Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

A.P. van Groeningen aan A. Verwey 4.12.88

Gedempte Binnenrotte 48

4 Dec. 1888

Geachte Heer,

Nóg heeft de heer Beitsma me niet geantwoord,¹ hoewel ik het hem tweemaal uitdrukkelijk verzocht. Minstens vind ik dat onbeleefd. Ik wil erkennen, dat het moeielijk is, zich in de omstandigheden van een ander te plaatsen - daartoe is veel hart en veel persoonlijk lijden noodig - maar omdat ik zelf altijd gewoon ben, onmiddelijk te antwoorden, en daarbij alle bezwaren over het hoofd te zien, dáarom mag ik het ook van een ander eischen, dunkt me. Ik zie er dan ook een persoonlijke beleediging in, dat de heer Beitsma zich niet verwaardigde me te antwoorden.

Ik verzoek u daarom, me de novellen terug te sturen, dan zal ik mezelf zien te helpen. Het spijt me, dat ik u zooveel last veroorzaak. Het zou me

1 Zie a.p. van groeningen aan a. verwey 24.11.88.

[p. 634]

waarlijk zeer spijten, als ik bij u een onpleizierigen indruk achterliet. Maar ik weet, dat U te veel gevoel heeft, dan dat ge op enkele daden van iemand een oordeel over zijn karakter zult gronden. Helaas! de omstandigheden zijn soms sterker dan de mensch, leer ik zachtjesaan inzien. Ik word dan ook al oud!

In elk geval, u kan verzekerd zijn van mijn dank. Meer heb ik ongelukkig niet te missen.

Mag ik op een spoedige toezending rekenen? U zal me daardoor zeer verplichten

Uw dw. Aug. P. van Groeningen