Sinnepoppen
(1949)–Roemer Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 86]
| |
EEN recht moedigh man is onvertsaecht, al siet hy zijn vyanden (veel meer in 't getal) die hem komen bespringhen, dan stelt hem ter weere en biet het spits, zy moeten hem onverwonnen laten gaen, indien hy hem stil ende onbeweechlijck houdt: gelijck een Eghel tusschen twee Honden hem windt in 't rondt, over al met zijn borstelen voor, die zijn vyanden te hart vallen om te knaeuwen. | |
|