Kinderliedjes(ca. 1925)–Bertha Velderman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Een duo In wonderschoonen Meienacht Zong eens een maagdelijn Van zomerweelde en lentepracht, En zilv'ren manenschijn. Haar zangen trilden door de lucht Tot over 't sluimerend ge hucht. Wat klonk dat liefelijk en zacht In wonderschoonen Meienacht. En naast haar, in een vlierstruik zong De nachtegaal zijn lied. Wien éénmaal dat in 't harte drong, Vergeet het zeker niet. Hij stortte met een blij geluid Zijn boordevolle zieltje uit. Wat klonk dat liefelijk en zacht, Zóó'n duo in den Meienacht. Vorige Volgende