Sinnepoppen
(1949)–Roemer Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 124]
| |
De vermaerde Boeckdrucker Christoffel Plantijn*, gebruyct dit woordt by een Passer, die meerder vernufts eyscht dan een Aviger*, en min arbeyts; daer om duncket my beter, by dusdanighen grooten Boor (die de Scheeps-timmerluyden een Aviger noemen) gebruyct te worden; die door grooten ende ghestadighen arbeyt, een gat in een Balck maeckt, daer de arbeyders op de scheeps-timmerwerven by elck gat gheloont worden: te kennen ghevende, dat ghestadighen arbeyt alle dingh verwint; alsoo, datter de neerstighe arbeyts-salighe* Man een dobbelen dagh-huer by verdienen kan, en de Luyaert qualijck drooch broodt wint. | |
|