Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdF.W. van Eeden aan A. Verwey 29.11.86Bussum 29 Nov 86
Albertje Gisteren in den Haag geweest - komplimenten van Netscher. Met Januari komt er een novelleGa naar eind1, van hem. voor de N.G. Hij sprak met veel satisfactie over de correspondentie met jou. Ja, zei hij, Verwey is altijd zoo vriendelijk tegen mij - hij stuurt mij afdrukjes van zijn verzen. Dit was hooge ernst. Heusch jelui begrijpen dien jongen nog maar half. Er loopt geen beter kind op twee beenen. 't Is een nette uitgave van Paap, - op zwaar papier. Het paapt al wat er aan is. Groote plannen, zelfvertrouwen, een oordeel als een windwijzer en een bloed voor wie hem aandurft. Maar ik hou toch van hem, - en ik wou dat hij een roeping had tot billarten of schijfschieten of muziek - als 't maar geen literaire was, want dat maakt hem zoo raar. Mouton is een best mensch - ik wou die wel houden als uitgever. Een eerlijke eenvoudige man. Veth en ik lachtten om de krokodillenGa naar eind2 van Cosman, - toen slaakte Mouten de naïve verzuchting: ’'t Is om den kluts kwijt te taken, is die nu ook al niets. Zoo hoor je dat het mooi is en direct daarop heet het prullarie. Met van Logchem ging het ook zoo’. Op de vraag van wie hij dat dan hoorde, antwoordde hij, van Netscher en Coopland. Hm! hm! Wij hebben genoegelijk samen gedelicateerd,Ga naar eind3 uitgever, teekenaar en auteur. | |
[pagina 260]
| |
Proef! proef! proef! - hou je mond maar, schreeuwleelijk! - zijn je twee laatste pagina'sGa naar eind4 al af? - (dit is tegen Goes) Ik was natuurlijk juist naar den Haag vertrokken toen de proefGa naar eind5 kwam. Ik had twee dagen in spanning gezeten - of hij nog bijtijds zou komen. Maar jawel! Wil jij nu de revisie corrigeeren? Bij de mededeeling van het ‘steenengooien’ staat ‘treffende waarschijnlijkheid’ - schrap daar ‘treffende’ door. In de noot over Apollonius staat ‘beschrijft deze kunst’, verander dat in: ‘erkent om dit vermogen hun wijsheid als de hoogste’. Zoo zul je me plezier doen. Ik ga waarschijnlijk met Veth een nacht in het spookhuis te Halfweg doorbrengen, ik heb den dominé al geschreven. Daar zullen we plezier van beleven. Ik neem de krokodillen vijver mee,Ga naar eind6 - daar bezweer ik alle spoken mee, denk ik. Een knap spook dat er niet om lacht. Ik bied het bijgaande Varium aan - Heb je al versjes? Al de praatjes van Netscher zijn waar,Ga naar eind7-uit Oefening kweekt kennis. Hoe hij er nog plezier in heeft, snap ik niet. Zeg aan Versluys dat er nog verscheiden Grassprietjes bij opschieten voor den 2en druk - en dat hij meer moet adverteeren. De N.G. en de ‘Student’.Ga naar eind8 Wij maken het hier wel en groeten jou en WimmelGa naar eind9 en de schreeuwleelijkGa naar eind10 heel amicaal Fré
Naschrift op het artikel van G. van AmstelGa naar eind11 (vorige afl.) Ach! mocht het droevig palingoproer de palingeneseGa naar eind12 zijn der Amsterdamsche politiemacht! |
|