Brood(1939)–Karel Vertommen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] [pagina 25] [p. 25] De vloek (Servisch lied) Van op de dijk roept moeder - op 't water helmt de klank -: ‘Zeg, Mara, Mara, mijn dochter, Is 't linnen nog niet blank?’ En 't meisje, lichtjes kleurend: ‘Neen, 't water is niet klaar, Dat deed die dwaze Jowo Met zijn boot en zijn riemen daar! Wij moeten hem beiden vervloeken: Hij hange! - God hoor onze bee - Ik wou aan mijn hals hem zien hangen met zijn armen alle twee! God gaf hij zat gevangen Die mij zo tergen dorst, In een kleine, enge kerker... Hier op mijn zachte borst. God moog' hem met ketens beladen... Dat hij in mijn armen geklonken zit. Mogen de wilde baren hem spoelen Tot aan mijn huisje wit.’ Vorige Volgende