Kun je nog zingen, zing dan mee!
(1908)–K. de Boer, J. Veldkamp– Auteursrecht onbekend100 algemeen bekende schoolliederen
[pagina 113]
| |
[pagina 114]
| |
gansch niet kwa - lijk aan ge-daan,
Ver - tel ons maar ver - der, Heer Jur - ri - aan!
2[regelnummer]
De Noordpool werd het eerst bezocht,
Daar mocht het winter heeten!
'k Was blijde, dat ik op dien tocht
Mijn pels niet had vergeten. (Refrein.)
3[regelnummer]
Ik kwam weldra op Groenlands grond,
'k Zag daar een zeldzaam grapje:
De traankroes ging er blij in 't rond,
Maar ik verkoos geen snapje. (Refrein.)
4[regelnummer]
Al de‿Eskimo's zijn ruw en plomp,
Dat kon mij niet behagen;
Ik noemde er één een loggen klomp,
En kreeg de huid vol slagen. (Refrein.)
| |
[pagina 115]
| |
5[regelnummer]
Nu kwam ik in Amerika
En zei, vervreemd van 't snoeven:
Hier is de Noord-West doortocht; dra
Moet ik die vaart beproeven. (Refrein.)
6[regelnummer]
Fluks ik aan boord, en 't zeegat uit,
Den kijker vastgebonden;
'k Zocht links en rechts, maar 't was verbruid,
Ik heb hem niet gevonden, (Refrein.)
7[regelnummer]
Van hier ging ik naar Mexico,
't Is verder dan naar Bremen;
Hier, dacht ik, ligt het goud als stroo,
En 'k wilde‿een zak vol nemen. (Refrein.)
8[regelnummer]
Maar ach! o jammer! welk een land!
Hoe zag ik mij bedrogen!
Ik vond slechts steenen, klei en zand,
En ben weer heengetogen. (Refrein.)
9[regelnummer]
Mijn knapzak vulde‿ik in der ijl,
Met sprot en peperkoeken,
En ging weldra weer onder zeil,
Om Azië te zoeken. (Refrein.)
10[regelnummer]
De Mogol is een groote Heer,
Met wien niet is te gekken;
Ik kwam juist bij hem op een keer,
Dat hij een kies liet trekken. (Refrein.)
11[regelnummer]
Hoe, dacht ik, moet de Mogol dan
Ook al van kiespijn klagen?
Wat baat het toch voor zulk een man,
Den naam van vorst te dragen? (Refrein.)
12[regelnummer]
Mijn hospes gaf ik straks mijn woord,
Hem eerlang te betalen,
En zoo reisde‿ik al verder voort
Naar China en Bengalen. (Refrein.)
| |
[pagina 116]
| |
13[regelnummer]
Nu ging ik nog - 't was wel wat wijd -
Eens Afrika beschouwen,
En zag bij die gelegenheid
Veel zwarte mans en vrouwen. (Refrein.)
14[regelnummer]
Maar nergens kon 'k - hoe vreemd dit schijn -
Een groot verschil ontdekken,
'k Vond menschen juist zooals hier zijn,
En even zulke gekken.
Dan heb je niet veel wijsheid opgedaan,
Vertel maar niet verder, Heer Jurriaan.
|
|