Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdA. Verwey aan M. van Vloten 21.8.86Rozengracht 57. 21 Augs '86
Beste Martha, Ik heb een verschrikkelijken lust om een weekje in Bussum te wezen. Kun je me logeeren, dan pak ik Maandagochtend mijn koffertje en mijn biezen. Ik zal heel zoet en lief wezen en alle ochtenden heel hard werken en free niet storen. Ook slaap ik desnoods onder de verandah - veranda - ha - hoort die h daar? Je hebt een veranda, kijk dan even of hij met of zonder h is. Ik lees op 't oogenblik Buch-holzGa naar eind1 en vind dat goede schrijvers van ander hout zijn vervaardigd. Ook lees ik Shakespeare, Klopstock en meer der- | |
[pagina 223]
| |
gelijke groote mannen. KlopstockGa naar eind2 heeft God en al zijn Engelen sentimenteel gemaakt: dat is erg vroolijk. O Mijne vrienden! onbeschrijfelijk veel hebben wij in Helmers verloren! Neem me niet kwalijk: ik ben aan 't excerpeeren van een redevoering over Helmers,Ga naar eind3 die me niet uit mijn hoofd wil. 't Spijt me verschrikkelijk, dat ik niet meer Latijn heb gelezen: want ik heb 'n idee, dat die man alle mogelijke auteurs geplunderd heeft om een taal te krijgen voor zijn verzen. Maar aangezien ik niet geloof dat hij Latijn verstond zal hij de een of andere vertaling (van Horatius) hebben geraadpleegd. Ja, vooral Horatius, denk ik. Paap is weer op oo. Hij schrijft me brieven, beginnende met Verwey, en eindigende met Paap. Ook is hij zeer nonchalant. Kloos bestudeert Aeschylus met artistieke oogmerken, en bij-oogmerken met het oog op een prozastuk. Goes zit in Doorn in een huisje, midden in een boschje vol boompjes en struikjes, waarin hij denkt aan een stukje voor het Nieuwe Gidsje, een politiek stukje. De Koo - zeg dat aan je man, die niets van zich hooren laat - heeft een groot stuk voor ons klaar, onder een strikt pseudonymGa naar eind4 Dag, dag Albert
O ja, schrijf me even of 't goed is of schrijf me niet, dan kom ik ook. |