Sinnepoppen
(1949)–Roemer Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 129]
| |
SENECA schrijft in zijn Brieven, Quem in ipsa re trepidare volueris, ante rem exerceas*. Dat is: Die ghy in eenige dingen wilt seecker ende vast doen gaen / die moet ghy daer in oeffenen eer't in't werck komt. Ghelijck het ryden op schaetsen, dat is een glibberighe gladde gang: maer die't wel kan, het doet dapper wegh spoeden: en al hoe wel het licht om doen schijnt, soo isset nochtans swaer voor die eerst begint te leeren: soo gheeft dit woordt te kennen, en raedt elck een, dat hy hem in tijdts moet begheven tot leeren, om in zijn ouderdom te gebruycken, en die de grondt van zijn professie niet en kan, die angst* en hangt* altijdt, en derf noch kan niet besluyten wat in een sake best ghedaen of gheseyt is. | |
|