Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

A. Prins aan A. Verwey 5.11.86

Hamburg 5 Novr. '86

Alter Jungfernstieg 25III

Waarde Heer Verwey

Ik moet beginnen met mij bij a te verontschuldigen, dat ik uw brief van den 6n. Octr zoo lang onbeantwoord heb gelaten.

Drukke bezigheden en beslommeringen, veroorzaakt door het verhuizen (dit is de 3de maal in een jaar, zoodat ik iets van den wandelenden jood krijg), zijn de oorzaak van het uitstel. -

[p. 253]

Ik dank u wel voor uw vriendelijk aanbod om met uw drukker over mijn Novelle¹, te spreken, voorloopig zal ik er echter geen gebruik van maken, daar ik met de uitgave v - mijn nieuwe Novellen² wil wachten tot ze een boekdeel vormen. Later hoop ik u dus over de zaak te spreken -

Ik lees thans L'opium³ van den bekenden Paul Bonnetain; er komen knappe beschrijvingen in, maar het boek is 1^o veel te lang en 2^o (m.i. een groote fout) geschreven met de bijbedoeling door het onderwerp (de fransche overheersching in Tonkin) succes te hebben. Het is wat Figaroachtig. -

Verder is de echtbreuk, of liever liefdesgeschiedenis, want het komt zoo ver niet, gesneden naar Flaubert's modellen - dus ook al niet nieuw. Maar dit alles neemt niet weg dat B. - talent heeft.

Den 10n. verschijnt Le Desespere,⁴ het vreemde werk v - Leon Bloy en indien ik het een beetje spoedig uit Parijs ontvang, hoop ik er den Heer Kloos nog voor het decr nr v-d N Gids een artikeltje over te zenden.⁵ -

Waaraan werkt u thans? Ik schrijf een novelle⁶ van een 10tal bladz druk - een reisherinnering - ik schiet echter niet hard op - iedere bladzijde is zeker 5 á 6 maal overgeschreven & gewijzigd, en nog blijf ik ontevreden.

Het eind zal dan ook wel zijn, dat ik de novelle doodwerk. - Het gaat ons allen zoo; hoe ouder men wordt, hoe meer men meedenkt en studeert, des te hooger eischen stelt men aan zichzelf en des te moeielijker werkt men.

Daarbij komt, dat men hoe langer hoe meer overtuigd wordt van het nuttelooze van het bekrabbelen van een stapeltje wit papier - en dit is zeker ook geen stut om staande te blijven. -

Na hartelijke Groeten

Steeds

Uw dw dr

Arij Prins

In Decr. a.s. kom ik te Amstm - ik hoop u dan ook te zien. -

1 Nadere gegevens ontbreken.

2 Arij Prins, Een koning (Verhalen). Amsterdam 1897.

3 P. Bonnetain, L'opium. Paris 1886.

4 Léon Bloy, Le désespéré. Paris 1886.

5 Niet in De nieuwe gids verschenen.

6 Arij Prins, ‘Fantasie‘. In: De nieuwe gids 2 (1886-1887), deel ii, p. 2-12.