Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries

27

[GROOT NEDERLAND]
[redactie]

Doorn 9-6-'41

Beste Theun,

Dank voor je gelukwenschen.⁴⁵ ƒ 500 zijn niet te versmaden, al is de munt wat wankel, zullen we maar zeggen. Over S. het volgende. Het bericht is zeer onaangenaam,⁴⁶ zacht uitgedrukt; maar voor ons geen reden om het stuk niet te plaatsen, te meer daar wsch. niemand weet ‘wie wie is’. Dit kan natuurlijk gemakkelijk uitlekken, vooral onder deze omstandigheden, maar voorloopig moesten we het er maar op wagen. Als v. Tr. er moeilijkheden mee krijgt, kan hij altijd zeggen, dat ook hij niet wist ‘wie wie is’.

Je novelle las ik nog maar vluchtig, maar in dezen historischen trant zou je zeker⁴⁷ een goede verzameling kunnen brengen. Zoo bezien is het plan ook niet zoo gek, d.w.z. wanneer je je volle vrijheid bewaart en niet aan een bepaald ‘niveau’ gebonden bent.

Holkema schreef mij, dat de vermelding op een vergissing berustte, en dat zij het in Juli weer zullen weglaten. Daarmee is deze zaak uit de wereld. Helaas laat zich dit niet zeggen van de problemen eromheen ....

Over een week of 3 hoop ik je mijn essay toe te sturen.

Hart. gr. van je

Simon.

45 De Dr. Wijnaendts Francken-prijs, in 1941 aan Vestdijk toegekend voor zijn Albert Verwey en de Idee .

46 In de voorzomer van 1941 kreeg Mr. A.S. de Leeuw bevel van de Gestapo zich te melden. Hij gaf hieraan gehoor en is van die gang niet teruggekeerd; zijn weg leidde via de kampen Schoorl en Amersfoort naar Duitsland, waar hij omstreeks 1943 verdwenen is. Zijn laatste werk was een essay voor ‘De Boogschutter’-reeks, een studie over Cd. Busken Huet (Zie brief 28).

47 Het is mij niet gelukt vast te stellen om welke novelle het hier gaat.