vervolgens de wereld inrichten.
God had daar zes werkdagen voor nodig, maar met de nieuwste software-pakketten moet het toch wel wat sneller en beter kunnen. We starten natuurlijk met licht. Een wereld zonder electriciteit daar beginnen we niet meer aan. Na het scheppen van de bergen en de rivieren en de steden en de mensen kom je vanzelf op de leuke invullingen van het landschap. Dat zijn de dieren en de planten. En nu komt de vraag: hoeveel soorten daarvan hebben we er echt nodig? Als ik me beperk tot de belangrijkste functies die dieren vervullen in ons mensenbestaan, dan hebben we het over de culinaire functie, de wildfunctie, de dienende functie, de vermaaksfunctie en ten slotte de zoologische of rariteiten-functie.
Laat ik beginnen met de vermaaksfunctie. Honden, katten, paarden die zijn daarvoor geschapen. Het gaat hier vooral om de aaibaarheid waar mensen behoefte aan hebben. Je moet als mens op gezette tijden je affectie kunnen afreageren en als dat niet bij een partner of kinderen kan moet je een dier hebben dat daar voor klaar staat. Indirect aaibaar zijn goudvissen. Ze zijn eventueel te vervangen door een doorlopende videoband van een aquarium, maar dat heeft toch iets kunstmatigs. Goudvissen mogen blijven. Vogels daar moeten we niet aan beginnen volgens mij. Ze zijn niet aaibaar, en je ziet ze hooguit als een schicht wegvliegen. Als het een beetje tegen zit schijten ze op je hoofd. Thuisvogels zoals kanaries zijn natuurlijk helemaal onzin, beesten die kunnen vliegen moeten niet in een kooitje. Dat ruimt op. Vier soorten huisdieren dus, honden, katten, paarden en goudvissen. Dat is echt genoeg.
Dan krijgen we de culinaire functie. Eigenlijk eten we niet zoveel soorten beesten: koeien, varkens, kip-achtigen, schaapachtigen en een paar soorten vis. En de vis hadden we al geselecteerd bij de vermaaksfunctie. Konijn en haas wil ik