Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 201]
| |
naar het Zuiden. In Toledo blijf ik de warmte wat afwachten om verder te gaan. daar kun je me dus schrijven. m'n adres daar zal zijn: Gran Hospedaje del Universo Barrio Rey 7. Toledo Ik zou ook wel naar het Noorden gaan kunnen. wat me van verschillende zijden is geraden, maar, dan zou ik dat gedeelte van Spanje twee maal moeten doortrekken. Wat ik laat. omdat ik lui ben. en nog meer omdat het zooveel geld kost. Je moet bovendien weten, dat ik hier in Madrid dagen heb gehad van 108 graden Farenheit. 't Eenige wat me naar het Noorden zou doen gaan. is het ontloopen der andere helft der gouden medaille. onze vriend Dunselman namentlijk. Evenwel als elke medaille heeft een gelootte academische ook een keerzij. als is het alleen maar een nuttige. dat is: het nut dat men halen kan uit het gedwongen omgaan met onsimpatieke naturen. Je ziet. ik ben nóg altijd aan 't inpakken ik ben nog altijd bezig aan een vervelend werk. En ik was eigentlijk begonnen met jou wat te praten om me die herrie van het lijf te schudden. maar jongenlief. jij weet wel. wat een kankerkracht er in stof zit. eigentlijk bedoel ik: poussière. maar op 't oogenblik weet ik daar geen goed woord voor. Zou 't vuiligheid mogen zijn?... Denk nu niet dat ik aan simboliek vuil denk. ik meen wezentlijk echt stof... dan dat vuile. goor[?] voelende poeder. dat in de tijd van drie maanden. altijd langzaam en onzichtbaar vallend. tot een dikke laag geworden is. bijv. op een in een hoek geslingerde studie. of impressie. Anderen indrukken zijn gekomen en men heeft drie maanden verder geleefd; op een goeie dag, met een verhuisdag bijv. stoft men het stof weg. en dan komt dat stukje leven van je zelve. (want dat is het toch, niet waar?) voor den dag. zoo als ik me voorstel. dat het onbehagelijke gezicht van een pasgeboren kind er uit moet zien. als het drijft op het water van een gracht. waar het door een radelooze jonge moeder ingegooid is. Soms gebeurt het ook wel eens. dat men verwonderd staat. bij het wegdoen der stoflaag. over het frissche stukje leven. en dan betreurt men het. dat niet te hebben laten groeien. Nu, dat kan zelfs een jonge vrouw gebeuren. die een onecht? kind vermoord. als ze kalm geworden. naderhand denken gaat. Er is toch eigentlijk veel stof in de wereld. Zou de wereld zonder stof goed zijn? En wie maken het meeste stof. zij die niet weten. dat ze met elk van hun voetstappen een ander stof in de oogen strooien. of zij die wel weten wat stof is, maar stof veroorzaken door het onophoudelijk wegvegen van stof. Laten we dit stofpraatje maar eindigen met de wetenschap dat stof in de zon mooi is en als de kinderen zingen. Uivertje - Stuivertje. Stof Jij bent en eerlijk en zuiver van of - Geteld. | |
[pagina 202]
| |
Ja. Albertje, dat is zoo. en de wereld is niet in zes dagen gemaakt. Onder. wat ik vond. behoorde ook die impressie uit Persefoné.Ga naar eind1 die vond ik echter niet in een hoek. maar vastgeplakt op een raampje. Je moet je dat raampje voorstellen als een Ui, de eerste laag die ik wegnam. was een studie naar de natuur. nuchter. daardoor mislukt misschien. hij heeft zijn dienst gedaan, en gaat in de koffer bij een heele rol mij geboren kinderen uit Italie. De tweede laag was een impressie in aquarel. uit 't hoofd geteekend waar ik aan hecht. omdat ik het mooi vond in de natuur. De derde laag was een dollemanstreek, maar in de natuur ook mooi. de vierde laag was de persefoné impressie. Toen ik die ui aldus gepeld had. heb ik besloten. dat vierde laagje maar bij de rest te doen. wat ik wegzenden zal Ga dus. bijv. over drie weken. naar mijnheer Allebé. en vraag hem die illustratie. ik heb hem gezegd. dat hij je die moest geven. Als je hem dan netjes vierkant snijden laat. geeft ik je hem cadeau, zonder dat één mensch er zich over behoeft te ergeren. of oordeel te vellen, op dezelfde manier zooals ik je bij m'n terugkomst wel eens een potje bier aanbieden zal. hoop ik. Smaakt je dat bier niet. dan zult je mij niet boos maken door het te zeggen. of het potje leeg gooien op de grond. er is bier genoeg in de wereld. Hier kan men zelfs Heinekenbier krijgen. Ik stuur voornamentlijk twee groote copiën weg (mijn taak). Als ik je vertelde wat daar aan vast zit, hoeveel vloeken. hoeveel onplezierige oogenblikken, zou je me zeggen. zooals je me dat in Italie zoo vriendschappelijk was te zeggen. dat ‘klagen niet te pas komt’.Ga naar eind2 Ik zou er meê kunnen bewijzen. dat ik omstandigheden onder de oogen weet te zien. en och, al klaag je nog zoo hard. de kousen komen toch klaar 't Is een stoffige brief. en ik die me voorgenomen had eens heel mooi te schrijven. Voor een andere maal. Albertje. jij geeft me altijd een brief terug. en je hebt me bovendien nog nooit lastig gevallen. of in mijn zwakke plaatsen gegriefd. Ik ben lang geen ‘God in 't diepst van mijn gedachten’.Ga naar eind3 heel dikwijls minder dan ...nu... ja. wat staat er wel tegenover een God. een mensch? Michel Angelo was een God. zooals een mensch is. die bovenmatig uit steekt hoog boven anderen. Er is hier in 't Museum een schilderijtje in olieverf van hem, zoo niks. in vergelijking en toch behoorend bij de cyclus die eindigd in het plafond der Chapelle Sistine en in zijn Tombe der Medicis Velasquez was een erg groot schilder. een verbazend. knap schilder die zijn mooiste dingen maakte toen hij op z'n oudst was. Zie je. dat zijn zoo van die dingen waar ik me hier in mijn eentje wat meê tracht op te vrolijken. Ik leer er uit. dat zelfs menschen die erkend groot zijn. zelfs in vergelijking goden schijnen de algemeene natuurwetten niet hebben kunnen ontloopen. en groeien moesten of ze wilde of niet. Meesterstukken. een braaf woord. zijn geworden. Dus. laten we worden en geen meesterstukken willen maken. | |
[pagina 203]
| |
Wordt men tenslotte niets. of weinig 't is voor een nakomeling misschien makkelijker te worden. Nu is absoluut het stof van m'n kleêren, maar nu heb ik je niet heel veel meer te schrijven. Jongen. de vrouwtjes zijn hier zoo voorbeeldig mooi. Het Spaansche volkje is zoo... eigenaardig interessant. 't is hier moeielijker dan ergens anders wat redelijks te doen. De laatste dagen zat ik in een beestenspel te wachten tot de copiën droog waren. aardige lui, een heel aardige jonge vrouw, prachtige leeuw. meesterlijke apen. goed humeur, erg warm, slangen die eieren lagen, en paar goede croquitjes gemaakt, en me heel weinig verveeld, veel geknoeid! Ziedaar in 't kort de laatste dagen. die in Holland zoo rumoerig waren.Ga naar eind4 Ik ben er van geschrokken. en zooals Allebé terecht aanmerkte. ‘Als ik zoo iets in 't buitenland hoorde, zou ik het niet willen gelooven.’ 't Klinkt zoo vreemd Hollandsche barricaden. paling trekken is niet vreemd. Maar wie weet. hoeveel verwondering de tijden die komen, nog geven zullen. Verwondering eindigd soms in bewondering. Wat jammer dat de Jordaan zoo 'n domme kracht is. Ik wou je nag een paar sonnetten er bij doen. maar 't word donker. Dus tot straksch. Nu is het straksch. en als jij dezelfde indruk krijgt van dezen als ik toen ik haar overlas. dan zeg je: Die Looy is een onnoosele bloed. en hij vertelt allemaal dingen als of het heel wat was, die ik al wist. toen ik nog niet geboren was. Nu. dat doet er ook niets toe. ik heb je wat van mij verteld. Doet gij insgelijks. Stuur me ook als je wilt p.o. Barrio Rey. 7 Toledo het zesde nummer der Gids.Ga naar eind5 Nu nog met een hand. Wat ik je bidden mag. Lees Don Quichotte.Ga naar eind6 Je vriend Jac. v. Looy
Doe mijn groeten aan Aletrino vooral. Ik moet hem schrijven en 'k zal het doen. als je mij zijn adres zegt: anders zal 'k hem sturen adres Hemoneyst. 13.Ga naar eind7 Ik stuur je deze twee sonnettenGa naar eind8 van de laatste tijd. die ik onderstel dat je in elk geval lezen zult willen. Zeg me. wat er aan mankeert. Want. al stuur ik een heele Odyssee aan de Gids Secretaris.Ga naar eind9 dan krijg ik toch geen antwoord. zelfs niet eens in de ‘Brievenbus der Gids’. Lees ze maar als een vervolg der nieuwtjes dat is beter. dan behoef je ze te beschouwen als iets ernstigs. en dat was de bedoeling. Hoe gaat het met de barricaden? Vertel me ook wat je denkt van de illustratie die lang niet goed is. maar 'k zou haar over moeten maken. en daar heb ik nu geen lust in. Adios. ik ga wat wandelen. morgen of later de sonnetten. |
|