Ik ben ik(1966)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] De nachtegaal Ik was eens in mijn tuin gegaan waar vele mooie bloemen staan. Ik plukte daar wat rosmarijn die wiegde in de zonneschijn. Daar kwam een loze nachtegaal gegleden op een zonnestraal, ging zitten op mijn rosmarijn en zong drie woorden in 't latijn. Maar ik die geen latijn en ken, noch met de tong, noch met de pen, ik zei: ‘Meneer de nachtegaal, vertel me niet zo'n dwaas verhaal.’ Hij pikte naar mijn rosmarijn en zong drie woorden in 't latijn. Ik zei: ‘Meneer de nachtegaal, zing in je mooie moedertaal.’ Hij keek, zijn oog vol zonneschijn, en zong drie woorden in 't latijn. En toen begreep ik wat hij zei. Hij zong: ‘Een ei, een ei, een ei!’ Ik zei: ‘Meneer de nachtegaal, dat is een koekoeksei ditmaal.’ Maar hij verdroeg geen plagerij; boos vloog hij weg en riep: ‘Van mij!’ Vorige Volgende