Het zichtbaar geheim
(1915)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend
[pagina 24]
| |
[pagina 25]
| |
Koepelwelf doorzeeft
Licht dat altijd stil
Neerzijgt en niet beeft,
Koel, maar nimmer kil.
En het plein wordt groen,
Bloemenwasdom pronkt,
Stortende op 't plantsoen
Straal in droppen vonkt.
Heel de lucht wordt thans
Tot gebrijzeld nat,
Zevenkleurge glans
Die het beeld bevat
Van de onzichtbre zon.
Koepel flauwt omhoog,
Licht en schaduw won
Galerij en boog.
Menschen gaan nu uit
En hun wandlen wekt
Galm als snaargeluid,
Die den hof door trekt.
| |
[pagina 26]
| |
En gang en gebaar
En oogopslag zijn
Vast en groot en waar,
Wars van glimp en schijn.
|
|