Bloemlezing van onderscheidene zangen voor onze krijgsmakkers met het metalen kruis. Voor alle feestelijke gelegenheden(ca. 1830)–J.H.C. Venman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Zee- en landmagt. Wijze: 't Zal wel gaan, wel gaan, enz. Zee en Land verëeren wij Om de eer van onze Helden; 't Land van vreemde smetten vrij Bewaken dekken zij. Komt verraad ons erf genaken, En bedreigd ons Vaderland, Dan begint het hart te blaken, En geeft waap'nen in de hand: Vooruit maar! vooruit maar! Roept Zee- met Landmagt uit, En velt haar, en stuit haar, Die tegen wetten muit. Zee- en Landmagt eensgezind: Gedragen zich als broeders, Zoo beminnend zoo bemind Zoo vader zoo het kind: Zoo verëenigen gevaren Zoo herkend men trouw in nood: Zoo kan eer met moed zich paren, En deze eer leeft na den dood. Vooruit maar! vooruit maar! Roept dan het Vaderland: Wie muit daar? o stuit haar, De Tweedragt, hoon en schand: Vorige Volgende