Magnetisch veld(1967)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] wetenschappen [pagina 101] [p. 101] Botanica 1 De rijpe amandel van je okselklier vermeng je vaardig met de valeriaan van je schoot, het zwervende wier van je adem en de tijm van je traan. 2 Lavendel heet die kleine blauwe bloem die wegzweeft uit de schaduw naar de zon. Ze bloeit niet schoner omdat ik haar noem, ze wachtte slechts tot jij haar noemen kon. 3 Als die hagewinde een wankele genster is en vogels in hun vlucht als sterren doven, wordt licht plantaardig, duisternis wordt dierlijk. Waaraan kan ik dan geloven? 4 Een onbewust gedicht: te noemen in een sinds lang vergeten gaard chrysanten, asters en de sterrebloemen wier naam door niemand werd bewaard. [pagina 102] [p. 102] 5 Een elfrank richt haar tentakels naar je lippen en zeven kleine blinde kevers worden ziende door de klaar- te van je ogen die langzaam ontbinden. 6 Zo zijn ten slotte mijn handen volkomen nutteloos: slechts in horoscopische landen nog rijpen moerbes en roos. 7 De solidago bloeit. Erken je god, erken je bloed. De wanden ontgloeien van de koele grot van Plato. Ze gaan branden. Vorige Volgende