De adept: bereid en waakzaam
‘Op dit stadium in onze correspondentie, verkeerd begrepen als wij in het algemeen schijnen te worden, zelfs door jou, mijn trouwe vriend, mag het een ogenblik waardevol zijn en nuttig voor ons beiden, dat je over zekere feiten worden ingelicht - en zeer belangrijke feiten - die verbonden zijn aan het adeptschap.
Onthoud dus de volgende punten.
1. Een adept - de hoogste zowel als de laagste - is dat slechts gedurende het uitoefenen van zijn okkulte krachten.
2. Als deze krachten nodig zijn, zal de soevereine wil de deuren naar de innerlijke mens (de adept) ontsluiten, die vrij te voorschijn kan komen en vrijuit handelen op de voorwaarde dat zijn bewaker - de uiterlijke mens - ofwel geheel of gedeeltelijk verlamd zal zijn al naar het nodig is, bijv. of (a) mentaal en fysiek; (b) mentaal - maar niet fysiek; (c) fysiek maar niet geheel mentaal; (d) geen van beide - maar met een akasa-film aangebracht tussen de uiterlijk en de innerlijke mens.
3. De geringste uitoefening van okkulte krachten, zoals je nu dus ziet, vereist inspanning. We kunnen dit vergelijken met de innerlijke musculaire inspanning van een atleet, die zich voorbereidt zijn fysieke kracht te gebruiken. Zoals geen atleet er op uit is zich voortdurend te amuseren door zijn aderen te doen zwellen in het vooruitzicht een zwaar gewicht te moeten heffen, kan geen adept verondersteld worden zijn wil in voortdurende spanning te houden, en de innerlijke mens in volledige funktie, als daar geen onmiddellijke noodzaak voor is.
Als de innerlijke mens rust wordt de adept een gewone man, begrensd door zijn fysieke zintuigen en de funkties van zijn fysieke hersenen. Gewoonte scherpt de intuitie daarvan, maar is niet in staat ze supergevoelig (supersensuous) te maken. De innerlijke adept is altijd bereid, altijd waakzaam, en dat is genoeg voor ons doel. Dus in ogenblikken van rust, zijn ook zijn mogelijkheden in rust.’
Uit: THE MAHATMA LETTERS to A.P. Sinnett from the Mahatmas M. & K.H.; Transcribed and Compiled by A.T. Zarker, Third and revised edition, The Theosophical Publishing House, Adyar, India, 1962.