Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdJ.P. Veth aan A. Verwey 22.7.86Arnhem 22 Juli '86
Beste Albert, Ik heb maar even tijd je voor je brief te bedanken en haar te beantwoorden in zoover dat noodig is! Ik vind je beschouwing over het sonnetGa naar eind1 zeer juist. Het moede van regel 2, 3 en 4 was wel gewild. Van het plagiaat ‘trotsch man’ was ik mij bewust. Alleen meende ik dat het gepermitteerd was daar ik het in nieuwe combinatie aanwendde. Regel 13 is gemakkelijk te corrigeeren. Maak er van: ‘Voor mijn gericht, en laat doe hen 't vonnis wachten.’ Ik vermoed (neem me niet kwalijk) dat je geinfluenceerd bent in je ongunstige opinie over Zilcken's ets. De nieuwlichters der schilderkunstGa naar eind2 vinden haar niet veel. En eigenlijk ik ook niet. Toch zou ik haar in een kritiek bovenaan genoemd willen zien, omdat het de meest compleete ets is. Er is niet veel in, het is niet gròòt, maar het is homogeen goed werk. Witsen heeft 20-maal meer te zeggen maar hij stamelt soms. | |
[pagina 200]
| |
Je oordeel over mijn ets is complimenteus maar onjuist. Je verwart het sentiment dat er achter zit met de expressie er van. Nu nog iets anders: Het ‘stuk’Ga naar eind3 is nog niet af, en ik heb absoluut geen tijd. Ook is Witsen er in betrokken die lastig is. Ik kan dus niet belòven het te leveren, schoon ik àl mijn best nog zal doen. Ik hoop hiermede de N. G niet te dupeeren. 't Zou dan toch altijd de volgende afl komen. Maar vedremo!Ga naar eind4 (A propos! Als je weer èrg om geld verlegen bent zeg het me dan alsjeblieft.) In haast tt Jan Veth |