 7, bl. 332a-377a. - ao 1648. |
27. | Leiden, Bibl. Letterk. 606, bl. 4a vlgg. - ca. 1460. Reeds vermeld door De Flou, blz. x en de geheele tekst van den Regel, door hem als tweede bijlage, blz. 249-259, naar dit hs. gedrukt. |
28. | Londen, J. Tregaskis, Cat. 757, nr. 596. - 15de eeuw. |
29. | Luik, Univ. Bibl., hs. Wittert 54, bl. 1a-161b. - 16de eeuw. |
30. | Megen, Bibl. d. Minderbroeders, bl. 150a-172b. - ao 1695. |
31. | Oudenaarde, Stadsbiblioth. 14, bl. 1a vlgg. - ao 1559. Reeds vermeld door De Flou, blz. x-xi, de Regel als vierde bijlage naar dit hs. geheel afgedrukt, blz. 263-273. |
32. | Parijs, Bibl. de l'Arsenal 8217, bl. 1a-11a. - Einde 14de eeuw, nà 1374. Het handschrift is herkomstig uit de bibliotheek van het Rooklooster bij Brussel, wiens bewoners in 1373 het kleed der reguliere kanunniken hebben aangenomen; bij deze gelegenheid kan de codex geschreven zijn. Zie een beschrijving van 't geheele hs. bij Willem de Vreese, De Handschriften van Jan van Ruusbroec's werken, blz. 266 vlgg. |
33. | Rotterdam, Gemeentebibl. 14 F 1, bl. 61b-67a: uittreksel. - ao 1450. |
34. | Uden, Bibl. d. Brigittinessen 10. - begin 16de eeuw. |
35. | Uden, Bibl. d. Brigittinessen 13. - 17de eeuw. |
36. | Uden, Bibl. d. Brigittinessen 14. - ao 1728. |
37. | Uden, Bibl. d. Brigittinessen 18. - Midden 16de eeuw. |
38. | Uden, Bibl. d. Brigittinessen 25. - ao 1736. |
39. | Weenen, Nationalbibl., olim Fideikommissbibl. 7944, bl. 2a-14a. - ao 1468. |
40. | Weert, Bibl. der Minderbroeders, 11, bl. 11a-169a. - 15de eeuw. |
41. | Westmalle, Abdij der Trappisten 2, bl. 1a vlgg. - Begin 17de eeuw.
|
|
| |
| |
|
| Sint augustijn inden boec vander reinicheit. Zie boven 13. |
|
| |
25. | Sente augustijns waerde vanden scouwene ons heren ihesus christus, ofte vanden waerde gods dat men den gods sone heeten mach (uit het Hantboec?).
Parijs, Bibl. Nat. ms. néerl. 32, bl. 79a-100a. - 15de eeuw. |
| |
26. | Uth deme boke van der samwitticheyt dat sunte Augustinus ghemaket hefft.
's-Gravenhage, Kon. Bibl. 73 E 23 (n.c. 644), bl. IIIa-Vc. - ca. 1460. Sterk Middelnederduitsch gekleurd. |
| |
27. | Sermoenen. - Een Middelnederlandsche vertaling van de verzamelde sermoenen en homelieën van S. Augustinus (P L 38, 39, 40) is nog niet gevonden, en zal ook wel niet bestaan. In het grootste aantal tegelijk komen ze voor in sommige homiliaria de tempore en de sanctis, alsook in een verzameling die gewoonlijk betiteld is sermoenen of homilien der heilighen vaders. De sermoenen vander gehoersamheit, vander kercwijngen, die tot sinen broeders inder woestinen komen herhaaldelijk afzonderlijk voor, en worden daarom hier afzonderlijk behandeld. Aangezien honderden Middelnederlandsche sermoenen en ‘sermoenboeken’ bestaan, zijn er van deze drie waarschijnlijk meer handschriften, dan hier vermeld wordt. Ten slotte volgen de codices, die elk één sermoen van S. Augustinus bevatten.
1. | Berlijn, Preussische Staatsbibl. ms. germ. oct. 188, bl. 213b. - 15de eeuw. |
2. | Brugge, Bibl. Bisschoppelijk Seminarie 197/122, passim. - ao 1528. |
3. | Brussel, Kon. Bibl. 2190-'91 (n.c. 5, 3371), bl. 133a-148b. - ca. 1470. |
4. | Brussel, Kon. Bibl. 2283 (n.c. 2, 1167), bl. 3a-60a. - ca. 1440. |
5. | Brussel, Kon. Bibl. II 1518 (n.c. 3, 1989). - ca. 1500. |
6. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 70 H 4, bl. 1-224: Sermoenen en homelieën der heilige vaders. - ca. 1470. |
7. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 75 E 12 (n.c. 532), homelieën, zomerstuk. - ao 1467. |
8. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 75 E 13 (n.c. 531), homelieën, winterstuk. - ao 1466. |
9. | 's-Gravenhage, Bibl. v.h. St. Aloysiuscollege 6, bl. 229b. Homelieën, winterstuk. - ao 1540. |
|
| |
| |
|
10. | Haarlem, Bissch. Mus. 77, bl. 148a-160a, homelieën, zomerstuk. - ao 1493. |
11. | Leiden, Univ. Bibl. B P misc. 2160. - ao 1520. |
12. | Leiden, Bibl. Letterk. 336. Homelieën. - ao 1534. |
13. | Stuttgart, Württemberg, Staatsbibl. ms. theol. et philos. 4o 140, bl. 103a-109b en 115b-116b. Homelieën. - ca. 1460. |
14. | Weenen, Nationalbibl. 15416, passim. - ca. 1470.
Sermoen van onser lieven vrouwen bootscap. |
15. | Brussel, St. Michielscollege 3, 194b-197b. - ca. 1480. |
16. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 70 E 13, bl. 16a. - ao 1478. |
17. | 's-Hertogenbosch, Bibl. Provinc. Genootschap 647, bl. 149a-153a. - Begin 16de eeuw. |
18. | Roermond, Coll. P.J.M. van Gils, 1, bl. 20b-22b. - Einde 15de eeuw.
Sermoen vander gehorsamheit. (PL 40, 1344). |
19. | Berlijn, Preuss. Staatsbibl. ms. V. Arnsw. 3113. - ao 1523. |
20. | Düsseldorf, Landesbibl. C 25, bl. 179c-180d. - ca. 1500. |
21. | Weenen, Nat. Bibl. 13655, bl. 85a-b. - ca. 1500. |
22. | Zwolle, Bibl. d. Emanuelshuizen 18, aan 't slot. - 2de helft 15de eeuw.
Sermoen in dedicatione ecclesiae (PL 46, 1000). |
23. | Gent, Univ. Bibl. 1300, bl. 186a vlgg., vertaald door Pater Carel Struven. - 17de eeuw. |
24. | Parijs, Bibl. de l'Arsenal 8206, bl. 54a vlgg. Sinte Augustiins sermoen inde Kercwiinghe en een tweede sermoen de eadem. - ao 1471.
Ad Fratres in eremo. (PL 40, 1235 sqq). |
25. | Amsterdam, Univ. Bibl. I G 47 (n.c. 564), bl. 173-254. - 15de eeuw. |
26. | Berlijn, Preuss. Staatsbibl., ms. V. Arnsw. 3113, bl. 154a-199d. - ao 1523. |
27. | Brussel, Kon. Bibl. 2190-91, blz. 70-133. - 2de helft 15de eeuw. |
28. | Brussel, Kon. Bibl. 2283 (n.c. 2, 1167), bl. 3a-60a. - ca. 1440. |
29. | Deventer, Stadsbibl. 36. - ao 1459. |
30. | Düsseldorf, Landesbibl. C 25, bl. 134a-179b. - ca. 1500. |
31. | Velp, Bibl. PP. Capucijn. 3, bl. 79a-150a. - ca. 1500.
|
|
| |
| |
|
| Alleenstaande sermoenen. |
32. | Berlijn, Preussische Staatsbiblioth. ms. germ. oct. 29, bl. 44a vlgg.: vanden drucke onser liever vrouwen maria. - ca. 1470. |
33. | Brussel, St.-Michielscollege, Bibl. d. Bollandisten, 3, bl. 198a-199b: twee sermoenen van O.L. Vrouw. - ca. 1480. |
34. | Gent, Univ. Bibl. 1300, bl. 1a vlgg. Sermoen ofte prefacie sint Augustijns op den lxiiij psalm des souters, vertaald door Pater Carel Struven. - 17de eeuw. |
35. | Gent, Univ. Bibl. 1330, bl. 26b vlgg.: Sint Augustijn seet int sermoen van Alleluya in den saterdach van septuagesima. - ca. 1480. |
36. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 71 H 24 (n.c. 705), bl. 157a: in een sermoen vanden advente. - ca. 1470. |
37. | 's-Hertogenbosch, Bibl. Provinc. Genootsch. 647, bl. 156b-159a en 162b vlgg. - Begin 16de eeuw. |
38. | Leiden, Univ. Bibl. B P cod. misc. 2231, bl. 142d: sermoen van dwaes ordel te scouwen. - ca. 1425. |
39. | Parijs, Bibl. de l'Arsenal 8206, bl. 50a-53a: in anniversario ordinacionis sue. - ao 1471. |
40. | Utrecht, Univ. Bibl. 3 L 6, bl. Cd-Cib: Sancte Augustinus in enen sermoen van dwaes ordel te scuwen. - ao 1445. |
41. | Utrecht, Univ. Bibl. 3 L 6, bl. Cxiijc-Cxiiijd: sunte Augustinus sermoen vander aelmisse. = ao 1445. |
42. | Weenen, Nationalbibl. 311-346, olim Fideikommissbibl. 7957, bl. 134a-140a. ca. 1350. |
43. | Weert, Bibl. d. Minderbroeders 5, bl. 138b-139b. - ca. 1460. |
44. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 F 9 (n.c. 375), bl. 9a-10a. Uittreksel: Sinte augustijn in een sermoen. - ca. 1460. |
|
| |
28. | Een jongher vraghede sinte augustijn vader wat is een ziele... Naar het eerste der hier genoemde handschriften uitgegeven bij K. de Gheldere, Dietsce Rime (Brugge, 1896), blz. 47-48.
1. | Brugge, Bibl. Bisschopp. Seminarie 72/175, bl. 42a-43a. - ca. 1430. |
2. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 12, bl. 163b. - ca. 1460. |
3. | Würzburg, Univ. Bibl. M.ch.q. 144, bl. 136b-137a. - ca. 1470. |
|
| |
29. | Souter. - Sint Augustinus psalter, gewoonlijk voorafgegaan door een proloog vanden love der psalmen, die tweeërlei is: A. Die sanc der psalmen heilicht dat lichame enz., uitgegeven bij Lelong, Boek-zaal der Nederduitsche Bijbels, 2de uitg. (1764), blz. 264-267, en bij Ebbinge Wubben,
|
| |
| |
| Middelnederlandsche vertalingen, van het Oude Testament (Den Haag, 1903), blz. 161-163. Volgens hs. Haarlem, Bisschopp. Mus. 104. (nr. 12 hieronder) zou deze lof ontleend zijn aan dat boec vanden gheest ende vander sielen van S. Augustinus; edoch, zooals ook Pater Bonaventura Kruitwagen in zijn Catalogus van de handschriften en boeken van dat Museum, blz. 91, reeds heeft medegedeeld, is in het werk de spiritu et anima ‘niets van dien aard te vinden’. - B. O heer almachtige god coninck der ewiger uren is de vertaling van het stuk dat te vinden is P L 40, 1135 en steeds vóór de incunabels staat. Zie verder Kruitwagen en Ebbinge Wubben t.a.p.
1. | Amsterdam, Coll. J. Six 10, bl. 10a-13b. - Begin 16de eeuw. Proloog A. |
2. | Amsterdam, M. Hertzberger, Cat. 43 (Aug. 1928), nr. 35, bl. 98a-115b. - ca. 1540. |
3. | Berlijn, Preussische Staatsbibl. ms. germ. oct. 331 (Ebbinge Wubben zegt ten onrechte 1133), bl. 248a-250a. - ca. 1460. Proloog A. |
4. | Brussel, Kon. Bibl. 11231-'36 (n.c. 1, 840), bl. 99a-106b. - ca. 1500. Geen proloog. |
5. | Gerwen, Coll. A. Frenken 2, bl. 57a-66b. - ca. 1535. Proloog B. |
6. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 73 F 26 (n.c. 143), bl. 11a vlgg. - 2de helft 15de eeuw. Proloog A. |
7. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 76 F 19 (n.c: 138), bl. 10a-12b. - ca. 1450. Proloog A. |
8. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 D 26 (n.c. 137), bl. 11a-13b. - ao 1427. Proloog A, teksths. van Ebbinge Wubben. |
9. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 G 26 (n.c. 139), bl. 1a-3b. - ca. 1450. Proloog A. |
10. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 G 28 (n.c. 140), bl. 13a vlgg. - ca. 1450. Proloog A. |
11. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Mus. 103, bl. 1a-10b. - ca. 1500. Proloog B. |
12. | Haarlem, Bibl. Bisschopp. Mus. 104, bl. 1a-2b. - Einde 15de eeuw. Proloog A. |
13. | 's-Hertogenbosch, Bibl. Provinc. Genootsch. 639, bl. 128a-133b. - Einde 15de eeuw. Proloog B. |
14. | Kopenhagen, Univ. Bibl. Am. 69, 8o, bl. 184b vlgg. - ca. 1480. Proloog A. |
15. | Londen, Brit. Mus. Libr. Harl. Ms. 5323, bl. 98a vlgg. - ca. 1500. |
16. | Londen, Brit. Mus. Libr. Add. Ms. 25904, bl. 18a vlgg. - ao 1530. |
|
| |
| |
|
17. | Lübeck, Stadtbibl. ms. theol. germ. 64, bl. 253b vlgg. - Einde 15de eeuw, nà 1482. |
18. | Lund, Univ. Bibl. 33 (Th. 4o5), bl. 15a-18a. - ao 1518. Proloog A. |
19. | Mariendaal, Collegium Aloysianum 2, bl. 11a-15b. - ca. 1460. Proloog A. |
20. | New York, J. Pierpont Morgan Libr. 85, bl. 52a vlgg. - ca. 1450. |
21. | Sint-Petersburg, Nation. Bibl. ms. Goll. O.v. I, no 2, bl. 13b-17b. - ca. 1480. Proloog A. |
22. | Sint-Petersburg, Nation. Bibl. ms. Goll. O.v. I, no 6, bl. 143d-146a. - ca. 1460. Proloog A. |
23. | Tongerloo, Norbertijnerabdij 6, bl. 7a vlgg. - Begin 16de eeuw. |
24. | Weenen, Univ. Bibl. 118, bl. 1a-b. - ao 1465. Proloog A. |
|
| |
30. | Dat boec vander enigher (var. eenliker) sprake sente Augustijns. Vertaling van den Soliloquiorum animae ad deum liber unus (PL 40, 863). Verg. Willem de Vreese, De Handschriften van Jan van Ruusbroec's werken, bl. 307, noot 1 en bl. 489, noot 3.
1. | Berlin, Preuss. Staasbibl. ms. germ. qu. 1079 (= V. Arnsw. 3136), bl. 1a-75b. - 15de eeuw. |
2. | Bonn, Univ. Bibl. 752, bl. 199 vlgg. - Begin 16de eeuw. |
3. | Brussel, Kon. Bibl. 19552, bl. 1a vlgg. - Begin 16de eeuw. |
4. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 129 F 8 (n.c. 421), bl. 1a vlgg. - midden 15de eeuw. |
5. | Heeswijk, Abdij v. Bern, 42, bl. 83a-165b. - einde 15de eeuw. De geheele codex beschreven bij Willem de Vreese, De Handschriften van Jan van Ruusbroec's werken, blz. 306 vlgg. |
6. | Leiden, Bibl. Letterk. 221, bl. 74a-158a. - 2de helft 15de eeuw. |
7. | olim Leuven, Univ. Bibl. 24, bl. 1a vlgg. - ca. 1550. |
8. | olim Leuven, Univ. Bibl. 62. - Einde 15de eeuw. |
9. | Rotterdam, Coll. Willem de Vreese 1, bl. 1a-91b. - Begin 16de eeuw. Het eerste blad ontbreekt. |
10. | Utrecht, Univ. Bibl. 1688, bl. 1a-30b. Fragment, uitgegeven door H.E. Moltzer. - ca. 1480. |
11. | Utrecht, Univ. Bibl. 1689, bl. 1a-30b. Uit de nalatenschap van H.E. Moltzer. - ao 1539. |
12. | Weenen, Nationalbibl. olim Fideikommissbibl. 7942, bl. 37a vlgg. - ca. 1470. |
13. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 4, bl. 1a-100a. - ca. 1470. |
14. | Wittem, Bibl. C. SS. R. 12, bl. 50b-141a. - ca. 1460. |
|
| |
| |
|
15. | ubi? destijds Zwolle, Coll. Mgr. Spitzen, bl. 171-193. - 2de helft 15de eeuw. Zie Willem de Vreese, a.w. bl. 485 vlgg.
Reeds als postincunabel gedrukt te Antwerpen, door Claes de Grave, 1514, en door Jan van Ghelen voor Barth. Jacobsz. te Amsterdam, ca. 1540. Zie Nijhoff-Kronenberg, a.w. nr. 154 en 155. |
|
| |
31. | Dat boec van der stat ons heeren = de Civitate Dei (PL 41, 13.)
1. | Brussel, Kon. Bibl. 837-845, bl. 121b: sinte augustijn inden bouc der stad gods. - ca. 1460. |
2. | Brussel, Kon. Bibl. 19588 (n.c. 1, 843), bl. 81a-82b: berijmde paraphrase van een passage uit S. Augustinus werk. - 15de eeuw. |
3. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 F 9 (n.c. 375), bl. 9a. Kort uittreksel: Sint augustijn van der stat gods. - ca. 1460. |
|
| |
32. | S. Augustinus suchtinge.
1. | Amsterdam, Univ. bibl. I G 28 (= hs. Moll 55; n.c. 555), bl. 99a: Uut St. Augustijns suchtinge. - ca. 1500. |
2. | Echt, Bibl. d. Cistercienserabdij, bl. 123a vlgg. - ca. 1460. |
3. | Groningen, Univ. bibl. P.E. 8, blz. 98a-123b. - Begin 16de eeuw. |
|
| |
33. | Vander sueticheit gods.
Rotterdam, Coll. Willem de Vreese 1, bl. 109a-113a. - ca. 1500. |
| |
34. | Sunte augustinus van drien tabernakelen.
1. | Leiden, Univ. Bibl. B P cod. misc. 2231, bl. 69b vlgg. - ca. 1425. |
2. | Utrecht, Univ. Bibl. 3 L 6, blz. xlvij a-xlviij d. - ao 1445. |
|
| |
35. | Sinte Augustijns vermanen tot synder moeder vanden pryse de caritaten godlikere ende bruederliker minne.
Brussel, Kon. Bibl. 2813 (n.c. 2, 1169), bl. 166a-185a. - ao 1512. |
| |
36. | Een vertroestinghe voer een cleynmoedich mensche die de doot te seer vreest getogen wt sinte Augustinus scriften.
Haarlem, Bibl. Bisschopp. Museum 98, bl. 97a-101a. - Einde 15de eeuw. |
| |
37. | Hondert versen van onser liever vrouwen.
1. | 's-Gravenhage, Coll. Dr. D.F. Scheurleer 2, bl. 244b-252b. - ca. 1500. |
2. | 's-Hertogenbosch, Bibl. Prov. Genootsch. 639, bl. 133c-142b. - Einde 15de eeuw. |
|
| |
| |
|
3. | München, Bayerische Staatsbibl. c g 849, bl. 259a-273b. - Begin 16e eeuw. |
|
| |
38. | Dit is die leringe der waerheit van sente augustijn. Gent, Univ. bibl. 1353, bl. 86b vlgg. - ao 1394, half mey. |
| |
39. | Het boec van den heyligen Augustinus van de gratie ende vrien wille = de libero arbitrio (PL 44, 88).
Brussel, Kon. Bibl. 4515-'17 (n.c. 3, 2463). bl. 46a-100a. - 17de eeuw. |
| |
40. | Levensbeschrijvingen, overvoering, translatie, mirakelen, exempelen, ‘insettinghe der heremyten’ van Sint Augustinus, sermoenen tot zijn gedachtenis en verheerlijking.
1. | Berlijn, Preussische Staatsbibl. ms. germ. quart 1101 (= ms. V. Arnswaldt 3113), bl. 1a-116d. - ao 1523. |
2. | Brussel, Kon. Bibl. 2190-'91 (n.c. 5, 3371), bl. 2b-59a, bl. 63b- 67b: de vita van Possidius (die hier Posidonius heet!), mirakelen en exempelen. - ca. 1470. |
3. | Darmstadt, Hessische Landesbibl. 205. - ao 1487. |
4. | Darmstadt, Hessische Landesbibl. 734. - ca. 1460. |
5. | Deventer, Stadsbibl. 36, bl. 1a vlgg. Uten leven onses gloriosen vaders S. Augustinus. - ao 1459. |
6. | Düsseldorf, Landesbibl. C 21, bl. 1a vlgg. - ao 1476. |
7. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 71 G 62 (n.c. 772), bl. 1a-120a. - Eerste helft 15de eeuw. |
8. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 71 H 6 (n.c. 762), bl. 232a-233b. Translatie en exempelen. - ca. 1500. |
9. | Leiden, Univ. Bibl. B.P. cod. misc. 2160. - ao 1520. |
10. | Londen, Brit. Mus. Add. Ms. 11417, bl. 1a vlgg. - ao 1469. |
11. | Londen, Brit. Mus. ms. Egerton 677, bl. 77a: van eender sueter ende corter contemplacien die eens op eenen tijt hadde onse lieve vader Augustinus. - ca. 1500. Zie Willem de Vreese, a.w. bl. 524 vlgg. |
12. | Maastricht, Stadsbibl. 4, bl. 4a vlgg. - ca. 1460. |
13. | München, Bayerische Staatsbibl. cg 5250, nr. 33, 2: fragment van een folioblad. - 15de eeuw. |
14. | Münster i.W., Univ. Bibl. 223, bl. 1a vlgg. - ao 1637. |
15. | Velp, Bibl. PP. Capucijnen 3, bl. 151b-155b. Exempelen en dicta betreffende S. Augustinus. - ca. 1500. |
16. | Wolfenbüttel, Landesbibl. 14, 21 Aug. 4o, bl. 100d-104a. - Ongeveer midden der 15de eeuw, in elk geval ná 1430. |
|
| |
| |
41. | Leven van de H. Monica. Zie de Bibliotheca hagiographica latina, nr. 6000.
1. | Gaasdonk, Bibl. Bischöfl. Gymn. 3, aan 't slot. Wt sante Augustinus leven van Monica sijn lieve moeder. - 15de eeuw. |
2. | Wolfenbüttel, Landesbibl. 14, 21 Aug. 4o (n.c. 3059), bl. 54a-100c. - Midden der 15de eeuw, in elk geval ná 1430. |
|
| |
42. | Bijdrage tot de iconographie van S. Augustinus.
In de hieronder genoemde handschriften komen miniaturen, penteekeningen, houtsneden enz. voor, die S. Augustinus voorstellen, hetzij met staf en boek, hetzij met staf en meestal vlammend, al of niet met een pijl doorboord, hart als attributen: de meest gewone voorstelling in Noord-Europa. Eénmaal (zie nr. 10), een andere, in de miniaturen zeer zelden voorkomende voorstelling.
1. | Antwerpen, Plant. Mus. 52, bl. 5a, vóór de civitate dei, ao 1497: te halver lijve. |
2. | Brussel, Kon. Bibl. 2088-'98 (n.c. 6, 4192), bl. 3b, vóór het Preconiale Augustini, waarschijnlijk kort nà 1537: een penteekening. |
3. | Brussel, Kon. Bibl. 16493 (n.c. 6, 3641), bl. 1, vóór Origo et propagatio ordinis S. Augustini door Balduinus de Houstra in 1745 geschreven door Fr. Johannes Baptista Verbeyst, prior van het Augustijnerklooster te Brussel: een gravure van Coenrad Lauwers. |
4. | Brussel, Kon. Bibl. II 1515 (n.c. 6, 3763), in het Cantatorium S. Huberti, bl. 12b, een penteekening, 13de eeuw. |
5. | Douai, Bibl. publ. 1175, 3b, ca. 1470. |
6. | Gent, Univ. Bibl. 607, bl. 45a: S. Augustinus in een letter D; bl. 33b: S. Augustinus tusschen twee brigittinessen. - ao 1500. |
7. | Gent, Rijksarchief 3159, Varia D, zijnde een Latijnsch getijdenboek, ca. 1500. Daarin ligt o.a. een oorspronkelijk in het hs. opgeplakte, gekleurde houtsnede: het Kind Jezus ligt te slapen in een weide omringd met een haag, waarop kraaien of raven zitten; bovenaan: ego dormio . et . cor . mevm . vigilat. In den linkerbenedenhoek geteekend H ⍃ D. Omgeven door 8 medaillons, waarin: Christus, Maria met het Kind, de H.H. Maria-Magdalena, Franciscus, Genoveva, Dominicus, Hieronymus en Augustinus, allen en buste. Het geheel nog eens gevat in een rechthoekige ‘Vlaamsche’ randversiering. |
8. | 's-Gravenhage, Kon. Bibl. 133 C 17 (n.c. 277), een getijdenboek
|
|
| |
| |
|
| ca. 1480, bl. 182b: S. Augustinus, en buste, in het oog van een lombarde D, slechts 11 mm hoog. |
9. | 's-Hertogenbosch, Bibl. Provinc. Genootsch. 639, bl. 127b: een miniatuur op perkament, op 't papier van het handschrift geplakt: S. Augustinus, vóór den Souter. |
10. | Karlshamm, Coll. Dr. K. Smith 1, bl. 110a, aan 't hoofd van een gebed tot S. Augustinus: deze, in vol ornaat, met staf en boek, ten voeten uit, aan het strand van de zee; aan zijn linkerzijde een jongetje, vlak bij 't water gezeten, bezig met een pollepel de zee in een putje te scheppen en den Bisschop deze vergeefsche pogingen te verklaren: het bekende visioen van S. Augustinus. Scheepjes op de zee, bergen op den achtergrond. Het geheel in een rechthoekige omlijsting, 54 × 56 mm. Op de lijst bovenaan links een rechthoekje, 6 × 7 mm., waarin een gouden O op rooden fond. - ca. 1530. Dezelfde voorstelling in Hs. Londen, British Mus. Libr. Add. Ms. 18851, bl. 241a: ‘Queen Jsabel's Breviary’, uit het einde der 15de eeuw (zie De Gray Birch and Jenner, Early Drawings and Illuminations... in the British Museum (London 1879), blz. 51b. Over deze voorstelling in de andere beeldende kunsten zie K. Künstle, Ikonographie der Heiligen (Freiburg, 1926), blz. 108. |
11. | Leeuwarden, Bibl. Friesch Genootsch. a.h. 19: S. Augustinus ten voeten uit. Uitgeknipte miniatuur op perkament, 96 × 45, tegen de keerzijde van bl. 20 geplakt. |
12. | Leiden, Univ. Bibl. B P L. 224, bl. 213b, ca. 1460: de H.H. Augustinus en Hieronymus. |
13. | Londen, J. Tregaskis, cat. 750, nr. 577, Regel v.S. Augustinus, 15de eeuw, ‘the first initial letter being illuminated with a miniature of St. Augustine bearing a flaming heart’. |
14. | Luik, Univ. Bibl. Hs. Wittert 13, 130a: Sint Augustinus, ten voeten uit, in het oog van een initiaal D, 19,5 m.M. hoog, aan 't begin van een gebed, waarvan de Heilige uitdrukkelijk als auteur genoemd wordt. Zie een reproductie bij Joseph Brassine, Livre d'heures de Gysbrecht de Brederode, Brussel z.j., plaat 36 (in de tafel der platen is gezegd, dat hier ‘Saint Lambert’ voorgesteld is; zeker wel een lapsus calami). |
15. | Luik, Univ. Bibl. Hs. Wittert 44, bl. 32b: een gravure. |
16. | Luik, Univ. Bibl. Hs. Wittert 46, bl. 122b: een kopergravure. |
17. | München, Bayerische Staatsbibl. cg 83, bl. 76b. |
|
| |
| |
|
18. | New York, Bibl. J. Pierpont Morgan, 85, bl. 53a. |
19. | Noordwijk, Coll. F.C. Wieder, bl. 6b: miniatuur; bl. 190a: een opgeplakte ‘metallschnitt’. 16de eeuw. |
20. | Rome, Bibl. Vaticana, Vat. lat. 9216, bl. 123a: S. Augustinus in de randversiering. |
21. | Weenen, Nat. Bibl. olim Fideikommissbibl. 7942, bl. 36a, vóór de Enighe Sprake een houtsnede met de legende: S. Augustine, ora pro nobis. |
22. | Wiesbaden, Staatsarch. Hss. Abt B. No 10, bl. 122b. Sint Augustinus ten voeten uit, met de H.H. Gregorius, Jheronimus en Ambrosius. Hoogte van de figuur: 137 m.M. Zie een verkleinde reproductie bij D. Heubach, Grisailles und Federzeichnungen der altflämischen Schule (Strassburg, J.H.Ed. Heitz, 1925), blz. 8 en pl. X. |
|
Op den band van hs. Brussel, Kon. Bibl. 275 (n.c. 3, 1581), herkomstig uit en tegen het eind der 15de eeuw gebonden in de abdij van Korsendonk, staat een stempel met den naam augustin9; en op dien van hs. Antwerpen, Plantijnsch Museum 68, een Ovidius, staan onder- en bovenaan drie rechthoekige stempels: augustin9 maria agnes, wat onwillekeurig aan de reguliere kanunniken op den Agnietenberg doet denken.
Het Plantijnsch Museum bezit een missale uit het jaar 1721, gebonden in rood fluweel met zilveren beslag en sloten. Op het middenstuk van het voorplat: S. Barbara en S. Augustinus, gegraveerd door Hendrik Verbert.
| |
Chronologisch overzicht der Dietsche Augustinus-teksten.
ca. 1350: 27, 42.
ca. 1360: 5, 15.
1394, half mei: 38.
einde 14de eeuw: 24, 32 (na 1374).
Begin 15de eeuw: 9, 1; 10, 8; 24, 13; 1409: 24, 2; vóór 1410: 5, 65; 1410: 5, 54; 8, K, 6; ca. 1410: 12.
Eerste helft 15de eeuw: 8, C, 2; F, 3; 15, 2; 1422: 24, 25; ca. 1425: 22, 1; 27, 38; 34, 1; 1427: 29, 8.
1428: 6, 13; 1430: 5, 6; 45; ca. 1430: 28, 1; 1435: 5, 58; 24, 24; ca. 1440: 6, 15; 8 K 3; 27, 4; 28; 1443: 6, 12; 1445: 3; 5, 56; 9, 2; 22, 2;
| |
| |
27, 40; 27, 41; 34, 2; 1450: 5, 57; 24, 33.
ca. 1450: 8 L 4; L 10; 12, 1; 19; 29, 7; 9; 10; 20;
1457: 24, 23; 1459: 27, 29; 1460: 6, 9;
midden 15de eeuw: 24, 17; 30, 4.
Tweede helft 15de eeuw: 5, 47; 8 C, 3; L, 11; 27, 22; 27; 29, 6; 30, 6: 15;
ca. 1460: 5, 1; 4; 13; 18; 25; 26; 30; 66; 6, 1; 5; 11; 17; 8 A 2; B 2; F 6; F 9; L 13; L 21; 10, 2; 4; 26; 29; 12, 3; 4; 15, 1; 16, 2; 24 24, 20; 27; 26; 27, 13; 43; 44; 28, 2; 29, 3; 19; 22; 30, 14; 31, 2; 32, 2.
ca. 1464: 24, 21; ca. 1465: 5, 5; 10, 1; 1465: 29, 24; 1466: 6, 8; 27, 8. ca. 1466: 12, 2.
1467: 27, 7; 1468: 5, 63; 24, 39; 1470: 8 A 4; 27, 3. ca. 1470: 5, 2; 10; 11; 18; 24; 69; 70; 6, 6; 7; 10; 8 I 3; L 25; 9, 3; 10, 19; 22; 28; 30; 23; 24. 11; 27, 6; 14; 32; 36; 28, 3; 30, 12, 13.
1471: 5, 29; 27, 24; 39. ca. 1475: 5, 48; 8 F 5.
1478: 27, 16. ca. 1479: 24, 5.
1480: 5, 50; 30, 10. ca. 1480: 5, 8; 23; 51; 8 C 6; C 8; C 14; F 7; G 3; I 2; L 18; L 27; 27, 15; 33; 29, 14; 21.
1482: 8 B 4; nà 1482: 5, 53; 8 L 20; 29, 17; 1486: 5, 12; 1487: 6, 14.
ca. 1490: 8 B 1; F 1; G 1; I 1; L 2: 10, 12; 13.
1493: 10, 8; 24, 7; 27, 10.
15de eeuw: 5, 7; 21; 22; 27; 61; 8 C 1; C 5; C 7; E 2; F 2; F 4; F 10; G 2; K 1; K 2; L 6; L 8; L 9; 10, 6; 17; 18; 21; 17, 1; 24, 28; 40; 25; 27, 1; 25; 30, 1; 31, 1.
einde 15de eeuw: 1; 2; 5, 28; 46; 49; 8 A 1; B 3; F 12; H 2; L 17; L 19; L 23; 10, 16; 20; 23; 27, 18; 29, 12; 13; 30, 5; 8; 36; 37, 2.
1500: 24, 3; 16.
ca. 1500: 4; 5, 3; 16; 19; 33; 6, 16; 7; 8 C 9; L 7; 10, 24; 17, 2; 20; 27, 5; 20; 21; 30; 31; 29, 4; 11; 15; 32, 1; 33; 37, 1.
1501: 8 L 16. 1504: 24, 19; ca. 1505: 21, 2.
Begin 16de eeuw: 5, 17; 20; 59; 60; 64; 71; 8 C 10; C 11; C 13; D 1; E 5; F 8; G 4; G 5; H 3; L 12; L 15; L 24; 10, 3; 5; 11; 27; 21, 1; 24, 4; 12; 34; 27, 17; 37; 29, 1; 23; 30, 2; 3; 9; 32, 3; 37, 3.
1512: 6, 3; 10, 25; 13; 35.
1515: 6, 2; 8 L 3. ca. 1516: 5, 67.
1517: 24, 10; 1518: 29, 18; 1520: 27, 11; ca. 1520: 8 L 26.
1523: 27, 19; 26. ca. 1525: 5, 9; 8 E 1; H 1; K 5; L 5.
1527: 10, 4. 1528: 27, 2. nà 1529: 6, 4.
1530: 14; 29, 16. ca. 1530: 8 E 3.
| |
| |
1532: 5, 34. 1534: 27, 12; ca. 1535: 5, 31; 8 E 4; 29, 5.
1539: 30, 11. 1540: 27, 9; ca. 1540: 29, 2. ca. 1545: 5, 55; 8 L 22.
1546: 5, 37. 1549: 8 C 4. ca. 1550: 8 L 1; 10, 15; 30, 7
1552: 5, 14; 1553: 5, 68; 8 F 14; H 4; I 4; L 28; 24, 6.
1559: 24, 31. 1561: 5, 35. 1562: 24, 18. vóór 1564: 5, 42. ca. 1565: 5, 32; 8 L 14.
ca. 1570 (niet vóór 1569): 8 F 11 en K 4.
1577: 8 F 13.
midden 16de eeuw: 24, 37.
16de eeuw: 5, 36; 38; 39; 40; 41; 43; 44; 24, 9; 29.
Begin 17de eeuw: 8 C 12; 24, 41.
1648: 24, 26. nà 1652: 24, 22, 1695: 24, 30.
17de eeuw: 8 A 3; 24, 35; 27, 23; 34; 39.
1710: 24, 1. 1717: 24, 14. 1728: 24, 36. 1736: 24, 38. 1739: 24, 15.
18de eeuw: 24, 8.
1847: 10, 9. 1848: 10, 10.
Chronologie van de nrs. 40 en 41.
ca. 1440, in elk geval nà 1430: 40, 16; 41, 2.
1459: 40, 5; ca. 1460: 40, 4; 12; 1469: 40, 10; ca. 1470: 40, 2; 1476: 40, 6; 1487: 40, 3; ca. 1500: 40, 8; 11; 15; 1520: 40, 9; 1523: 40, 1; 1537: 40, 14.
Eerste helft 15de eeuw: 40, 7. - 15de eeuw: 40, 13; 41, 1.
Hoe uitgebreid deze lijsten ook mogen zijn, toch is de invloed van de Dietsche Augustinus-teksten er nog maar bij benadering uit af te leiden. Het is genoeg bekend dat vele handschriften, in het algemeen gesproken, onherroepelijk verloren zijn gegaan; een paar tientallen Augustinus-handschriften, en daaronder zeer belangrijke, mij alleen uit boekenveilingen uit de 18de en 19de eeuw bekend, zijn nog niet weer voor den dag gekomen, respective met de bekende geïdentificeerd; een aantal andere blijven nog altijd buiten bereik van het wetenschappelijk onderzoek. Verder valt te bedenken dat er, naast de rapiaria, waarvan dicta van Augustinus schering en inslag zijn, een niet gering getal Middelnederlandsche, in zekeren zin oorspronkelijke tractaten bestaan, die haast uit niets anders dan uittreksels en aanhalingen uit kerkvaders, inzonderheid uit Augustinus bestaan, - niet medegerekend menig ander, waarbij dat niet zoo duidelijk aan den dag treedt,
| |
| |
maar wier schrijvers zich toch blijkbaar met Augustinus' merg ge- en doorvoed hebben.
Een enkele blik op het chronologisch overzicht volstaat om te zien, dat men in de lage landen al vroeg in de 14de eeuw begonnen is St. Augustinus te vertalen, en dat men met afschrijven en vertalen om zoo te zeggen onafgebroken voortgegaan is: alleen reeds de jaartallen der gedateerde handschriften volgen elkander op met geringe hiaten, die door de niet gedateerde meer dan gevuld worden.
Dat die vertalingen, op een enkele uitzondering na, tot Augustinus' ascetische geschriften beperkt gebleven zijn en dat zijn sermoenen, de Eenige Sprake en het Hantboecxken, die meer dan eenig ander werk meer tot het gemoed dan tot het verstand spreken, het meest de aandacht hebben getrokken, is begrijpelijk: de polemische geschriften van St. Augustinus hadden voor het volk geen beteekenis meer. Deze vertalingen komen uit al de Nederlandsche gewesten: al onze dialecten, Vlaamsch, Brabantsch, Limburgsch, Noord- en Zuidhollandsch, Zuidhollandsch-Utrechtsch, Overijselsch, Geldersch, zijn er in vertegenwoordigd. Hetzelfde werk is niet alleen op verschillende plaatsen, maar ook op verschillende tijden in hetzelfde gewest vertaald: niet alleen dus een hooge geestelijke waarde, maar ook een gewichtig materiaal voor de taal- en letterkundige wetenschap! Doch wij moeten ons het genoegen ontzeggen op deze en dergelijke vraagstukken, evenals op de geschiedenis der handschriften, die daar zoo nauw mee samenhangt, nader in te gaan, al te gelukkig als anderen de geboden bouwstoffen nu verder ontginnen en verwerken.
In Rotterdamme,
des naesten sondages der octave S. Augustinus
ons heiligen Vaders.
|
-
voetnoot1
-
De Gedenkstukken onzer Middeleeuwsche Letterkunde. Rede uitgesproken op de openbare plechtige vergadering (der Koninklijke Vlaamsche Academie) den 29sten Juni 1905 door Dr. Willem de Vreese. Gent, A. Siffer, 1905.
-
eind1
- Toen deze verhandeling in 1930 gepubliceerd werd had de beslissende kentering inzake de studie van het Middelnederlandse proza reeds plaatsgevonden. De lang ten achter gestelde beoefening van het Middelnederlandse proza was, zo al niet
omgeslagen in haar tegendeel, dan toch in dier voege toegenomen, dat haar voornaamste bevorderaar, C.G.N. de Vooys, bij de herdruk (1926) van het door hem bewerkte proefschrift over de Middelnederlandsche legenden en exempelen (1900) zijn hierin opgenomen klacht over de verwaarlozing achterwege kon laten. Sedertdien mag sprake zijn van verheugende ontwikkeling, voor de jongste tijd in de hand gewerkt door C.C. de Bruins Middelnederlands geestelijk proza (Zutphen, 1940). Er moet getuigd worden van gestadige werkzaamheid: uitgaven en studiën wisselen elkaar af, en vinden enerzijds neerslag in literatuurgeschiedenissen als die van J. van Mierlo S.J., en anderzijds in tekstverzamelingen als die van St. Axters O.P., waarvoor men de Literatuurlijst gelieve te raadplegen.
In de jongste tijd zag onder de titel Bonaventura deutsch (Bern, 1956) een belangrijk boek van Kurt Ruh het licht, waarin ook over de Middelnederlandse prozavertalingen van werken van S. Bonaventura gehandeld wordt. Vgl. daarbij P.J.H. Vermeeren, Sint Bonaventura in het Middelnederlands. Spiegel der letteren II (1958) 185 vlgg.
-
voetnoot1
- Bij de signaturen der handschriften uit Amsterdam, Univ. bibl., Brussel, Kon. Bibl. en 's-Gravenhage, Kon. Bibl. wordt zooveel mogelijk gevoegd het volgnummer in den jongst gedrukten catalogus, te weten:
a.
Bibliotheek der Universiteit van Amsterdam. Catalogus der handschriften. II. De handschriften der stedelijke bibliotheek met de latere aanwinsten. Bewerkt door den conservator Dr. M.B. Mendes da Costa. Amst. 1902.
b.
Catalogue des Manuscrits de la Bibliothèque Royale de Belgique par J. van den Gheyn, S.J.T. 1 en vlgg. Bruxelles, 1901 vlgg. (doorloopende nummering der handschriften in de achtereenvolgende deelen).
c.
Catalogus Codicum manuscriptorum Bibliothecae Regiae. Vol. I. Libri theologici. Hagae Comitum 1922.
P L = Patrologia Latina van Migne.
|