van iemand te nemen tot nieuwe typebenamingen voor auto's (Ford Meniscus, Citroen Migraine, Lambretta Lambiek). Of nieuwe muziekinstrumenten: banjoline, trommelharp, knijpfluit, grondtoeter...
Er werd veel gelachen op die middagen. Toch sloeg een enkele keer het uitgeversvak toe. Thomas had in die tijd het idee om een Groot Nederlands Soldatenboek te maken, en daarvoor een oproep om materiaal geplaatst in een krant. Met als resultaat een grote stapel boeken, foto's en geschriften, een kogel, een knoop, en wat ridderorden. Maar hoe moest het nu verder?
Toen hij hoorde dat ik in dienst was geweest, een zeldzame uitzondering in de Amsterdamse bevolking, greep hij mij meteen bij de kladden. Dat boek moest gemaakt worden! Ik kende een Haarlemmer, Gerrit Heymenberg, die ook zijn dienstplicht had vervuld en via een oude schoolvriend (inmiddels bibliotheek-directeur) kregen we de hulp van een stagiaire, die Robert Kennedy heette en daarom ook prominent vermeld werd op de titelpagina. We maakten een collage van het ingestuurde materiaal, schreven er wat olijke teksten bij en in 1970 verscheen bij Rap het Klein Nederlands Soldatenboek, eerder aangekondigd als Groot Nederlands Soldatenboek.
Die langwerpige titel was van Thomas en ik kan het niet helpen, ik word er nog steeds lacherig van. De kogel, de knoop en een aantal andere inzendingen heb ik nog lang bewaard, want administratie was niet Thomas' sterke kant en al uitpakkend had hij wel eens vergeten het adres te noteren. Mijn echte eigen debuut was de verhalenbundel ‘Kleine stukjes om te lezen’ dat ook in 1970 verscheen. Ik was in 1967 een jaar redacteur geweest van het studentenblad Propria Cures en was vervolgens opgeslokt door mijn werk als marktonderzoeker. Dat Thomas een bundel van mijn stukjes wilde maken leek me een hele eer. Ik schreef