tijd bevestigd. Hoe onbevangener - detached - hoe heldhaftiger. Om t.v.-reporter te zijn - of t.v.- programmasamensteller - moet men zowel archivaris als profeet zijn. Het heden, dat kontaktpunt met de dingen van alledag kan niet voor ons zijn, noch voor diegenen die zich met ons identificeren - ons publiek.
Hoe meer detached en godlike de waarneming, hoe groter de impakt. Een baby filmen, die van honger sterft in India - terwijl de filmploeg het geld heeft de medicijnen te kopen die het zouden kunnen redden - huursoldaten in de Kongo vragen een executie uit te stellen zodat de camera's het kunnen opnemen is het toppunt - the ultimate - in waarneming - Romeins in zijn decadentie.
Deze extreme voorbeelden zijn, hoop ik, hypothetisch maar zij zouden gemakkelijk ergens gebeurd kunnen zijn in de miljoenen meters gefilmde aktualiteiten die elk jaar opgenomen worden, want in het monteren van feitelijke programma's die een publiek trekken en vasthouden, zowel in termen van extra-nadruk - overemphasis - op de gebeurtenis, als ons struktureren daarvan, bestaat het grote gevaar dat de programmasamensteller een gevangene wordt van de dramatische vorm.
(Verdedigenderwijs zou daaraan toegevoegd kunnen worden dat niet alleen de t.v. maar de massa-kommunikatie in zijn totaliteit de waarnemer sanctifies - heiligt.
‘All you need is love’ zongen de Beatles: alles wat je nodig hebt is liefde, plus een beetje pot of Indiase meditatie voor groter detachment. Massa-kommunikatie moedigt het niet-deelnemen op alle niveaus aan.)
Maar een oververzadiging van dramatiek verveelt op den duur. Een tijdlang herhaald houden de afschuwelijkste beelden op ons te schokken.
Zoals ook een medicus vertrouwd raakt met het leed, hoewel hij er niet immuum voor wordt, zo raakt het massa-publiek oververzadigd met de conventies van de reportage.
Dat is het gevaar van binnenuit dat de t.v. belaagt, en resulteert in een verdoving - anaesthetising - van de sensibiliteiten van het publiek. En tot op zekere hoogte konfronteren alle massa-media dit gevaar. Want als onze presentatie van de betekenis der gebeurtenissen zijn geloofwaardigheid zou verliezen, zou dat tragisch zijn - het zou niet alleen ons bestaan ontkennen, we zouden het niet kunnen overleven. En de massale moeheid - lassitude - zo geschapen zou het publiek zelf schade kunnen berokkenen.