Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
(1931)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekend
[pagina 171]
| |
Hoe die coninc vorward trac, ende optie Galoyse vocht .xxxv.(i)Doen dit wonder wel hadde besien
Die coninc, trac hi vorwaerd mettien
2370[regelnummer]
Met sinen here al dat hi mochte.
Ga naar margenoot+ Dien wech, dien hi gaerne volbrochte
Haddi bi dien inde doen comen.Ga naar margenoot+
Eer hi ten inde quam dede gomenGa naar voetnoot2373
Die coninc, eer hi mochte belagen
2375[regelnummer]
Die slote, soe dat hi sonder versagen
In haer lant comen mochte.
Hier binnen .i. die boetscap brachte,Ga naar margenoot+
Dat haer here PierlewardGa naar voetnoot2378
Comen waren optie vard,
2380[regelnummer]
Alse te stridene jegen den coninc.
Om dese sake men wapen[en] ginc
Int here met groter geluut,Ga naar margenoot+
Want si trocken ten woude uut,
Besiden der zee tenen velde,
2385[regelnummer]
Daer dedense slaen haer getelde.Ga naar voetnoot2385
| |
[pagina 172]
| |
Omdat dit velt was scone ende wijt
Wildense daer hem leveren strijt.Ga naar margenoot+
Maer die Galoyse, die dit vernamen,
Trocken op enen berch te samen,
2390[regelnummer]
Ende en wilde te velde niet comen.
Alse die coninc dit heeft vernomen
Trac hi met sinen volke vortGa naar margenoot+
Tote onder des berges bort.Ga naar voetnoot2393
Doen dit sagen die Galoyse
2395[regelnummer]
Daden si den Ingelscen groten noseGa naar voetnoot2395
Met haren scarpen gaveloten,Ga naar voetnoot2396
Die [si] daer doe nederwaerd scoten.Ga naar margenoot+
Entie Ingelsce scoten op ward,
Maer niet snel en was die vard
2400[regelnummer]
Van haren scoten, dat wet wel,
Jegen der Galoyse die nederwaerd vel.
Dus duerdense daer ene lange stont,Ga naar margenoot+
So datter menich werd gewont
Van den Ingelscen te desen dingen,
2405[regelnummer]
Eer [si] achterwaerd van daer gingen.
Int leste moestense achter tien,
Ende der Galose scoten vlienGa naar margenoot+
Want .i. scote, dat verstaet,
Die van boven nederwaerd gaet,
2410[regelnummer]
Quets te meer, al ongelogen,
Dan .x. die opwaerd vlogen,
| |
[pagina 173]
| |
Want eer die scoten boven quamenGa naar margenoot+
Verloren si haer macht te samen.
Om dit moesten[se] wiken daer.
2415[regelnummer]
Nochtan, wet, dat overwaer,
Al wekense dus, dat si oec daden
Den Galoysen grote scaden.Ga naar margenoot+
Deen taende den andren daren,Ga naar voetnoot2418
Gelijc datmen speelt ter baren.
2420[regelnummer]
Die van beneden reden opward
Dan quamen dander metter vard,
Ende liepen neder den berch saen,Ga naar margenoot+
Ende hebbense aldus wederstaen.
Dus streden si so onder tiden,
2425[regelnummer]
Dat dus there in beiden siden
Toe quam slaende met snelder vard,
Daer maecten [s]onderlinge(n) enen scardGa naar margenoot+Ga naar voetnoot2427
Die Ingelsce onder die Galoyse,
Ende daden hem so grote noyse,
2430[regelnummer]
Dat si dan weder moesten keren
Op haren berch met groter onneren.
Dus haddense daer menigen strijtGa naar margenoot+
Daer in verloren so menigen tijt,
Die Galoyse, ende scade namen,
2435[regelnummer]
Ende so menigen tijt die sticken quamen,Ga naar voetnoot2435
| |
[pagina 174]
| |
Dattie Ingelsce hadden die scade.
Om dese dinge werd te rade,Ga naar margenoot+
Die coninc dat hi wilde nu
Den berch belicgen, secgic u,Ga naar voetnoot2439
2440[regelnummer]
Met sinen here, alom so verre,
Dat hem daeraf niene werre,Ga naar voetnoot2441
Al scieten si daer neder ward.Ga naar margenoot+
Dus bleef hi licgende daer gescard,
Ende wildense verhongeren nu ter stont
2445[regelnummer]
Opten berch, dat si u cont,
Dus bleef die coninc met sinen here
Liegende daer in die were.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot2447
|
|