19 Juli (Amsterdam)
We zitten sedert een week aan een ouden burgwal, in het wijde asyl dat Amsterdam nu is voor allen die door het hakenkruis worden bedreigd. Je voelt hier, hoe onder de oppervlakte van het openbare leven een ander leven woelt. Soms zie je het vlak onder den grond bewegen als een mol. Soms stoot het zich plotseling naar boven, naar het licht. Daarna volgt gewoonlijk een bekendmaking van Rauter: ‘De volgende terroristen en saboteurs zijn hedenmorgen gefusilleerd...’
Enkele dagen geleden nog hebben K.P.-ers een overval gepleegd op het Huis van Bewaring, om te trachten, een aantal opgesloten makkers te bevrijden. Maar de Duitsche bloedhonden waren op hun post. Er volgde een hevig vuurgevecht, waarbij verscheidene partisanen gedood werden. Anderen vielen in handen van den S.D. Die gaan straks naar de martelkamers, naar de executieplaatsen.
Hier klopt het hart van de verzetsbeweging. Hier ligt vooral ook de kern van het gééstelijke verzet: de weerstand der kunstenaars via het geuzenlied, het scherpe vlugschrift,