[IV]
charley komponeert een vioolkonsert. op een nacht wordt de partituur gestolen. new-york leest de aankondiging: ‘concert-hall: vioolkonsert van pablewski.’ het is avond, acht uur. de concert-hall trilt van licht. in de balkons beven witte zijde en deftig zwart. gongslag. het witte trillende licht dooft in een zacht rode gloed. pablewski dirigeert: ‘viool-konsert no. zeven.’ strakke dekoraties vervloeien. new-york huldigt de ‘komponist’ pablewski. charley krepeert in een hoek van een nachtasyl.