Sinnepoppen
(1949)–Roemer Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 154]
| |
DESE Jonckerkens die haer opproncken met Pluymagien op het hooft, gouden Ketens op zyden kleederen om den hals, vergulde Swaerden op de zyde, zijn de mannen niet die in het oorloogh de vroomheydt* te wercke stellen, en zijnder oock niet nut toe: maer op een Luytken te slaen, een Musijckjen te singhen, dat past haer beter, en in een Processie uyt te munten als een Beeltjen op een stockjen. | |
|