Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 462]
| |
A. Verwey aan C. Verwey [3.7.88]Ga naar eind1Blj H. Vooys Voorstraat Katwijk Beste Chris, Wij zitten - zie hier boven. En het waait hard, - zie bijgaande juffrouw.Ga naar eind2 Maar het is heel zonnig en als je loopt wordt je warm, vooral als je tegen den wind in loopt. Het eten was gister gewone-menschen-eten, maar heel goed en heel veel. Een stuk gebraden vleesch, groot genoeg voor man, vrouw en vier onnoozele kinderen; bloemkool, nieuwe aardappelen en sla. Alles ging er glad in. Het ontbijt vanmorgen bestond uit: een gekookt ei, brood zooveel we lustten, kaas, rookvleesch, thee en melk, een kan vol. Vrouw Vooijs - wij zeggen juffrouw Vooys, - heeft eigen kippen, die gemolken worden en eigen koeien, die de eieren leggen. Als we straks, om 12 uur, een tweede editie van zoo'n ontbijt krijgen, zei Kloos, dan is Vandsoort wezenlijk een dorp van heele goeie soort. Die woordspeling ging niet op, want Vandsoort heet Zandvoort, en bovendien zijn we hier in Katwijk. Flauw, hè? Denk je erom me dadelijk te schrijven, als de fotografieënGa naar eind3 gekomen zijn. Dan zal ik Karsen schrijven en die zal bij ons aan huis komen en voor de verzending zorgen. Kijk ook eens in mijn boekenkast, bij de Hollandsche hteratuur, - ik denk onderste plank - naar de Gedichten van Vosmaer,Ga naar eind4 en stuur me die per postpakket. lk ben hard aan 't werk en het is heel prettig na het ontbijt, na den eten, en 's avonds voor we naar bed gaan samen te zitten lezen en schrijven. Kloos is ook goed gehumeurd en is een verstokte zieke als hij nu niet gezond wordt. Hij moet om half acht op, want om 8 uur stuur ik de juffrouw in zijn kamer om 't ontbijt klaar te zetten. Zoo iets vroegs is hem nog nooit overkomen, De eerste vijf minuten, bij zijn eitje, kijkt hij dan ook nog net of hij de kip is, die het eitje gelegd heeft. Maar dat soort kippigheid zal gauwer beteren dan die andere, die hem verhindert Noordwijk te zien als hij met zijn neus tegen 't duin loopt, waar het op staat. Her moet wat minder waaien eer ik je hier vraag: je zou nu te moe worden. Ik ging gister om half elf naar bed na een wandeling, heelemaal op. Zeg Moe en Margreet en Anna goeien dag en omhels allemaal en ook jezelf vanwege je broer Albert. |