Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdW. Doorenbos aan A. Verwey 25.9.85Brussel-Elzene 25 Sept. 1885 58 rue Veijdt.
Amice, Het is al wat geleden dat ik u geschreven heb en gij zijt nu zeker in volle spanning over de eerste verschijning van de Nieuwe Gids. De prospectus ontving ik onlangs en deze scheen mij zeer rustig en vrij onbepaald of liever negatief (op de gele kleur, die der invidiaGa naar eind1 zullen de adversarii,Ga naar eind2 hoop ik, geen glossenGa naar eind3 maken). Ik misprijs dit niet, wijl naar den toekomstigen inhoud verwezen wordt, om de nieuwe beginselen te doen kennen. Welke politieke richting zal men zoeken te bevorderen? Die van het democratisch-socialisme of, wat ik liever zag, van het aristokratische-socialisme? Wie beoordeelen dit? Ik ben natuurlijk ook begeerig te zien hoeveel kracht in de nieuwe beweging schuilt. Het stukje, dat ik zond, bevat weinig idéen, zoo er een richting uit blijkt, dan moet het zijn de officieele geschiedschrijving, die in de officieele stukken den mensch niet wil noch kan ontdekken, terug te stooten Ik verwonder mij er zeer over, dat ik geene revisie ontvangen heb, volgens belofte. De tijd der uitgave nadert en kwam op 1 Oct. het eerste nummer niet voor den dag, dan zoude men het jongste Nederland van ouderwetsche traagheid kunnen beschuldigen. Van Juffrouw Swarth, die ik dezer dagen bij mij zag, hoorde ik dat zij twéé prospectussen ontvangen had, doch geen aanzoek om medewerking gekregen heeft. In de Nederl. Dicht- en Kunsthalle, heeft J. Ferguut (Droogenbroek) een uitvoerige beschouwingGa naar eind4 over hare blauwe bloemen gegeven, waarin hij de metra, die zij gebruikt zorgvuldig examineert. In 't gemeen heeft men in Belgie veel nauwkeuriger hare poezie behandelt dan in ons land, waar lof en blaam vrij onbesuisd geuit werden. Uit eene recensie moet de auteur in de eerste plaats zelf iets leeren en dit kan Helene Swarth zoowel uit Paul de Monts recensieGa naar eind5 als uit die van Droogenbroek (J. Ferguut) doen. Ik hoorde ook dat zij een | |
[pagina 55]
| |
nieuwe bundelGa naar eind6 ter perse zendt, waarin alleen acquarellen, met een paar andere stukjes. Daarin is al het subjectieve, dat eenigen zoo hinderde, verdwenen, maar de schilderes van dagelijksche dingen aan 't woord. Hoe gaat het met uwen bundel, wanneer komt die? Holda - Mevr. Clant - zoekt ook een uitgever voor stukjes in proza en poëzie en denkt geloof ik aan den uwen. Over het sonnet te schrijven, is zeker niet gemakkelijk, nu de wereld er vol van is. Laast gij, wat in den jongsten tijd er over gezegd is? Ik denk nog al eens dikwijls over u en over uwe omstandigheden. Hebt gij in den strijd des levens weer wat vroolijks gevonden; doch ik hoop daarover met u dezen winter nog wel eens te handelen. Mijne lezingen, die 7 Nov. dienen aan te vangen, zullen mij gelegenheid geven weer t'huis te worden in de Amsterdamsche gemoederen. Dit is een voordeel voor mij, of de hoorders over een onderwerp dat duizenderlei vormen mag aannemen, er even zoo over zullen denken, vrees ik Intusschen wij zullen zien. Met de beste wenschen en de meeste groeten ook aan de vrienden tt W. Doorenbos |
|