tot een betekenis, een boodschap, een identificatiemodel, moet ze zich op zichzelf terugplooien. Alleen in zo'n altijd menigvuldige plooi die niemand in de hand heeft, gaat de kunst de orde van de voorstelling te buiten. Zij ontsluit dan telkens even, als in een knipoog, de gaping van waaruit alle voorstellingen ons worden aangeboden.
Hoewel deze bodemloze zelfreflexiviteit die eigen is aan de plooi in principe onthematiseerbaar is - alleen in slechte ‘conceptuele’ kunst wordt zij echt een ‘onderwerp’ - is ze in de kunst van onze tijd meer dan ooit expliciet geworden. Waarom dit zo is, wordt in deze bundel hier en daar gesuggereerd. De overstelpende productie van pakkende, verrassende, ‘sprekende’ beelden door de media heeft de kunst als het ware in de hoek gedreven. Het lijkt eigen aan onze tijd dat de kunst deze vloedgolf niets tegenover te stellen heeft. Geen andere taal, geen andere code, geen andere retorica - tenzij dezelfde: op zichzelf geplooid.
De hedendaagse kunst citeert en decontextualiseert beelden, zegt men. Wellicht is het, tenminste als het om serieuze kunst gaat, juister te stellen dat zij representatiestrategieën citeert, strategieën waarmee iedereen dagelijks door beelden wordt gegrepen, beelden die doen voelen, denken, hopen,... Dit citeren doet deze strategieën in zichzelf stokken. Van de ervaring die al deze beelden ons willen meedelen of in ons willen opwekken, brengt het de aporie, die het hart van de ervaring is, aan de oppervlakte.
Dachten enkele decennia terug nog velen dat de kunst zich steeds meer zou uitpuren, steeds meer haar eigen essentie zou realiseren, dan lijkt vandaag de kunst niet langer iets dat zich realiseert, maar eerder iets dat om een raadselachtige reden maar niet verdwijnt. Dat de kunst niet verdwijnt, komt doordat elke voorstelling die er aanspraak op maakt een ‘werkelijke presentie’ over te brengen, een onopvallende plooi in zich bergt. De kunst ‘ontbergt’ deze plooi en laat daarmee de voorstelling zichzelf voorstellen als het spoor van een ontoegankelijke aangedaanheid, een grondeloos vergeten.