Persephone en andere gedichten(1885)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Endymion. Zijn witte leden waren zacht gezonken In donk're bloemen, vol en dicht ontsproten; Hij sliep, maar de oogen bleven ongesloten, Die in dien nacht als held're starren blonken. En heel den nacht zat naast hem, droomens-dronken, De God des slaaps, 't zwart rijs en donk're loten Nog wuivend, waar de droppen zacht van vloten, Doch in dier oogen schoonheid weggezonken. En met het dagen van de ontwaakte zon Dan wijkt hij traag als een onwillig kind, Nog omziend naar dien wonderschoonen knaap; En aan den horizon beweegt de slaap Zich even nog - éer 't daagt. En hoor, de wind Ruischt door het boschje: ‘Ontwaak, Endymion!’ Vorige Volgende