Het zichtbaar geheim(1915)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 212] [p. 212] Bede Ik heb gedaan wat gij mij vraagde, Heb al uw vormen liefgehad, En al wat in mij juichte of klaagde En tot uw vormen-loosheid bad Heb ik bewogen zich te toonen Als schepselen van tijdlijkheid En in de lichamen te wonen Die gij vanouds hebt toebereid. Geef nu dat ik door niets verhinderd Mij hef tot u, mij in u stort, Dat door gedaant noch vorm verminderd Mijn vonk geslorpt door de uwe wordt, Dat niets ons blijft dan witte laaiing, Dan vlotte en bliksemklare geest, Een oogwenk van ontzachbre waaiing, Nauwlijks een Zijn, en dan Geweest. Vorige Volgende