Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

J.C. Blonk aan A. Verwey 19.9.87

Maassluis 19 September 87

Amice!

Met dezelfde ernstige belangstelling waarmede ik steeds de ontwikkeling van de Nieuwe Gids gevolgd en het tijdschrift gelezen heb kom ik nu tot je met het volgende verzoek: zoudt ge mij willen aantoonen wat het schoone is in de eerste drie stukken¹ van de Augustus-aflevering van de Nieuwe Gids? Ik heb die stukken met aandacht gelezen, maar het schoone daarin heb ik niet kunnen genieten, zeer tot mijn spijt.

Zooals ge aan het opschrift ziet ben ik in Maassluis; ik neem hier praktijk waar voor eenige weken. Als ge mij antwoordt, schrijf dan s.v.p. het volgende adres: Dr. J.C. Blonk te Maassluis. Ik ben wel geen dokter maar dat is voor het publiek hier, en wees dan zoo goed, als ge kunt, vóór zaterdag te antwoorden want zondag gaat de vrouw van den dokter,² een zeer verstandige ontwikkelde vrouw, op reis en zij zou ook zoo graag het oordeel van Albert Verwey hooren.

1 A. Aletrino, ‘Een zang’, in: De nieuwe gids 2 (1886-1887), deel ii, p. 325-328; Arij Prins, ‘Een nacht’, p. 329-333 en Jac. van Looy, ‘Het einde van een stierengevecht’, p. 334-341.

2 Niet geïdentificeerd.

[p. 337]

Toe, Verwey doe het, gij zult er ten zeerste mee verplichten

tt

J C Blonk