bruggen is opgeblazen. De andere is den geallieerden onbeschadigd in handen gevallen.
Als wij niet vóór den winter bevrijd worden, zullen we het hier hard te verduren krijgen. Er wordt reeds gefluisterd, dat de bezetter van plan is Holland geheel te inundeeren. Hij is er toe in staat. Hij is in staat ons als ratten te laten verdrinken, als hij op die manier zijn posities enkele dagen langer houden kan.
Op alle gezichten lees ik teleurstelling, angst, verbittering. Ik ontdek ze ook in mijzelf, al weet ik mijn geloof onaangetast. Hoe vaak is dit geloof reeds aangerand en bespot? Vaak was er alleen nog maar een vertwijfeld zich vastklampen aan ‘de groote lijn’. Nu is er vertwijfeling om het detail, om het mislukken van één enkele operatie op een oogenblik dat de diepste hoop vervuld scheen. Ik moet dit tegengaan. Elkeen moet dit tegengaan. Als de mof bemerkt, dat in deze crisisdagen ons moreel zakt, weet hij zijn rug gedekt. En dat mag nooit!