2 Maart
Sneller dan iemand onzer verwacht had is de laatste akte begonnen: de Jappen zijn op Java geland, na een nieuwen zwaren slag in de Javazee. Wat er van onze vloot nog over was, is bij dit treffen vernietigd. En nu rukken sterke Japansche colonnes op naar Soerabaja en Batavia. Een derde probeert bij Indramajoe het eiland in tweeën te splitsen. Onze mannen vechten tot het uiterste. Maar de overmacht is verpletterend. Het luchtwapen van den Jap ondervindt practisch geen tegenstand. Batavia en Bandoeng zijn zwaar gebombardeerd. Het noodlot voltrekt zich aan onze bezittingen. Wij moeten toezien, den hoon verdragen van de verraders, die ons op marktpleinen en via luidsprekers toeschreeuwen, dat we Japan maar de hand hadden moeten reiken en dat het au fond heelemaal niet erg is: in de toekomst worden we toch gedwongen in de veroverde ‘Oost-gebieden’ te koloniseeren.
De enkelen die níet wilden toezien, die het niet langer verdragen konden en probeerden zich aan te sluiten bij ons koloniale leger, zijn buiten de grenzen door den mof gegrepen en neergeknald.