Sinnepoppen
(1949)–Roemer Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 14]
| |
ALS een Schip in de Zee gaet, soo setmen het Boot in het groote Schip, het welck aldaer een groote ruymte neemt, ende de Bootsghesellen seer in de weech is; dan moet nochtans mee varen, niet teghenstaende alle ongherijf ende onghemack datmer af lijdt om datmen daer mede noodigh moet aen het landt gaen, alsmen in de Haven komt: daerom datmen met reden seyt: Die wat spaert / die wat heeft. | |
|