5 September
De lichte, zonnige stormdag reikt naar bevrijding en opgang.
Geruchten dwarrelen dwaas om ons heen gelijk de blaren der lindeboomen aan de gracht. Reeds zouden geallieerde voorhoeden onze Zuidgrens gepasseerd zijn. ‘Breda is veroverd!’ hoor ik allerwegen. De pantserspitsen zouden in ijltempo de hoofdstad naderen. ‘Vanavond zijn ze hier. We gaan ze tegemoet’, hoorde ik zooeven mijn buurlieden schreeuwen. Een hypernerveuze spanning jaagt ieder de straten in. Men kijkt naar de schaarsche soldaten met een stillen glimlach of ronduit minachtend. Menschen drommen samen voor de hotels en commando-posten waaruit koffers, kisten, meubelen en groote hoeveelheden levensmiddelen versleept werden. Duitsche ‘Kriegshelferinnen’ staan met haar bagage te wachten op de trams die naar C.S. rijden. Autocars vol moffen en moffenknechten rollen de stad uit. Lange colonnes zag ik aan de Nassaukade en langs de Ceintuurbaan passeeren.
De aftocht is in vollen gang. Een stille, smadelijke aftocht.
Ik speur tevergeefs naar den ‘Kampfgeist’ en de brutale overwinnaarsblikken van '40-'41. Het is gedaan met het nazisme. Ook de ‘V 1’ kan het noodlot niet meer verbrijzelen. Het is gedaan met de vervloekte tirannie over Holland. Een enkele maal spreiden de Duitschers nog een schamele macht ten toon, zooals vanavond, toen zij naar de Nieuwmarkt - waar het nu bizonder rumoerig is - ‘optrokken’ met een overvalwagen en een lichte tank.
Het is nu elf uur. Onze bevrijders zijn nog niet gearriveerd. De laatste berichten spreken over Den Haag en