Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 288]
| |
A. Verwey aan K. van Vloten 25.2.87Ga naar eind1Leesmuseum AmsterdamGa naar eind2
Rozengracht 57. Amsterd. 25 feby '87
Waarde Kitty, a.s. Dinsdag, mag ik dan komen? Dan wou ik eerst graag even op de BibliotheekGa naar eind3 zijn, dan koffiedrinken, dan wandelen - en als die dag niet goed is, schrijf me dan een anderen en als er geen een goed is dan ben ik boos op je. Ik heb juist een brief aan den jeugdigen Priem achter mijn pen. De jeugdige Priem is de dichter, dien ik goeden raad geef. In ruil daarvoor krijg ik dan slechte verzen. 't Is verschrikkelijk. Even verschrikkelijk is de geestdrift en verontwaardigingGa naar eind4 van mijn Amsterdamsche vrienden. Ze beweren dat ze als leden van de maatschappij etc - en in die kwaliteit wandelen we overdag naar het Waterloo-plein, en brullen elkaar 's avonds de verslagen van de Amsterdammer voor. Ik voel dat lidmaatschap zoo niet en moet erg veel lachen - la sottise humaine. Het spijt me dat ik Vrijdag niet in BussumGa naar eind5 gekomen ben, maar ik dorst niet omdat ik niet was gevraagd. O ja, niet durven. Ik herinner me niet ooit zoo confuus te zijn geweest als Maandagavond. Een muziekuitvoeringGa naar eind6 met een vers van me erbij, uit den bundel, - een avond vol angsten, vanwege de beleefdheden, die ik had te beantwoorden. Ik heb tien minuten op een stoel achter een deur gezeten en niets gezeid. |
|