Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

M.C.L. Lotsy¹ aan A. Verwey [2.12.87]²

Geachte Heer,

Tegelijk met dezen zend ik u een voor ‘den Amsterdammer’ bestemd ‘ingezonden stuk’³ naar aanleiding van ‘een bazig denker’.⁴ Gij zult zien dat uw naam er nog al eens in voorkomt. Die associatie zou u stellig onaangenaam zijn indien gij al te weinig mogt sympathiseren met de beschouwingen die ik aan de Uwe vastknoop. Het zou zelfs kunnen zijn dat gij het met de mijne volstrekt niet eens waart en daarom geloof ik zoo beleefd te moeten zijn, u inzage van het stukje te geven. Ergert het u niet wees dan zoo vriendelijk het aan den Amsterdammer te zenden als ‘ingezonden stuk’; ergert het u wel, aldus de aanloop te zijn tot beschouwingen die gij meer of min afkeurt, wees dan zoo beleefd uit erkentelijkheid voor mijn goede

1 Volgens de burgerlijke stand Lotsy; zelf ondertekende hij met Lotsij.

2 Briefkaart; datum ontleend aan poststempel.

3 Nooit verschenen. Zie ook: m.c.l. lotsy aan a. verwey 4.12.87.

4 Albert Verwey, ‘Een bazig denker’ [over: rede van dr. C.B. Spruyt]. In: De nieuwe gids 3 (1887-1888), deel i, p. 241-255.

[p. 372]

intentie het stukje terug te zenden. Ik zal het dan in een anderen vorm gieten, of misschien ook wel zwijgen.⁵

Met de meeste achting

Uw dwillige

M C L Lotsij.

5 Zie ook m.c.l. lotsy aan a. verwey 4.12.87.