Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

M.C.M. de Groot aan A. Verwey 31.1.87

Schiedam 31 Jan. 1887.

Hooggeachte Heer Verwey!

Ingesloten zend ik U ƒ 175.- als

bankb. AY 4849... ƒ 100.-

muntb. 4907 F... ƒ 50.-

bankb. GF 8714... ƒ 25.- ƒ 175.-

De ontbrekende ƒ 25. - zal Israels U voor mijn rekening¹ ter hand stellen.

Ik hoop binnen kort met U te kunnen kennis maken, maar een reis naar Amsterdam kost veel tijd en geld en dit hield mij tot nog toe terug. Mocht U soms bij toeval eens meer in de buurt komen, dan beveel ik mij voor Uw bericht zeer aan. Wij kunnen elkaar dan daar eens ontmoeten. Overigens denk ik een der eerstvolgende 3 Zondagen naar Amsterdam te komen.

1 Isaac Israels was bevriend met De Groot; door zijn bemiddeling kreeg Verwey de financiële steun: maandelijkse bedragen van ƒ 50, - met een startbedrag van ƒ 200, - tot een totaal van ƒ 1000, -. Tot Verwey deze geldelijke ondersteuning van De Groot kreeg en nadat hij van kantoor was gegaan, leefde hij van de ± ƒ 200, - die de stukken voor De nieuwe gids hem jaarlijks opleverden, naast de ‘toelage’ die Jan Verloop hem gaf en de ‘tijdelijke hulp’ van Jan Veth (brief A. Verwey aan F.W. van Eeden d.d. januari 1889, Van-Eedenarchief, uba).

[p. 278]

Ontvangstbericht van deze zal mij aangenaam zijn.

Groet s.v.p. Israels bij gelegenheid.

Met hoogachting

M.C.M. de Groot.