Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

W.A. Witsen aan A. Verwey 2.8.87

Zandvoort 2 aug '87

Ik kom thuis van 'n wandeling of liever 'n slentering aan 't strand. Ik heb zelden zoo iets heerlijk moois gezien, zooals van avond met 'n woeste, kokende zee, diep, geweldig vaal in 't gedempte maanlicht; en 'n lucht, 'n lucht! Albertje zulke wolken heb je alleen op zee schijnt wel, zoo machtig en groot, en je kunt denken, die heerlijke kleurencombinatien van donker mat blauw, en nat grijs, en 'n immens ingehouden licht, zacht - zoo groot - die vlekken, plassen kleur - alleen Jaap¹ kan dat schilderen, zoo'n bleeke horizont - bleek intens blauw - en die krachtige zee met z'n schuivende witte golven in z'n groot geluid - en nu kom 'k thuis en zag zooveel heerlijks en vóor dat 'k nu ga lezen in je bundel² die 'k met me nam, en weer zal hooren in je verzen datzelfde groote geluid, moet 'k je even schrijven, m'n goede Albert en je zeggen dat je me zelf de N.G. moet komen brengen, om zamen eens te wandelen in den avond. Ik heb prettige kamers met nog 'n leeg bed, zoodat je kunt logeeren bij me, schrijf wanneer je komt, Donderdag of Vrijdag of wanneer; wanneer??

1 Jacob Maris.

2 Persephone en andere gedichten.

[p. 325]

Je zult er geen spijt van hebben; overdag moet je lachen om de enorme banaliteit van die stommers hier, maar wij zien ze niet en zullen wandelen, en zien veel heerlijke dingen. - Kom dus - finatiël kun je geen bezwaren hebben, want 'k heb nog en 't zal goed voor je zijn. blijf minstens 'n paar dagen - dag Albert

'n hand van je vriend

Wim

de trein van 3.25 uit Amsterd. is éen van de goede