Voornaamgeving in de beide Limburgen sinds 1839
(1989)–Gerrit de Vos– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voornaamgeving in de beide Limburgen sinds 1839
Gerrit De Vos | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. InleidingDe opzet van dit werk is de voornaamgeving in de beide Limburgen sinds 1839 te onderzoeken en eventuele verschillen op te sporen en te verklaren.
Drie jaren werden reeds onderzocht: 1840, 1900 en 1960, telkens in Hasselt en in Sittard. Voor de eerste twee jaren werden zowel de voorkeursnaam (de eerste voornaam) als de andere voornamen (de tweede, derde, ...) onderzocht. Voor 1960 voorlopig enkel de voorkeursnaam.
Het is de bedoeling dat deze scriptie verder uitgewerkt wordt tot eindverhandeling. Daartoe zullen ook de jaren 1870 en 1930 onderzocht worden. Deze scriptie is dus een eerste resultaat van het onderzoek. Zij zal ook als uitgangspunt dienen voor mijn bijdrage aan het colloquium van 22 april 1989 te Diepenbeek. Tenslotte dient zij ook als eindexamen voor het vak Naamkunde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Preliminaria: Voornaam(geving)Deze scriptie - en later ook de verhandeling - is een onderzoek naar de voornaamgeving. Waarom de term ‘voornaamgeving’? Semantisch gezien is er een verschil tussen de termen ‘voornaam’ en ‘doopnaam’: ‘doopnaam’ heeft een semantisch veld dat men onder de noemer ‘religieus’ zou kunnen samenvatten; ‘voornaam’ daarentegen valt eerder onder de noemer ‘burgerlijk’ te definiëren. Aangezien ik mij voor dit onderzoek gebaseerd heb op de registers van de Burgerlijke Stand heb ik de term ‘voornaam(geving)’ gebruikt in de titel en in de bespreking van de verschillende tabellen.
De voornaam is een heel belangrijk gegeven. Je hele leven lang zal je met die voornaam aangesproken worden - je wordt er mee één.
De keuze van de voornaam moet dan ook gezien worden binnen een cultuurhistorisch kader: ‘In den meisten Fällen ist die Namenwahl ein Produkt wohlüberlegter, von den kulturellen Strömungen einer Zeit mitbedingter geistiger Betätigung. Darin wurzelt der kulturgeschichtliche Wert der Namenforschung.’Ga naar eind(1) Factoren die de naamgeving in min of meer belangrijke mate kunnen beïnvloeden zijn bij voorbeeld de familietraditie, de sociale stand, de tijds- en plaatsomstandigheden. Adolf Bach, een autoriteit op het gebied van de onomastiek, of naamkunde, haalt vijf aspecten aan, die de studie van de naamgeving interessant maken: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De wetenschap die zich bezighoudt met de naamgeving, de onomastiek, is bovendien een uitermate interessante hulpwetenschap. Onder het begrip ‘Names’ in de Encyclopaedia Britannica vindt men het volgende: ‘Most Scholarship upon personal names had concentrated upon their etymology, manners of origin and method of development. Statistical and historical study of naming as a social phenomenon is little advanced. Although as yet failing to be as useful a tool as the study of place names, the study of personal names has been of aid to genealogists and linguists, and occasionally <sic> to historians.’Ga naar eind(3) De acceleratie van de geschiedenis is wellicht één van haar voornaamste kenmerken. Men zegt wel eens dat, als men de hele loop van de geschiedenis in één uur zou samenvatten, de uitvinding van het wiel pas na 55 minuten ter sprake zou komen. Dit is waarneembaar op alle mogelijke maatschappelijke gebieden: op het gebied van de economie, op het gebied van de techniek, en ook op het gebied van de naamgeving.
De naamgeving, en de voornaamgeving in het bijzonder, kent immers een vrij gelijkaardig verloop. Vele eeuwen lang bleef de namenvoorraad uitermate beperkt. In Vlaanderen gaven ouders hun kinderen steeds namen als bij voorbeeld Maria, Joannes en Anna. In feite kan dat gezien worden als een uiting van het diepgewortelde katholicisme in onze streken. Men koos vrijwel uitsluitend bijbelse of heiligennamen (cfr. infra sub 3.2.). Midden deze eeuw heeft er zich echter een grondige mentaliteitsverandering voorgedaan. Sinds 1945 bij voorbeeld, is er een echte boom in de voornaamgeving waarneembaar die in verband gebracht zou kunnen worden met wat er zich in de maatschappij afspeelde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Angelsaksische invloed was op dat moment enorm - vooral op het gebied van de economie. Bovendien hadden de Amerikanen in niet onbelangrijke mate bijgedragen tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Dit zijn twee mogelijke verklaringen voor de sterke aanwezigheid van namen als John, Willy, Eddy en Peggy in de namenvoorraad.
Ook de allerhoogste instanties zien het belang van de naamgeving in. Denken we daarbij bij voorbeeld aan de albanisering of zaïrisering van de Westers-christelijke namen. In 1975 vaardigde de Albanese regering een decreet uit waarbij de burgers hun namen dienden te wijzigen. De namen dienden gekozen te worden uit een lijst die door de partij opgesteld was. In Guinea werd het in 1975 verboden kinderen christelijke namen te geven.
Twee jaar eerder werden alle westerse en/of christelijke namen in Zaïre aangepast: alleen personen met een autochtone naam konden voortaan in aanmerking komen voor het bekleden van een officiële functie.Ga naar eind(4) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.1. Eerste voornaam - Jongens
Vooraleer deze gegevens te bespreken dienen volgende opmerkingen gemaakt te worden. Voor de namenlijst van Hasselt zijn niet alle gewenste documenten geraadpleegd kunnen worden aangezien het Stadsarchief van Hasselt eind verleden jaar verhuisde. Er zijn problemen met de nieuwe huisvesting en bijgevolg zijn niet alle documenten beschikbaar. Het materiaal is om die reden gebaseerd op de gegevens die in het Rijksarchief beschikbaar waren en op de licentiaatsverhandeling van Colette Schuermans ‘ Bijdrage tot het onderzoek naar de mode in de doopnaamgeving te Hasselt tijdens de 19de eeuw ’.
Het dient eveneens opgemerkt te worden dat enkel die namen die vijf keer of meer voorkwamen in de frequentie- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lijsten zijn opgenomen omdat men enkel dan van een voornamenmode kan spreken.
In Hasselt kregen 41 jongens de naam Joannes en 18 jongens de naam Joseph. De populairste naam komt dus meer dan twee keer meer voor dan de tweede naam in deze modelijst. Van de 130 jongens wier naam in deze frequentielijst werd opgenomen, kreeg dus nagenoeg de helft (45,38%) de naam Joannes of Joseph. Deze twee namen komen bijna 4 keer meer voor dan de derde naam op de lijst, Hubertus, en bijna acht keer meer dan de zevende en achtste naam op de lijst, Lambertus en Jacobus.
Dit is te verklaren door het feit dat de namenvoorraad in 1840 eerder beperkt was. Ouders kozen steeds weer dezelfde namen.
Die tendens is ook in Sittard merkbaar. Hier komen slechts twee namen voor in de modelijst, nl. Jan en Peter. Jan komt 24 keer voor, bijna vier keer meer dan Peter, een naam die zeven keer voorkwam.
Een ander opmerkelijk feit is dat in Hasselt bijna uitsluitend de Latijnse vormen van voornamen voorkomen. In het begin van de 19de eeuw was dat nog anders: in de frequentielijsten komen in de periode 1800-1815 nagenoeg alleen Franse vormen voor.Ga naar eind(5) Dit heeft te maken met de maatschappelijke structuur aan het begin van de vorige eeuw. De streek die ongeveer overeenkomt met het huidge België was toen nog bezet door de Franse troepen o.l.v. Napoleon. Deze had een volledige verfransing van de administratie - voor zover er een bestond - opgelegd. Het resultaat daarvan is ook merkbaar in de geboorteregisters: de klerk noteerde immers Jean i.p.v. Joannes, Pierre i.p.v. Petrus, Henry i.p.v. Henricus.
Opvallend is wel dat daarna, onder het bewind dat koning Willem I in deze contreien voerde van 1814 tot 1830, weer de Latijnse vormen voorkwamen alhoewel een vernederlandsing van de administratie was opgelegd. Was die vernederlandsing effectief doorgevoerd, dan zouden de namen die in Hasselt gegeven werden in grote mate overeenstemmen met de namen die in Sittard gegeven werden. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat de namen die men in de geboorteregisters terugvindt, de namen waren die in het dagdagelijkse leven gebruikt werden. Paulus werd veeleer Paul of Pol(le) genoemd, Augustus veeleer (Au)Gust. Pas aan het begin van deze eeuw begint de vernederlandsing van de namen zich ook duidelijk in de registers van de Burgerlijke Stand van de stad Hasselt te manifesteren: namen als Jan, Pieter, Willem, Antoon, Herman, Karel en Lodewijk kwamen dan ook in de geboorteregisters voor (zie infra sub 4.1.). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In Sittard is het voorkomen van Latijnse vormen eerder sporadisch: Paulus, Augustus, Jacobus en Gerardus komen elk één keer voor, wat ongeveer overeenkomt met zeven procent van het aantal jongensnamen. Oak deze kinderen zullen in het dagelijkse leven aangesproken geweest zijn met namen als Paul, (Au)Gust, Jacob en Gerard. Opvallend is dat er slechts één Franse vorm in het hele namenbestand voorkomt, nl. Joseph. De jongen die die naam kreeg werd overigens naar zijn vader genoemd. In de lijsten met de tweede en derde voornaam komen er meer Franse vormen voor (zie infra sub 3.3.) omdat de factor vernoeming (bij voorbeeld naar één van de grootouders of één van de doopborgen) een heel belangrijke rol heeft gespeeld in de voornaamgeving (zie infra sub 4.3.). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.2. Eerste voornaam - Meisjes
Ook bij de meisjesnamen ziet men de enorme populariteit van één naam: Maria. 87 van de 198 meisjes (43,93%) van wie de naam in deze frequentielijst voorkomt kregen de naam Maria. Maria komt in Hasselt bijna 7 keer meer voor dan de zesde of zevende meest populaire naam, nl. Ludovica en Filomena. Ook de naam Anna kent een vrij behoorlijke populariteit, zowel in Hasselt als in Sittard. 40 meisjes (20,20%) kregen deze naam. Opvallend is dat naast deze twee namen in Hasselt nog zes andere namen voorkomen, waar in Sittard enkel Maria en Anna voorkomen.
Nagenoeg alle meisjes (meer dan 85%) hebben een naam met een a-uitgang. Deze uitgang kan gezien worden als de Latijnse uitgang. Het is niet verwonderlijk dat er hier een uitgang aanwezig is. In het algemeen bleef de tendens immers bestaan om het vrouwelijke te markeren.
Er zijn enkele namen die die a-uitgang niet hebben. Bij voorbeeld de naam Elisabeth (alhoewel de naam ook in zijn verkorte vorm Elisa voorkomt, waar men wel weer de a-uitgang heeft). Gezien Elisabeth (ook wel eens met een z in plaats van een s geschreven) een bijbelse naam is, is de aanwezigheid van die naam in de frequentielijsten direct verklaard. Op de aanwezigheid van bijbelse namen - en meer in het algemeen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heiligennamen - zou ik hier wat dieper willen ingaan.
Bijbelse namen en heiligennamen hebben altijd een enorme populariteit gekend. Het Concilie van Trente (1545-1563) werd door sommigen als de oorzaak van deze populariteit gezien. Om helemaal correct te zijn moet men zeggen dat de Catechismus Romanus (1566) de grootste invloed gehad heeft. Deze Catechismus was echter wel het rechtstreekse resultaat van wat er tijdens het Concilie besproken en beslist werd. Het ging in deze publicatie in feite om gedragsrichtlijnen, o.a. wat betreft de naamgeving, maar aangezien de Kerk in die tijd de gezaghebbende autoriteit was, werden ze snel als regels aangezien. Het is wel belangrijk te vermelden dat de Catechismus Romanus geen plotselinge ommekeer in de naamgeving heeft teweeggebracht - in tegenstelling tot wat wel eens beweerd werd; de namenvoorraad kende na de publicatie van de Catechismus helemaal geen boom zoals men die in de 20ste eeuw gekend heeft. Sinds 1200 was er immers reeds een tendens om de kinderen heiligennamen te geven. Die tendens had zich aan het begin van de 17de eeuw vrijwel veralgemeend, zodat de richtlijnen uit de Catechismus de tendens enkel tot regel maakten. ‘Daardoor zal men de naam kiezen die, om zijn vroomheid en godsdienstigheid, onder het getal der heiligen opgenomen werd. Met den naam van een heilige te dragen, zal men gemakkelijk opgewekt worden om zijn heiligheid en zijn deugd na te volgen; en den heilige dien men tracht te volgen, zal men ook aanroepen en hem vragen dat hij een beschermer zou zijn tot het behoud van lichaam en ziel. Deze richtlijnen drongen aanvankelijk vrij moeilijk door tot de basis omdat de Catechismus in het Latijn geschreven was en dat er niet direct een vertaling gemaakt werd. De richtlijnen werden echter bevestigd door het derde provinciale Concilie van Mechelen (1607). Dit Concilie verbood zelfs uitdrukkelijk het gebruik van profane of heidense namen.
Ook het Rituale Romanum (1653), dat de richtlijnen bevat die door de Kerk aan de priesters werden voorgeschreven inzake de gebruiken bij het toedienen van de sacramenten, had het over de naamgeving: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Het is gewenst dat aan dopelingen namen van heiligen worden gegeven, opdat door hun voorbeelden de gelovigen worden aangespoord vroom te leven en zij door hun patroon worden beschut.’Ga naar eind(7) Naast bijbelse en heiligennamen waren ook de namen van patroonheiligen of volksbeschermers erg in trek. Een kind kreeg de naam van de patroonheilige opdat deze het kind zou beschermen. Het kind kreeg ook wel eens de naam van een koning of van een graaf opdat het kind de kwaliteiten van deze heren zou verkrijgen.
Het geven van heiligennamen begon in sommige streken reeds rond 1200. In de 13de en 14de eeuw kreeg ongeveer 75% van de jongens in West-Brabant de naam van een heilige of werd de oorspronkelijk Germaanse naam gelatiniseerd door het toevoegen van het suffix -us. In de streek van Leuven kwamen in die tijd vooral nog de Germaanse namen voor.Ga naar eind(8)
Uit de frequentielijsten opgesteld door naamkundigen kan men opmaken dat de naam Joannes altijd een enorme populariteit gekend heeft, ofwel onder de vorm Joannes zelf, ofwel onder afgeleide en/of vertaalde vormen als Johannes, Johan, Jan, Jean, Jehans, enz. Ongeveer 22% van de jongens geboren tussen 1200 en 1900 luisterde naar de naam Joannes of een van zijn afgeleiden.
Bij de meisjesnamen is een dergelijk patroon niet dadelijk waar te nemen. Catharina en Elisabeth waren een hele tijd de meest populaire meisjesnamen. De naam Maria kwam later in trek maar was wel gedurende vele decennia de meest gegeven voornaam. Er zijn verscheidene jaren waarin de naam Maria aan meer dan 60% van de pasgeboren meisjes gegeven werd. Ook jongens kregen wel eens de naam Maria, niet enkel als tweede, derde of vierde voornaam (wat meestal wijst op vernoeming naar bij voorbeeld de doopborg of (groot)ouder - zie infra sub 4.3.), maar ook als voorkeursnaam (eerste voornaam). Het afgeleide Marie was eveneens zeer in trek als jongensnaam en is vaak nog terug te vinden in namen die vrij recent nog populair waren als voorkeursnamen bij de jongens, vooral in samengestelde vormen als bijvoorbeeld Jean-Marie, Pierre-Marie (zie infra sub 5.1.). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.3. Overige voornamen - Jongens
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Reeds in 1840 kregen een aantal kinderen een tweede en derde voornaam, maar het was in geen geval een regelmatig terugkomend feit.
De tendens om de kinderen naast de voorkeursnaam ook nog een tweede, een derde of een vierde voornaam te geven werd echter steeds sterker. Men gaf het kind naast de vourkeursnaam ook de naam van vader, moeder, grootvader/moeder, doopborg, indien dat bij de voorkeursnaam nog niet het geval was.
In 1840 kreeg ongeveer 40% van de kinderen in Hasselt en Sittard een tweede voornaam, een kleine 10% een derde voornaam en heel sporadisch een vierde, vijfde of zelfs zesde voornaam.
In 1900 kreeg in Sittard reeds 92,43% van de kinderen een tweede voornaam; 55,67% een derde voornaam en 11,35% een vierde voornaam. In Hasselt daarentegen liggen die percentages beduidend lager: respektievelijk 64,43%; 39,22% en 8,53%. In Hasselt kreeg 1,42% een vijfde voornaam en telkens 0,40% ook nog een zesde en een zevende voornaam (zie infra sub 4.6.).
Aan de hand van deze percentages zou men kunnen vooropstellen dat de vernieuwing in de naamgeving sneller doorgevoerd werd in Sittard dan in Hasselt, alhoewel de bevolking in Hasselt steeds merkelijk groter is geweest dan in Sittard. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Tabellen en bespreking - 19004.1. Eerste voornaam - Jongens
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De overweldigende populariteit van één naam zoals men die in 1840 kende, is hier duidelijk aan het wegebben. De namenvoorraad was inmiddels sterk toegenomen en naast Latijnse of Franse namen kwamen er ook Nederlandse voor. Toch blijft Joannes de meest populaire naam, zij het wel onder de vorm Jan in Sittard. In 1900 kreeg nog bijna 23% van alle jongens de naam Joannes of de naam Joseph. De meest populaire naam komt toch nog bijna zeven keer meer voor dan de tiende naam in de Hasseltse lijst, Pieter.
Opmerkelijk is de enorme aangroei van de boorlingen in de stad Hasselt - op 60 jaar verdubbelde die nagenoeg (+ 82,89%) - in vergelijking met de vrij beperkte aangroei in Sittard (+ 23,37%). In België is Limburg overigens nog steeds de provincie met de sterkste demografische groei. Op 1 januari 1970 kende Limburg 650.338 inwoners (= 268 per km2), wat een aangroei betekende van 41,2%. t.o.v. 1947.Ga naar eind(9)
Na de onafhankelijkheid van 1830 en na de scheiding van Nederlands Limburg in 1839 ontwikkelde de stad Hasselt zich aan een zeer hoog ritme. Dankzij de gevoelige verbetering van het wegennet ontstond er een enorme nieuwe economische bedrijvigheid. De groothandel van o.a. granen, hout en steenkool floreerde, vooral met het oog op de productie van de plaatselijke jeneverstokerijen. Later werd er ook uitgevoerd naar landen als Frankrijk, Zwitserland, Cuba en Italië. In de 19de eeuw draaide de hele Hasseltse economie vooral rond de produktie van jenever. Ook de landbouw, waarin slechts 8% van de bevolking was tewerkgesteld, was vooral op die produktie afgestemd. Door de urbanisatie aan het einde van de vorige eeuw is de agrarische sector in Hasselt nagenoeg helemaal weggevallen. De bevolking was in 1900 al gestegen tot 14.889, een aangroei van 79,68% t.o.v. 1840.Ga naar eind(10)
In de Hasseltse namenlijst van 1900 ziet men twee wijzigingen in vergelijking met die van 1840: ten eerste duiken Franse vormen weer op, en ten tweede komen Nederlandse vormen nu duidelijk voor: namen als Hendrik, Lodewijk, Jan, Willem, Pieter, Frans, Adriaan en Christiaan zijn nadrukkelijk aanwezig. De klerk van de gemeente heeft steeds een rol van betekenis gespeeld. Hij kon bijvoorbeeld weigeren een naam in het register op te nemen, of hij had bepaalde richtlijnen te volgen. Dat is vooral het geval geweest in de doopregisters - denken we daarbij aan de richtlijnen van de Catechismus Romanus. In de registers van de Burgerlijke Stand komen met het decennium meer verschillende vormen van één naam voor: waar in 1840 enkel Joannes voorkwam, vinden we 60 jaar later ook namen als Johannes, Johan, Jan, Jean en Jehan(s). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.2. Eerste voornaam - Meisjes
Waar de immense populariteit van Joannes al aan het tanen was, blijft Maria nadrukkelijk de meisjesnamen ‘overheersen’. In Hasselt komt Maria vier keer meer voor dan de tweede naam, Anna; in Sittard is het zelfs meer dan zes keer. Ook Anna blijft in zowel Hasselt als Sittard vrij populair, alhoewel de frequentie (procentueel) toch ook al duidelijk afgenomen is. In Sittard is er nog steeds geen enkele andere voornaam in de mode geraakt. In Hasselt zijn Joanna, Bertha, Elisa en Martha, die respectievelijk 10, 10, 5 en 5 keer voorkwamen, in de lijst opgenomen, maar zijn in vergelijking met 1840 Catharina, Elisabeth, Hubertina, Ludovica en Filomena uit de modelijst verdwenen.
Ook hier is het verschil in de groei van de beide steden duidelijk merkbaar in de geboorteregisters. In vergelijking met 1840 zijn er in Sittard slechts 13 meisjes meer geboren. Nog opmerkelijker is het feit dat het namenbestand kleiner geworden is. In 1840 koos men uit een lijst van 22 namen, 60 jaar later slechts uit een lijst van 17 namen. Dat is in grote mate terug te brengen op de frequentie van de naam Maria: 63,63% van de meisjes (en 14,43% van de jongens) kreeg de naam Maria als voorkeursnaam.
In Hasselt ligt het helemaal anders: op 30 boorlingen na zijn er in 1900 evenveel meisjes geboren als er in 1840 boorlingen waren. Het namenbestand is vrij uitgebreid: 75 namen voor in het totaal 238 boorlingen.
Op de 17 namen die in Sittard gebruikt werden hadden er 15 de uitgang -a (Elisabeth en Lucie waren de twee uitzonderingen, alhoewel de vorm Elisa ook voorkwam). In Hasselt hadden 16 namen een andere uitgang, maar in 10 van die 16 gevallen ging het om een verfranste vorm. Verder vindt men nog de volgende namen: Blanche, Aldegondis, Agnes, Elisabeth, Machtildis en Rachel. De uitgang -a blijft dus enorm populair - in tegenstelling tot de tanende -us-uitgang | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij de jongensnamen. De sterke aanwezigheid van die a-uitgang is hier dan vooral toe te schrijven aan de tendens om het vrouwelijke te markeren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.3. Tweede voornaam - Jongens
De voornamenvoorraad waaruit geput werd voor de tweede voornaam loopt vrij parallel met die waaruit geput werd voor de voorkeursnaam. Ook de frequentie van de verscheidene voornamen is - procentueel gezien - vrij gelijklopend. De namen die het populairst zijn als voorkeursnaam zijn meestal ook de meest voorkomende tweede voornamen. Zeven van de twaalf voorkomende namen vinden we ook in de lijst van de voorkeursnamen.
In Hasselt kreeg bijna 10% van de boorlingen met een tweede voornaam de naam Maria. De naam Maria kwam ook bij de jongens als voorkeursnaam regelmatig voor - vooral in Sittard (zie supra sub 4.1.). De verklaring hiervoor is het feit dat ouders kinderen vaak naar bijvoorbeeld grootouders noemden.
Het familiale verband heeft heel lang een uitermate belangrijke invloed gehad op de voornaamgeving. Kinderen werden heel vaak genoemd naar ouders, grootouders, doopborgen of andere familieleden. Dat deze gewoonte heel erg diep in het naamgevingspatroon ingeworteld was, mag blijken uit volgende citaten: ‘De keuze dan van den naam regelt zich naar het gezegde verlangen der H. Kerk, maar de vaderlandsche zede, dat de kinderen tekens genoemd worden naar de voorouders of bloedverwanten en bijzonderlijk peters en meters.’Ga naar eind(11) ‘La coutume qui survit encore à certains endroits voulait que l' on donnât à l' aîné des enfants le nom de baptème de son grand-père paternel, qui était son parrain, et au second, celui du père. Ainsi a pu se produire une certaine alternance: un Lambert, un | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pierre, un Lambert, etc.’Ga naar eind(12) De voornaamgeving situeerde zich dus - zoals uit dit citaat weerom afgeleid kan worden - eeuwenlang binnen een bepaalde traditie, meer bepaald een familietraditie, binnen het volksgeloof ook. Reeds bij onze verre voorouders, de Germanen, ziet men dat traditie bepalend was voor de naamgeving. Een naam had bij de Germanen een mysterieuze, metaforische waarde. De kinderen werden naar bepaalde dieren of goden genoemd: de Germanen geloofden dat de kinderen door het dragen van die namen de eigenschappen en krachten van de goden of dieren overerfden. De naamgeving bij de Germanen is dus vooral gekenmerkt door het wenskarakter. De Germaanse namen bevatten vooral elementen van strijd, moed, kracht, roem en overwinning. Er bestond bij de Germanen eveneens een zeker geloof in reïncarnatie. Kinderen kregen bijgevolg vaak de naam van een - meestal overleden - familielid. Volgens J. Van der Schaar was deze gewoonte echter secundair t.o.v. het ‘Nomen est omen’ - idee.Ga naar eind(13)
In de 18de en 19de eeuw is vooral de familietraditie bepalend. M. JanssensGa naar eind(14) merkt op dat in die periode deze traditie voor 80 à 90% doorslaggevend was bij de voornaamgeving, zowel bij de jongens- als bij de meisjesnamen.
Waar de naam Maria als voorkeursnaam 14 keer - of 14,43% - voorkwam bij de jongens in Sittard kwam zij daar slechts tweemaal voor als tweede voornaam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.4. Tweede voornaam - Meisjes
De namen die populair waren als voorkeursnamen bij de meisjes zijn minder populair als tweede voornaam. Enkel Maria, Josephina en Joanna (Hasselt) en Maria en Anna (Sittard) komen in beide lijsten voor. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat veranderingen in de tendensen of tradities in het algemeen sneller voorkomen bij meisjes- dan bij jongensnamen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook als tweede voornaam is Maria nog vrij populair. In het totaal kregen nog 41 (12,57%) meisjes deze naam als tweede voornaam. Josephina (7,36%) komt opvallend meer voor als tweede voornaam (en later ook als derde voornaam - zie infra sub 4.5.) dan als voorkeursnaam. Hetzelfde geldt, in mindere mate, voor Catharina (4,90%). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.5. Derde voornaam - Jongens en meisjes
Uit deze twee tabellen kunnen twee voorzichtige besluiten getrokken worden: ten eerste zetten vernieuwingen zich eerder door bij meisjes- dan bij jongensnamen. Ten tweede zetten vernieuwingen zich eerder door in Sittard dan in Hasselt.
Zowel in Hasselt als in Sittard zijn er procentueel meer meisjes met een derde voornaam dan jongens, nl. 40,33% tegen 38,18% en 63,63% tegen 48,45%. Die trend is het duidelijkst merkbaar in Sittard: het procentueel verschil bedraagt 15,18% tegen 2,15% in Hasselt.
In Sittard krijgen 48,15% van de jongens en 63,63% van de meisjes een derde voornaam. In Hasselt daarentegen krijgen slechts 38,18% van de jongens en 40,33% van de meisjes een derde voornaam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.6. Overige voornamen - Jongens en meisjes
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het feit dat er in Hasselt een aantal kinderen zijn die een vijfde, zesde en zelfs zevende voornaam krijgen (respectievelijk zeven, twee en twee) is hier enkel toe te schrijven aan het aantal geboortes: ter herinnering: 492 in Hasselt en 185 in Sittard.
Het is wel opvallend dat slechts meisjes een zesde en zevende voornaam krijgen. Ondanks het kleine aantal (nl. twee) is het toch weer een bevestiging van de tendens dat vernieuwingen zich eerder doorzetten bij meisjesnamen dan bij jongensnamen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5.1. Eerste voornaam - Jongens
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De tendens dat de aangroei van boorlingen veel sneller gebeurde in Hasselt dan in Sittard (zie supra sub 4.1. en 4.2.) wordt hier tegengesproken. Het aantal jongens dat in de geboorteregisters ingeschreven werd is in zestig jaar meer dan vervijfvoudigd in Sittard (× 5,13 - van 97 naar 498), waar het in Hasselt meer dan verviervoudigde (× 4,56 - van 254 naar 1159). Procentueel betekent dat een aangroei van respectievelijk 413% en 356%. Dit is een zeer goed voorbeeld van de demografische revolutie die zich in deze eeuw heeft voorgedaan en die in feite nog steeds ‘voortwoekert’.
Een andere tendens die tegengesproken wordt is dat de vernieuwingen in de namenvoorraad zich sneller in Sittard dan in Hasselt voordeden (zie supra sub 3 en sub 4). De namenvoorraad waaruit geput werd in Hasselt is nagenoeg volledig vernieuwd. Van de 62 namen die als modenaam kunnen worden beschouwd komen er slechts 10 ook voor in de populariteitslijst van 1900: Jan, Herman, Hendrik, Joseph, Jacques, Karel, Marcel, Michel, Robert en Frans. De Latijnse en/of Franse vorm van namen als Johan, Jos, Peter en Jozef vinden we weliswaar ook terug op de lijst van 1960. Het dient wel opgemerkt te worden dat men een retromode - zoals men die in Sittard zeker kan opmerken - ook als een vernieuwing kan zien.
Een ander opvallend feit is de massale aanwezigheid van Angelsaksische namen. De voorkeursnamen van 1960 in Hasselt hebben voor 25% een Angelsaksische oorsprong. Binnen deze groep hebben de meeste namen de uitgang -y, een Angelsaksische vleivorm. Het foneem /i/ werd aan de eerste lettergreep van de oorspronkelijke naam toegevoegd. De intervocalische positie van de eindconsonant had - wat de spelling betreft - een geminatie van deze consonant tot gevolg: Dan (Daniel): Dan + n + y - Ron (Ronald): Ron + n + y - Ben (Benjamin), Ben + n + y. Ook in de voornaamgeving blijken i en a dus de meest prototypische vocalen te zijn.
Alhoewel de namenvoorraad in Sittard toenam met 340,9% wordt de tendens dat de vernieuwingen zich eerder in Sittard dan in Hasselt voordeden, tegengesproken. Men heeft hier een prachtig voorbeeld van een retromode en deze is in feite ook een vernieuwing. Waar de namen in Hasselt een evolutie van de klassieke Latijnse vorm - eventueel over de Franse vorm - naar de Nederlandse vorm vertonen en waar de naamgeving in Hasselt duidelijk internationale trekjes heeft, is er in Sittard duidelijk teruggegrepen naar de Latijnse vorm. Meer dan de helft (53,84%) van de namen die in de populariteitslijst voorkomen, hebben een Latijnse vorm. In 1840 hadden slechts vier namen (14,81%) van het totale namenbestand een Latijnse vorm, in 1900 hadden slechts zes namen (15,38%) een Latijnse vorm. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5.2. Eerste voornaam - Meisjes
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terwijl de bevolking in Hasselt veel groter was dan in Sittard, steeg het aantal boorlingen in Sittard met 429,5% (van 88 naar 466) . In Hasselt bedroeg de toename 334,8% (van 238 naar 1035). De namenvoorrad steeg in Hasselt met 257,7% (van 75 naar 268) en in Sittard met maar liefst 958,8% (van 17 naar 180).
Ook bij de meisjesnamen wordt de tendens tegengesproken dat de vernieuwingen zich eerder in Sittard dan in Hasselt voordeden. Weer dient de opmerking gemaakt te worden dat retromode als een vernieuwing gezien kan worden. De meisjesnamen die in Hasselt aan de boorlingen werden gegeven vertonen duidelijk ook internationale trekjes, zij het wel minder opvallend dan bij de jongens.
In Hasselt zijn er in 1960 4,3 × meer meisjes aangegeven dan in 1900. In Sittard zijn er dat 5,2 × meer, een procentuele toename van respectievelijk 334,8% en 429,5%. Ook hier wordt dus de tendens dat de procentuele toename van boorlingen in Hasselt sterker is dan in Sittard tegengesproken.
Ook de namenvoorraad neemt in Sittard sterker toe dan in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hasselt: 958,8% (van 17 naar 180) en 257,3% (van 75 naar 268). Alhoewel er in Hasselt 569 meer meisjes werden aangegeven, zijn er slechts 88 bijkomende namen gebruikt.
Het is opvallend dat in Sittard ook bij de meisjesnamen sterk teruggegrepen wordt naar de Latijnse vormen. De uitgang -a blijft sterk aanwezig: 14 van de 19 namen op de populariteitslijst (73,6%) hebben nog steeds deze uitgang. In Hasselt zijn er dat 15 van de 49, of 30,6%). Hier hebben we dus eenzelfde evolutie als bij de jongensnamen.
Een verklaring hiervoor kan nu nog niet gegeven worden, maar het is in alle geval een interessant gegeven om op verder te werken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Algemeen besluit.De evolutie van de voornaamgeving kan in Hasselt beschreven worden als een evolutie van Latijnse en Franse vormen naar Nederlandse en later ook meer internationale namen. In Sittard loopt die evolutie volledig in de andere richting; van Nederlandse namen naar Franse en vooral Latijnse namen.
Waar aanvankelijk bleek dat de vernieuwingen zich eerder in Sittard dan in Hasselt voordeden, blijkt die tendens na een periode van 120 jaar dus volledig tegengesproken te worden. Dit is niet het geval indien men een retromode ook als een vernieuwing ziet.
Bij de meisjesnamen kan de sterke aanwezigheid van de -a-uitgang in 1960 nog steeds toegeschreven worden aan de tendens om het vrouwelijke te markeren.
Ook de algemene tendens dat in de voornaamgeving meisjesnamen zich sneller ontwikkelen dan jongensnamen wordt eerst bevestigd en vervolgens tegengesproken. In 1960 hebben Angelsaksische namen duidelijk hun weg naar de Hasseltse jongensnamenvoorraad gevonden. Bij de meisjesnamen zijn er ook een aantal Angelsaksische vormen aanwezig maar blijven de namen met een -a-uitgang het populairst. In Sittard komen daar dan nog een aantal Franse namen bij. Bij de jongensnamen is de -us-uitgang nagenoeg volledig verdwenen, in Sittard daarentegen is hij als het ware uit het niets komen opduiken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. Bibliografie.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|