Persephone en andere gedichten(1885)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Sonnet. aan Dr. W. Doorenbos. Eer op dit boek der menschen oog zal staren, Wil ik mijn handen leggen in uw handen, Als toen mijn lippen zich het eerst vermanden U te bekennen, wat mijn droomen waren. En 'k wil gedenken, hoe voor weinig jaren Gij 't eerst mij heenweest naar die schoone landen, Waar schoonen Goden aller offers brandden, Met zang en dans en spel van gouden snaren. Ik was een kind en wist niet wat ik wilde, Maar zocht naar één ziel onder al die velen, Met wie 'k, als met een kind, mijn droom kon deelen, Zonder de vrees, dat ik dien droom verspilde. En gij waart mij de goede, rijke, milde, Die mij begreep en mijn verlangen stilde. Vorige Volgende