Ik ben ik(1966)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] De ruzie Janneman en Mannejan gingen laatstmaal aan het vechten: anders niets te doen eran om hun ruzie te beslechten. ‘Want die dief,’ zei Janneman, ‘heeft mijn kannekan gestolen.’ ‘Neen, die dief,’ zei Mannejan, ‘heeft mijn pannepan gestolen.’ Maar daar kwam een zwarte raaf. Daarvan kregen ze de daver, Janneman zei: ‘Je bent braaf.’ Mannejan zei: ‘Jij nog braver.’ En ze gingen arm in arm en ze sprongen en ze zongen: ‘Arm in arm is toch zo warm!’ tot ze waren uitgesprongen. [pagina 23] [p. 23] Vorige Volgende