Persephone en andere gedichten(1885)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Genoten vreugde. aan Mej. C.H.F. Als 't laatste licht nog aan den hemel is Maar langzaam weggaat in de zee, dan valt De scheem'ring over de aarde en daagt een droom Vol starren aan den hemel mijner ziel. En, half in licht en half in duisternis; Dagen mij al die lieflijke gestalten, Die ik des daags gezien heb en ik hoor Den voetstap van voorbijgegane vreugde, Als van een vriend, die heengaat in den nacht. Want, weet ge, als soms mij aan den hoek der straat Een vriend verlaat, die 'n eindweegs met mij ging, Dan sta ik lang te luist'ren, lang nadat Zijn voeten uit de straat zijn - en ik meen [pagina 73] [p. 73] Aldoor hun klank te hooren, wijl ik waak, Maar waak half droomend. Zie, zooals muziek Nog natrilt in een kamer en een poos De leege stilte een langre vreugd doet zijn, Zóo is er vreugde in nacht na zonneglans, Zóo is er vreugde in 't luist'ren naar den klank Der voeten van een vriend, die weggaat 's nachts. En zoó zal elk, die éens genoten heeft, 't Genot nog kennen in zijn eenzaamheid, Want wat men éens geniet, gaat nooit voorbij. Al wat men éens genoot gaat nooit voorbij, - En álle vreugd, en Gij, muziek en woord, 't Zal àlles leven als een láng genot, En lachen zal het in 't geschreven lied, Dat ik U wijd - dat ik U wijd ten dank Voor lach en woord en ál wat vreugde geeft, En blijven zal in blijde erinnering. Oct. '84. [pagina 74] [p. 74] Vorige Volgende