Nieuw geestelijck lied-boecxken
(1662)–Jacob Vinck– AuteursrechtvrijGedicht van I.V. Medicijn
[pagina 67]
| |
En sitten soo beweent?
De Kercke.
Mijn vleesch met pijn van een moet laten scheuren,
'T vyer is mijn gebeent:
Ach geheel versteent
Zijn de schijn Christen herten:
Want sy lacchen
Ende schachen,
Om haers Moeders smerten.
| |
[pagina 68]
| |
2 Hadd' ick haer niet ghebaret met veel pijne,
En met sorgt; opgebracht,
Ick liet haer toe my aldus wreedt te zijne,
Want 't is vol onbedacht:
Maer nu is mijn klacht,
Door geene troost te stillen:
Het is pijne
Van de sijne
| |
[pagina 71]
| |
Te schande sullen komen:
Boose smelten
En beswelten,
Als sneeu voor den vromen.
5 Een kleyne tijdt (soo het een tijdt magh wesen
By 's Hemels eeuwigheyt)
Soo 't Godt belieft ghy sullet sijn mispresen
En liggen droef beschreyt,
| |
[pagina 72]
| |
Maer den Heere verbeydt
(Al wacht hy wat) langhmoedigh
Want voor-seecker
V Vry-spreecker,
Comen sal seer spoedigh.
6 Als dan sult ghy gelijck de mane schijnen,
Die vol is ende rondt,
Ghy en sult dan niet weten meer van pijnen,
| |
[pagina 73]
| |
Maer wesen heel gesondt,
End' uyt 's herten grondt
Sult ghy den Heere loven
Die genadigh
En weldadigh
Tot u komt van b[o]ven.
De Kercke
7 Op desen Troost, op dit seer vast vertrouwen,
Will' ick noch blijven Heer:
| |
[pagina 74]
| |
Om uwen 't wil verdriet my geen benouwen,
Al ben ick swack en teer,
Want ghy hebt veel meer
Om mijnen 't wil geleden,
Vw' handt stercke
My u Kercke,
Soo blijf ick in vreden.
AMEN.
|
|