Magnetisch veld(1967)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] De rode sporen Toen was mijn adem heet en hees onder de amberen maan in de mist en eenzaam was ik in mijn vrees voor niet meer eenzaam zijn. Ik wist de dreiging van verdreven gees- ten dicht. De rode sporen op ivoor in dit vertrek dat ledig is geweest, ontkomen vrij van elke metafoor. Verklaar ik u niet de betekenis van elk ravijn verborgen in getallen, terwijl de mirtegeuren van de dis zoals een raderwerk zijn stilgevallen? Nog enkel elders is het nacht. Ik adem onbewust: ik leef. Ik heb vergeefs op God gewacht. Ik weet nu dat hij wachten bleef. Wat heeft hij meer dan ik volbracht? Vorige Volgende