Kinderliedjes(ca. 1925)–Bertha Velderman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Meiregen Zwaluw, hoe vlieg je zoo in het rond, in het rond, Altijd maar weer naar omlaag? Waarom toch scheer je zoo langs den grond, langs den grond. Krijgen we regen vandaag? Maar het begint al te druppelen, druppelen, Regentje, regentje spat! Zie, hoe ze wippen en huppelen, huppelen, Blinken op bloem en op blad! Meiregen, val maar in stralen neer, stralen neer, Stroom nu langs vensters en deur. Toover op wegen en paden weer, paden weer Plassen in duizend gekleur. Boven op't stoepje is't o, zoo goed, o zoo goed, Onder de luifel van 't huis. Meiregen daal maar in overvloed, overvloed, Regentje, regentje ruisch. Vorige Volgende