Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 495]
| |
A. Verwey aan C. Verwey 23.8.[88]Ga naar eind1Katwijk a-zee 23 Augs
Beste Chrissie, Geen tijding, goede tijding, denk ik. En dat moeten jullie ook maar denken. De tijd loopt hier voor Kloos en mij nu op een eind, en dan zal ik nog wèl een dag of wat naar van 't HaaffGa naar eind2 gaan, - maar ik kan je zeggen, dat ik al heel verlangend uitzie naar den dag waarop ik weer voor goed thuis zal komen en stilletjes werken op mijn hooge kamertje, en de zorgen voor tafel en waschgoed van me af zetten, onder de vleugelen van Moe en Margreet. Want ik ben nu zoo'n halve huisvader en snij vleesch en schenk bier, en zeg: Willem, zul je niet nog een beetje boontjes? (we eten tegenwoordig alle dagen boontjes) - en huismoeder ben ik voor de andere helft en maak waschlijstjes en tel de juffrouw onze vuile hemden en broeken en boordjes en luiers voor, - en zeg als we een verkeerd stuk terug-krijgen: Pietje, zeg tegen de waschvrouw, dat er een stuk in de wasch is dat niet van mij is, maar dat ze het niet weeromkrijgt voór ze mij het stuk weerombrengt dat wèl van mij is en dat er niet in is. En dan komt Pietje en zegt: Menheir, de waschvrouw zeit (de vrouw die het goed wascht zeit), of ze dat stuk weeromkrijgt dat er verkeerd is, want dan ze anders niet het stuk van u krijgt dat bij die andere menschen is. En wat moet ìk dan doen? Ik kan me best begrijpen dat Moe haar hoofd soms omloopt. Je mag wel een klein kantoortje in je hoofd hebben en een aparten boekhouder voor huiselijke zaken om daar je verstand bij te bewaren. (Vraag eens aan Moe of dat buitenshuisgaan een mensch niet raisonnabel maakt.) Nu, beste Jongen, kus allemaal van me, en eet goed en doe wel, dat zijn twee hoofdzaken, en verwacht me Maandag - schoon ik dan nog niet voor goed blijf. Dag. Albert |