Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdA. Verwey aan J.P. Veth 29.10.8574 Nassaukade Amsterdam. 29 Octr '85
Carissime, L.I. Zaterdag had ik het genoegen je te zien - zonder je te kunnen spreken - en even daarna het ongenoegen te hooren dat ik je den heelen dag niet spreken zou. Als je Zaterdag in stad bent hoop ik je te vinden. Dan zal ik tusschen half zes en zes in Suisse gaan zitten. Kun je niet, schrijf het me dan maar even. Ik ben blij dat het portret opgang heeft gemaakt - ik heb de kranten niet gezien, maar hoor, dat er veel over geschreven is. Aardigheden en grapjes ontbreken oók niet. Eén meneer maakt de opmerking dat ik net keek of ik ‘de brom in’ had, een ander ‘dat er een eenigszins ontevreden uitdrukking sprak uit die trekken’ etc - want er zijn er nog meer, even streelend voor jou artisten-ijdelheid als vernietigend voor mijn eventueele ijdelheid op uiterlijke voordeelen. Vandaag had de Zaanlandsche Courant een vrij gunstige critiek op de N.G.Ga naar eind1 De Gids kondigt aanGa naar eind2 een artikel over Moderne Sonnetten en een ‘Nieuwe Gids’ in de Litteraire kroniek.Ga naar eind3 Dat zal wel weer een litterair buitenbeentje zijn van amice van Hall. - Ik heb een vervolg op Persephone gemaakt[?] - de eerste zang ervan. Het heet ‘Demeter’Ga naar eind4 en zal successivelijk in de N.G. verschijnen. De eerste | |
[pagina 72]
| |
zang, die klaar is, beslaat 200 a 300 verzen - ‘The Few’ die het gehoord hebben vinden het beter dan Perseph., in compositie en kracht van Sentiment. Evenals met Perseph. bedoel ik er niet veel meer mee dan het geven van een aantal tafreelen en beelden van een bepaalde soort. Klanknabootsing, impressie van hoekjes natuur, standen en groepen interessant gemaakt door een beetje handeling en een paar sentimenten - ik heb door Perseph. gemerkt dat men daarmee de opvoeding van het publiek beter beginnen kan, dan met de ideeën en sentimenten, die de kern van een nieuwe periode zijn. Ik beweeg me, terwijl ik die verzen schrijf, in de familiariteit van mijn oude fantasieën - en nu ik er weer in bezig ben, heb ik ook wel lust mijn werk artistiek zoo goed mogelijk te maken. Daarna is het voorgoed ermee uit. - Ik merk dat ik hier eenigszins geapologeerd heb voor het schrijven van poëzie, die ik zelf sints lang niet heel hoog stel - Als Demeter afkomt - ik ben daar nog heel niet zeker van - dan denk ik het afzonderlijk uittegeven. Waarschijnlijk zal het dan goed in de duizend verzen groot zijn - Nu tot ziens - ik stuur dezen maar naar Laren Yours truly Albert. V. |
|